Janwillem Blijdorp verkocht boeken en schrijft boeken. Deze titels leest hij zelf
Hij verkocht boeken, schrijft boeken en leest boeken. Spannende boeken, die hem inspireren bij het schrijven. Maar ook boeken die hem stilzetten of confronteren, vertelt kinderboekenschrijver Janwillem Blijdorp (67).
Hij kan er nog altijd om gniffelen. Zijn debuut was eigenlijk een grap. De vlot schrijvende inwoner van het Drentse Noordscheschut las in de jaren tachtig tijdens zijn werk in de boekhandel in een vakblad over een poëziewedstrijd voor beginnende dichters. „Ik heb toen voor de aardigheid in ongeveer tien minuten een gigantisch negatief gedicht geschreven. Iets met „Voor mij zie ik nu de afgrond gapen/ en achter mij is het alleen maar zwart”. Omdat ik de literatuur van destijds zo deprimerend en uitzichtloos vond. Het lukt je nooit om te winnen, zeiden mijn collega’s. Maar niet veel later kreeg ik van de initiatiefnemers te horen dat ze het gedicht graag in een verzamelbundel wilden opnemen.”
Het is natuurlijk vooral een grappige anekdote. Maar het zou zomaar kunnen dat de jonge jaren van Blijdorp invloed hadden op zijn affiniteit met poëzie. Janwillem hoorde in zijn prille jeugd heel wat gedichten voorbijkomen, vertelt hij aan de eet- en werktafel van zijn jarenzestigrijtjeswoning. Zijn moeder had namelijk de gewoonte beroemde dichtregels te citeren. „Ze zei te pas en te onpas: Ik ween om bloemen in de knop gebroken…” en ook een gedicht als „Ik ging naar Bommel om de brug te zien…” (van respectievelijk Willem Kloos en Martinus Nijhoff, MO) kwam geregeld voorbij. Ik denk dat al mijn broers en zussen, en ook ik, daar iets van hebben meegekregen.”
In huize Blijdorp hebben gedichtenbundels in elk geval een prominente plek in de kast, naast –voornamelijk christelijke– thrillers, jeugdboeken van allerlei auteurs en Bijbelstudieboeken. „Kijk, een paar bundels van Komrij, met allerlei gedichten. Ik blader er graag in. Al wil ik wel snappen wat ik lees, met onbegrijpelijke gedichten heb ik niks.” Het eigen werk van Blijdorp staat op een aparte plek, in een wandmeubel in de zithoek. Hij startte als dertiger met schrijven; zijn leesliefde ontstond in zijn tienerjaren.
1 Piet Prins, Snuf de hond
„Met zeven broers en zussen in huis was er altijd iemand om mee te spelen. Ik had helemaal geen tijd voor boeken. Mijn moeder las wel elke avond voor. Ik kom uit een vrijgemaakt nest, dus Piet Prins kwam vaak aan de beurt. Door de serie over Snuf ben ik lezen gaan waarderen. Vanaf een jaar of twaalf kreeg ik de smaak echt te pakken: ik las boeken van Anne de Vries, S.M. van der Galiën, de Edward Smit-serie, Arendsoog… De Kameleon later ook. Leuke boeken, maar ze kloppen van geen kant. Gerben gaat trouwen, krijgt een kind, terwijl Hielke en Sietse in alle delen even oud zijn. In de boeken die ik schrijf moet de tijd juist kloppen, daar ben ik heel precies in.
Ik ben gaan schrijven omdat ik zo veel oppervlakkige kinderboeken tegenkwam in de winkel. De Kluitmanseries bijvoorbeeld: aardig om te lezen, maar er zit weinig in. Ik dacht: misschien kan ik ook wel een kinderboek schrijven.
Tegenwoordig lees en herlees ik nog steeds veel kinderboeken om te zien hoe anderen schrijven. Henk Koesveld, Jan Terlouw, Thea Beckman, soms boeken van Piet Prins. Ik vind zijn ”Wambo” nu trouwens veel mooier dan Snuf.”
2 I. de Wolff, Geschiedenis der Godsopenbaring
„Ik ben opgegroeid met de jongelingsvereniging zoals je die in die tijd had. Daar deden we aan Bijbelstudie en ik heb ook een groot deel van mijn verdere leven op een Bijbelstudievereniging gezeten. Ik gebruik graag de serie ”Geschiedenis der Godsopenbaring” van De Wolff. Niet alleen voor de Bijbelstudies, ook voor het leiden van jeugdverenigingen. En als achtergrondinformatie bij mijn boeken. Tijdens het schrijven van ”Jakin”, een kinderboek dat speelt in de tijd van Mozes, ontdekte ik hoezeer de tien plagen tegen de goden van Egypte waren gericht: de god van de Nijl, de zonnegod Ra… Een eye-opener. Later, toen ik schreef over Paulus en over Nebukadnezar, gebruikte ik opnieuw deze boeken.”
3 Randy Alcorn, Thuiskomst
„”Thuiskomst” van Randy Alcorn is een boek dat me heeft laten inzien hoe blij je mag zijn dat je geboren bent in een land waar je God in vrijheid kunt dienen. De hoofdpersoon in dit boek is predikant in China, maar wordt gedegradeerd tot straatveger. Het is de bedoeling dat hij daardoor zijn geloof vaarwel zegt, maar het tegendeel gebeurt. Tegelijk lees je over zijn Amerikaanse studievriend, die een succesvol leven leidt, maar zonder God.
„Mijn favoriete genre is de avonturenroman. Meestal levert zo’n boek inspiratie op voor spannende jeugdboeken” - Janwillem Blijdorp, kinderboekenschrijver
Naast ”Thuiskomst” schreef Randy Alcorn veel christelijke thrillers. Ik lees ze graag. Thrillers van de algemene markt trouwens ook, maar die kunnen vrij heftig zijn. In de winkel kregen we altijd leesexemplaren opgestuurd. Zo ontdekte ik ”Ik ben Pelgrim” van Terry Hayes. Wat mij betreft by far de beste thriller van de laatste jaren en ik heb die veel klanten aangeraden. Het boek gaat over een moslimextremist in Afghanistan. Op een gegeven moment lukt het hem om een medicijn om te wisselen voor een virus. Door de covidcrisis werd het extra actueel. Het is zó spannend. En de gedachte dat zoiets echt zou kunnen gebeuren, vond ik schokkend.”
4 Khaled Hosseini, Duizend schitterende zonnen
„In ”Duizend schitterende zonnen” van Khaled Hosseini las ik het afschuwelijke verhaal van twee vrouwen in Afghanistan. Hoe is het mogelijk dat het tegenwoordig nog steeds kan gebeuren dat mannen vrouwen zo onderdrukken? Dat er, net als bij ”Thuiskomst”, op een paar uur vliegen van hier, een wereld is waar de situatie zo anders is. Ik vond het een nog ingrijpender boek dan het bekendste van Hosseini, ”De vliegeraar”.
”Duizend schitterende zonnen” en ”Thuiskomst” vormden voor mij de reden om ”Vuur in de nacht” te schrijven, in samenwerking met Open Doors. Dat is een boek over de moeilijke situatie van vrouwen en christenen in Iran. Het christelijke meisje Malisa houdt ondanks alles vast aan het geloof. Zo klinkt door dat Christus uiteindelijk overwint.”
5 Ewoud Gosker, De koninklijke weg
„”De koninklijke weg” was ooit een christelijk Boekenweekgeschenk. Het gaat over Gullovin die een brief krijgt waarin de koning hem vraagt te komen. Dat heeft wat voeten in de aarde, want zijn oude vader Auwerd wil ook mee. Het boek is een parabel over de weg die je moet gaan, over het afleggen van de oude mens, Auwerd. Een boek als dit is zo herkenbaar: dat je steeds verkeerde dingen doet, dat je met zaken wordt geconfronteerd waar je je weg in moet vinden. Ook in de kerk. Ik zit zelf in de kerkenraad en ben er bijvoorbeeld niet gelukkig mee dat de middagdienst is afgeschaft. Ik mis de leerdiensten echt en enkele andere behoudende broeders in de raad en veel gemeenteleden met mij. Maar stap je op als je 67 jaar ergens in een kerk hebt gezeten, er bent gedoopt en getrouwd? Op het huidige gebouw van onze gemeente prijkt zelfs een naam die ik heb bedacht: De Opgang. Nee, dan ga ik niet zomaar weg.”
6 Wilbur Smith, Vallei der koningen
„De avonturenroman is mijn favoriete genre. ”Vallei der koningen” speelt in het Egyptische rijk. Ik lees graag boeken over andere plekken, ook om te zien hoe andere schrijvers te werk gaan met een voor hen onbekende tijd of omgeving. Deze titel staat eigenlijk symbool voor alle avonturenromans en thrillers die ik las. Ze leveren inspiratie op voor spannende jeugdboeken, en zeker ook voor mijn nieuwste youngadultthriller in de serie ”Het Trias Project”. Deel één, ”Strijd tegen het kwaad”, gaat over Boko Haram. De serie is bedoeld voor 15-plussers. Aan moord en doodslag ontkom je niet bij zo’n boek. Maar ik kan er wel een boodschap in kwijt. Als de christelijke kinderen in dit boek worden bevrijd, vragen ze of de bevrijders engelen zijn. Hun godsvertrouwen is altijd gebleven!”
7 Jan Siebelink, Knielen op een bed violen
„Het bekendste boek van Jan Siebelink, ”Knielen op een bed violen”, maakte diepe indruk op me. Ik vond het heel boeiend om te lezen, maar ook beangstigend. Als het geloof zo beklemmend is, wat is dan je enige troost in leven en sterven? Je weet natuurlijk niet wat aan Siebelinks fantasie is ontsproten, maar als ik het lees ben ik heel blij dat ik ben grootgebracht in een kerk waar geloof zeker geen last is. Bij ons denk ik wel eens: het is minimale inspanning, maximaal resultaat, dat is de keerzijde. Tegelijk loop ik ook in de reformatorische wereld van nu tegen dingen aan. Ik moet denken aan een jeugdige oud-collega die met 170 kilometer per uur naar huis reed om zaterdagavond op tijd thuis te zijn. Onbegrijpelijk.
Op het graf van mijn ouders staat ”Mijn genade is u genoeg”, een tekst uit 2 Korinthe 12. Wij hoeven niets zelf te verdienen. Dat geeft rust in leven en sterven.”