Gebruik chatbot GPT in onderwijs zoals rekenmachine
Bij de introductie van de rekenmachine klonk er kritiek: zouden kinderen nog wel zelf leren rekenen of zou het denkwerk worden uitbesteed aan een apparaat? De rekenmachine is als metafoor te gebruiken voor de chatbot GPT, die sinds kort online is.
Het onderwijs moet zich voorbereiden op steeds meer toepassingen van artificial intelligence (AI) ofwel (in het Nederlands) kunstmatige intelligentie (KI). Daarvoor is het nodig dat docenten de werking van zo’n chatbot begrijpen, hun vraagstelling aanpassen en door de gefabriceerde teksten heen kunnen prikken.
Is het verslag van de scholier uit havo-3 over de val van de Berlijnse Muur wel door hemzelf geschreven? De tekst geeft precies weer waar de docent om heeft gevraagd. Er zit een tijdlijn in en de rol van Ronald Reagan is beschreven. Ook heeft deze leerling zijn ‘eigen’ ervaringen tijdens een bezoek aan de East Side Gallery beschreven. Het werk van de leerling bestond echter vooral uit het stellen van een aantal vragen aan chatbot GPT (Generated Pre-trained Transformer). De resultaten verwerkte hij in zijn verslag. Met zo’n tien minuten was het verslag klaar. Het leerrendement voor deze scholier? Minimaal.
Preek met citaten
Deze chatbot is een voorbeeld van AI. Dit houdt in dat apparaten steeds slimmer worden en complexe taken kunnen uitvoeren. Alle internetgebruikers hebben het wereldwijde web sinds de start gevoed met onnoemelijk veel informatie. ChatGPT combineert deze informatie slim en maakt er ‘nieuwe’ teksten van. Is deze chatbot heel nieuw? Nee, bedenk dat veel systemen online al gebruik maken van AI. Van de zoekmachine Google tot de persoonlijke assistent op Bol.com die je vragen probeert te beantwoorden.
AI begrijpen is lastig, een chatbot GPT gebruiken daarentegen eenvoudig. Een gebruiker hoeft alleen maar naar een site te gaan en daar vragen te stellen. Hoe concreter de vraag, hoe beter het resultaat. Is je vraag: „schrijf een preek over Johannes 3:16”, dan ligt er binnen enkele seconden een redelijk goed lezend verhaal van 353 woorden voor je klaar. Als je deze vraag als volgt aanpast: „schrijf een preek over Johannes 3:16 en verwerk daarin citaten van Calvijn en Luther”, dan volgt er een volledig nieuwe tekst met inderdaad citaten van de twee reformatoren. Als je vervolgens vraagt citaten van enkele dominees daarin te verwerken, ligt er een nieuwe versie van deze tekst met citaten van Billy Graham en Charles Stanley. Als de slotvraag is om verschillende interpretaties van deze Bijbeltekst te benoemen, dan volgen er vijf verschillende. Stel dat de docent Godsdienst opdraagt één A4’tje te schrijven over deze bekende Bijbeltekst, dan is het dus goed mogelijk dat het ingeleverde werk voor een groot gedeelte vanaf een GPT komt.
Vaardigheden
Wat moet je hier als docent mee? Ik wil vijf zaken noemen. Ten eerste moet je beseffen dat deze teksten van een behoorlijk niveau zijn. Wie van deze chatbot slim gebruik maakt, kan het apparaat teksten op het gewenste niveau laten maken. Dus vraag je voor een leerling uit groep 6 om een spreekbeurt over het menselijk hart, dan gebruikt deze chatbot een ander taalniveau dan bij een andere doelgroep. Het is dus best lastig te bepalen of de leerling een tekst echt zelf schreef.
Ten tweede is het raadzaam om het gebruik van GPT te zien als een kans. Uiteindelijk is deze slimme chatbot ook een goede manier om aan informatie te komen, vergelijkbaar met een grote informatiebron als Wikipedia. Train de leerlingen in het stellen van goede vragen. Ook dit is een kunst.
Ten derde zou ik, behalve op deze 21e-eeuwse ”skills”, ook willen inzetten op vaardigheden uit de eerste eeuw. Haal bijvoorbeeld weer eens mondelinge toetsen van stal of laat studenten met pen en papier een verslag maken. Dan weet je zeker dat het geheel uit hun eigen grijze massa komt.
Ten vierde klinkt de angst dat leerlingen niet meer leren schrijven als ze alleen maar digitale hulpmiddelen gebruiken. Die angst was er ook bij de introductie van de rekenmachine. Toen werd gesteld dat leerlingen niet meer konden rekenen en het niet meer nodig was om hun de tafels aan te leren. Er zijn inderdaad zorgen over het rekenniveau, maar deze angst bleek toch niet terecht. Gaat deze chatbot ervoor zorgen dat leerlingen en studenten nooit meer hoeven te schrijven en dat straks ook niet meer kunnen? Nee, zo’n vaart zal het niet lopen.
Ten vijfde: de docent moet zich afvragen of alleen het product om beoordeling vraagt of ook het proces? Moeten studenten aangeven hóe ze tot hun product kwamen? Alleen een eindproduct inleveren, heeft minder waarde gekregen.
In de zesde plaats moeten onderwijsgevenden goed kijken naar hun vraagstelling. Hoe complexer je vragen zijn, hoe lastiger de chatbot te gebruiken is. Luidt de opdracht: schrijf een reflectieverslag over je laatste stageweek, verwerk daarin het dagprogramma en beschrijf hoe je in de pauze over de arbeidsvoorwaarden in jouw sector sprak, dan is het erg moeilijk om uit de chatbot een goed lopende tekst te halen. Maar vraag je: beschrijf de CAO van een verpleegkundige, dan is de beantwoording veel eenvoudiger.
Handvatten
GPT-teksten zijn moeilijk te onderscheiden van zelf geschreven teksten. Toch zijn er wel handvatten. Ten eerste maakt een chatbot regelmatig taalfouten die niemand zou maken. Bijvoorbeeld de zin ”Veel hobby’s heb ik” in plaats van de betere zin ”Ik heb veel hobby’s”. Daarnaast zijn GPT-teksten relatief saai. Het zijn mooie volzinnen, maar ook wel een tikkeltje ambtelijk. Verder komen sommige woorden, die dan zijn aangegeven in de zoekopdracht, vaak terug. In de vierde plaats valt op dat er weinig of geen emotie in deze teksten zit. Dit kun je laten toevoegen, maar in eerste instantie haalt een startende GPT-gebruiker er dus zakelijke, korte en krachtige teksten uit. Tot slot moet je de leerling kennen. Als je weet welk taalniveau gemiddeld is binnen een leerjaar of opleiding, dan vallen afwijkingen je op. Stel dan over het onderwerp eens een vergelijkbare vraag aan GPT. Grote kans dat er zinnen voorbijkomen die je daarnet ook hebt gelezen.
Recent kwamen er een paar onlinetools beschikbaar om te controleren of de teksten door ChatGPT gemaakt zijn. Dit zijn bijvoorbeeld OpenAI’s AI Classifier, CheckDoc of GTPZero. Geen enkel systeem is volledig sluitend, het biedt hooguit een indicatie…
Zorgen
Zijn de zorgen over GPT inderdaad vergelijkbaar met de zorgen rond de rekenmachine? Ja. Voor beide situaties geldt: de basis moet op orde zijn. Een leerling moet eerst goed informatie kunnen zoeken, beoordelen en verwerken, voordat GPT in beeld komt. Daarnaast is het onmogelijk om GPT te verbieden. Het is namelijk erg moeilijk na te gaan hoe teksten zijn gemaakt. Verder zou een inperking binnen school in strijd zijn met de beschikbaarheid buiten school. Het onderwijs kan dus niet anders dan wennen aan nieuwe mogelijkheden als AI, net zoals we moesten wennen aan het digibord, laptops in de klas of vergaderen via Teams.
De auteur is als onderwijsadviseur mediawijsheid verbonden aan het kenniscentrum en de afdeling ICT-O van het Hoornbeeck College.