BuitenlandOorlog Syrië

Wie steunt wie op Syrisch grondgebied, en waarom?

In Syrië zijn tientallen milities actief in de strijd tegen het regime van president Bashar al-Assad – en tegen elkaar. Een deel van die milities krijgt bovendien steun uit het buitenland, net als Assad zelf. Wie zijn de belangrijkste bondgenoten van de strijdende partijen?

Aletta André, Trouw
4 December 2024 15:02
Een tank van het Syrische regeringsleger is achtergelaten op de snelweg bij het stadje Khan Sheikhun in de noordwestelijke provincie Idlib. beeld AFP, Omar Haj Kadour
Een tank van het Syrische regeringsleger is achtergelaten op de snelweg bij het stadje Khan Sheikhun in de noordwestelijke provincie Idlib. beeld AFP, Omar Haj Kadour

Turkije

Langs de bijna 900 kilometer lange grens tussen Turkije en het noorden van Syrië heeft Turkije twee gebieden in handen. Deze worden rechtstreeks vanuit Turkije bestuurd. Ook lopen er veel Turkse inlichtingenofficieren rond en heeft het land er een aantal militaire bases. Daarnaast steunt Ankara de lokale milities in het gebied –verenigd onder de noemer Syrisch Nationaal Leger (SNA)– met wapens, trainingen, salarissen, en logistieke steun.

In deze gebieden wijst Turkije zogeheten veilige zones aan, om een deel van de ruim drie miljoen Syrische vluchtelingen in Turkije terug te kunnen sturen. Ook dienen de gebieden als bufferzones tussen de grens en het noordoosten van Syrië, dat onder controle staat van de Syrische Democratische Strijdkrachten (SDF). Deze worden geleid door de Koerdische YPG-militie, die weer banden heeft met de Koerdische PKK-beweging, waartegen Ankara al decennialang strijd voert.

Met de opmars van SNA de afgelopen dagen worden beide doelen van Turkije gediend. Het verzwakt de regering van de Syrische president Bashar al-Assad, waardoor Turkije een betere onderhandelingspositie heeft als het gaat over terugsturen van vluchtelingen, én het verzwakt de Koerdische aanwezigheid in het noorden van het land. Een Koerdische enclave ten noorden van Aleppo, Tel Rifat, werd zondag bestormd en veroverd door het SNA, net als een Koerdische wijk in Aleppo. Eerder stond het onttronen van Assad ook op Ankara’s wensenlijstje, maar inmiddels is het voorkomen van meer vluchtelingen richting Turkije belangrijker.

Verenigde Staten

De Verenigde Staten hebben lang niet zoveel troepen in Syrië als tien jaar geleden, maar bezetten nog twee bases. Eentje aan de grens met Jordanië en eentje in het noordoosten van Syrië, een autonome regio waar de Syrische Democratische Strijdkrachten (SDF) de belangrijkste militie vormen. De VS steunen deze door Koerden gedomineerde militie, die in dienst staat van het autonome bestuur van de regio en een seculier en democratisch Syrië zegt na te streven. SDF speelde een belangrijke rol in het verslaan van het kalifaat van Islamitische Staat (IS) in Syrië.

In 2014 werden de VS officieel een partij in de Syrische burgeroorlog, met als formele doelstelling het verslaan van IS. Eerder had het land al partij gekozen tegen Assad, door zijn regime sancties op te leggen en milities onder het Vrije Syrisch Leger, dat in de eerste jaren van de burgeroorlog tegen Assad vocht, te steunen. In 2014 begonnen de VS met luchtaanvallen tegen IS in een coalitie met onder meer het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk, maar ook Turkije, dat de SDF inmiddels als een grotere vijand ziet dan IS.

Na de val van het kalifaat begonnen de VS onder toenmalig president Trump troepen terug te trekken, maar hij besloot uiteindelijk niet tot een volledige terugtrekking. Niet alleen heeft IS nog steeds voet aan de grond in Syrië en blijft het voorkomen van een nieuwe opmars een belangrijk doel van de VS, ook zien de Amerikanen hun aanwezigheid in Syrië als een manier om in de regio tegenwicht te bieden aan Iran.

Iran en Hezbollah

In de strijd tegen de oprukkende rebellen kreeg het leger van Assad maandag hulp van milities gesteund door Iran, die via het zuidelijke buurland Irak het land binnenkwamen. Iran is sinds het uitbreken van de burgeroorlog in 2011 de belangrijkste bondgenoot van het regime-Assad. Syrië ligt tussen Iran en Libanon in, wat het land een essentiële partner maakt in de strijd van Hezbollah –een door Iran gesteunde terreurgroep in Libanon– tegen Israël. Daarom had Iran ook vóór de burgeroorlog al enkele duizenden officieren van de Iraanse Revolutionaire Garde in Syrië gestationeerd.

Sinds 2011 zou Teheran nog eens miljarden in het leger en de economie van Syrië hebben gestoken –voornamelijk in de vorm van leningen– en ook duizenden extra manschappen hebben gestuurd. Dat is inclusief leden van de Iraanse Revolutionaire Garde en allerlei sjiitische milities uit de hele regio. Ook Hezbollah is sinds 2012 actief in Syrië. De Iraanse troepen en door Iran gesteunde milities in Syrië zijn echter doelwit van Israël. Als gevolg van Israëlische aanvallen zijn volgens het lokale netwerk van het Syrische Observatorium voor Mensenrechten (SOHR) sinds begin dit jaar al zeker 200 Iraanse militairen of door Iran gesteunde militieleden omgekomen in Syrië. Hier zaten volgens Reuters ook hooggeplaatste inlichtingenofficieren bij, waarna Iran zich genoodzaakt voelde hoge officieren uit het land terug te trekken.

Ook Hezbollah leed flinke verliezen in Syrië, terwijl de beweging de handen vol had aan de oorlog tegen Israël in Libanon. De belangrijkste bondgenoten van Assad zijn dus nogal verzwakt, iets wat de oprukkende rebellengroepen waarschijnlijk heeft geholpen.

Rusland

De deelname van Rusland aan de Syrische burgeroorlog in 2015, met verwoestende luchtaanvallen die aan duizenden mensen het leven hebben gekost, volgde op die van de Verenigde Staten. Poetin verklaarde als doel te hebben het bewind van Assad te stabiliseren. Aanvankelijk zei Rusland ook dat het offensief gericht was tegen IS, maar algauw richtten de luchtaanvallen zich op milities van de oppositie die tégen IS vochten, met name milities gesteund door de VS.

Het belang van Rusland in Syrië, los van een decennia oud bondgenootschap, wordt dus ook gezien als onderdeel van de geopolitieke strijd tegen de VS. Hierin werkt Rusland samen met Iran.

Ook nu steunt Rusland het regime in Damascus met luchtaanvallen, maar de positie van Rusland in Syrië is wel veranderd sinds de oorlog in Oekraïne. Moskou heeft troepen en materieel vanuit Syrië naar Oekraïne verplaatst, de controle over bepaalde gebieden opgegeven en financiële en humanitaire steun vrijwel stopgezet.

Waarschijnlijk zagen de door Turkije gesteunde milities en HTS hun kans schoon nu Rusland, net als Assads andere belangrijke bondgenoot Hezbollah, afgeleid was door een oorlog aan de eigen grens. Een oorlog op twee fronten kan Rusland zich bovendien nauwelijks veroorloven nu de oorlog in Oekraïne voortduurt, dus probeert Moskou ook te bemiddelen in een diplomatieke oplossing.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer