Piet van de Wege: Ik ben zeer ontvankelijk voor schoonheid
Zijn keuze is niet doorsnee. Kinderboeken komen niet voor op zijn lijstje, wel veel titels die te maken hebben met kunst, muziek, natuur en poëzie. Piet van de Wege: „Ik ben heel zintuiglijk ingesteld. Zeer ontvankelijk voor schoonheid.”
Hij laat zijn tuin nog even zien. Daar heeft de natuur vrij spel: libellen zweven, vlinders fladderen. „Zie je daar het blauwtje?” Verderop staat een groot zwembad. „Bijna elke dag ga ik even zwemmen, ook in de winter.” Piet van de Wege (62) voelt zich duidelijk verbonden met de natuur.
Hij groeide op in een gezin dat behoorde tot de Gereformeerde Gemeenten in Nederland. Boeken waren er beperkt. „Van ds. G.H. Kersten, dr. C. Steenblok en ds. D.L. Aangeenbrug. En onder andere ”Bartje” van Anne de Vries. Maar een vrijgezelle oom had een kastje vol staan.” Zodoende kwam de jonge Piet in aanraking met ”Robin Hood”, ”Engelandvaarders” en ”Het hol op de hei”. Op het vwo werd hij „getroffen” door ”Noodlot” van Louis Couperus. Gaandeweg echter verschoof de belangstelling van fictie naar non-fictie.
1. Johannes Calvijn, ”Institutie”
„In mijn studietijd las ik met vrienden de ”Institutie” van Calvijn. Dat boek boeide me meteen. Alleen al vanwege de stijl van die man. Neem het woord vooraf: enorm lange zinnen van iemand die zorgvuldig denkt en schrijft. Wat ik ook fantastisch vond: we waren direct met de primaire bronnen bezig, ad fontes. Zo heb ik later ook met graagte Luther gelezen. Bij die mannen ben je aan de basis. Maar de ”Institutie” was ook inhoudelijk boeiend. Bijvoorbeeld dat Calvijn, als humanist, kritiek levert op Augustinus. Dat durfden die mannen gewoon! En dan zijn visie op het dagelijks leven. Heel verfrissend. In de publieke opinie heet Calvijn een asceet. Maar dat valt reuze mee. Natuurlijk, het leven is een pelgrimstocht. Maar ondertussen mag je het goede van de aarde volop gebruiken en er plezier aan beleven. Dat was verhelderend. Ik heb altijd moeite gehad met mensen die alleen maar somberen. Hier las ik de ”Bejahung” van het leven.”
2. Donald J. Grout en Claude V. Palisca, ”Geschiedenis van de westerse muziek”
„Ik groeide op met de lp’s van Feike Asma en Piet van Egmond. Maar we hadden ook opnamen van Charles de Wolff en Anthon van der Horst. En bij de Albert Heijn kocht ik een plaat met de Vierde Symfonie van Mendelssohn. Tijdens mijn studie Nederlands koos ik de bijvakken kunstgeschiedenis en muziekwetenschap. Aan het boek over de geschiedenis van de westerse muziek van Donald Jay Grout heb ik ongelooflijk veel plezier beleefd. Ik kreeg ineens een enorm referentiekader. Ik maakte kennis met de muziek van de antieke wereld, met Palestrina. Er vond een enorme verbreding van mijn horizon plaats. Bijzonder inspirerend, niets was meer oninteressant. Voor kunstgeschiedenis deed ik ”The Story of Art” van Ernst Gombrich. Ook dat boek opende een nieuwe wereld. Ik ben enorm gevoelig voor kunst en muziek, heel zintuiglijk ingesteld, zeer ontvankelijk voor schoonheid.”
3. Roxane van Iperen, ”’t Hooge Nest”
„Mijn hele leven ben ik al gefascineerd door de Tweede Wereldoorlog. Ik heb er altijd over gelezen. Maar ”’t Hooge Nest” van Roxane van Iperen overtrof al die andere boeken. Het maakte voor mij voelbaar wat leven in doodsangst is. Het is heel knap geschreven, met wisselende lagen. Het boek zoomt uit, bijvoorbeeld om duidelijk te maken hoe het duivelse systeem om de samenleving ”Judenrein” te maken zich ontwikkelde. Maar vervolgens zoomt Van Iperen op een fantastische manier in op die ene familie Brilleslijper in die villa in het Gooi. Dan ben je op het menselijk niveau. Aan het slot beschrijft ze ontmoetingen tussen Janny en Lien Brilleslijper en Anne en Margot Frank in Kamp Westerbork en later in Bergen-Belsen. Dan gaat Van Iperen ver in haar verbeelding. Je krijgt enorm veel mee in dit boek. En, wat je weinig ziet: het is foutloos geschreven.”
4. Lang Lang, ”Van Oost naar West”
„Pianist Lang Lang is technisch een fenomeen, maar zijn spel raakt mij niet altijd. Te gemaniëreerd. Maar het boek met zijn levensverhaal boeide me meteen. Je maakt kennis met de Chinese cultuur, die ongelooflijk competitief is. Lang Lang verhuist op zijn negende met zijn vader naar Peking voor de pianostudie. Zijn moeder ziet hij hooguit één keer per jaar. Als zijn pianoleraar hem op een gegeven moment afbrandt en zegt dat hij geen talent heeft, zet z’n vader hem aan tot zelfmoord: hij heeft geen recht om te leven. Lang Lang probeert z’n handen kapot te maken om zijn vader te straffen. Het regime van z’n vader heeft hem uiteindelijk ver gebracht, maar Lang Lang relativeert z’n carrière. Hoe anders is het in Nederland, met onze zesjes- en herkansingscultuur. Honderd procent tegenovergesteld. Ik moet zeggen: sinds ik dit boek heb gelezen voer ik op school een voorzichtig disciplineoffensief.”
5. Ton Lemaire, ”Met open zinnen”
„In 2002 moest ik voor het RD een boek recenseren dat alles samenvatte wat ik onbewust dacht en voelde. Het gaat om ”Met open zinnen” van Tom Lemaire. Die verhuisde van Nederland naar Frankrijk vanwege de verschraling van de natuur hier. Zijn boek is een lofzang op de schepping én een aanklacht tegen de moedwillige vernietiging van de natuur. Wat Lemaire schrijft is precies zoals ik het beleef. Als ik buiten ben, kan ik enorm genieten van de natuur: vlinders, vogels, de grond. Horen, voelen, ruiken: het is een totaalbeleving. Mijn tempo is traag, ik fotografeer graag. Om me heen zie ik mensen met koptelefoon op. Als ze gaan wandelen doen ze dat vooral om stappen te tellen. In plaats van dat ze vlinders zien of de boomvalk horen. Als ik naar school fiets, twee keer een uur, heb ik niks op mijn oren. Ik wil kijken en luisteren. Een mobiel gebruik ik niet. Waarom zou je altijd bereikbaar moeten zijn?”
6. Chris de Stoop, ”Dit is mijn hof”
„Ook ”Dit is mijn hof” van Chris de Stoop was een ontdekking. Deze Vlaming beschrijft de laatste jaren van de boerderij van zijn vader, net onder Antwerpen. Door groei van de havens én door aanleg van ‘nieuwe natuur’ ter compensatie moet het boerenland wijken. Vanuit een diepe empathie met de boeren schetst De Stoop de rijkdom van het oorspronkelijke agrarische landschap. Dat dát vernietigd wordt vanwege schaalvergroting en efficiëntie, raakt hem emotioneel. Ik herken het, met bloedend hart. Als ik in Terneuzen kom, zie ik hetzelfde. Het stadje is gesloopt ten gunste van de economie. Het boek van De Stoop is een krachtig pleidooi voor een organisch gegroeid en divers landschap.”
7. Gerrit Achterberg, ”Verzamelde gedichten”
„In vwo 4 lazen we met de onvolprezen docent Neele het gedicht ”Thebe” van Gerrit Achterberg. Het raakte me diep. Daar ontstond mijn liefde voor poëzie. Ik bleek er erg gevoelig voor te zijn, voor poëzie als tolk van de ziel. In goede gedichten is de taal teruggebracht tot de zuiverste essentie en tegelijk vrijgemaakt voor de ruimste expressie, voor de verbeelding. In een flits kun je vervoerd zijn. Het mooiste is als goede poëzie gepaard gaat met prachtige muziek. Zoals in de motetten van Max Reger. Neem het prachtige ”Mein Odem ist schwach”. Wanneer dat goed uitgevoerd wordt, houd ik het niet droog. Als muziek en stem en poëzie samenkomen tot eer van God, dan klopt werkelijk alles.”
> rd.nl/uitdeboekenkast
„In goede gedichten is de taal teruggebracht tot de zuiverste essentie en tegelijk vrijgemaakt voor de ruimste expressie, voor de verbeelding” - Piet van de Wege, docent Nederlands