Vooral de EU-landen moeten overtuigd worden om pulsvisserij weer een kans te geven, niet de Europese Commissie. Dat stelde staatssecretaris Jean Rummenie (Visserij) na afloop van de landbouw- en visserijraad in Brussel. Met name Frankrijk is groot tegenstander van de in Nederland populaire, maar inmiddels verboden, vistechniek.
„Het belangrijkste is nu om andere lidstaten mee te krijgen”, zei Rummenie als reactie op uitspraken van de beoogde visserijcommissaris Costas Kadis. De kandidaat-Eurocommissaris liet zich tijdens zijn verhoor door het Europees Parlement positief uit over vistechnieken waarbij onnodige bijvangst wordt tegengegaan. Daar zou hij met een „open blik” naar kijken, zei Kadis toen. Ook Rummenie heeft al kort contact gehad met Kadis over pulsvissen.
Pulsvissers maken gebruik van speciaal vistuig dat door middel van stroomstootjes vissen op de zeebodem het net in jaagt. Dat in tegenstelling tot gebruikelijke vistechnieken waarbij een zware ijzeren ketting over de zeebodem wordt getrokken om vissen de netten in te jagen.
Volgens Europese regels is vissen met elektriciteit verboden, maar in 2007 kwam er een tijdelijke ontheffing op die regel. Vissers in de zuidelijke Noordzee mochten daarna in beperkte mate gebruikmaken van de moderne vistechniek. Vooral in Nederland werd pulsvissen populair. Het leverde vaak een grotere vangst op en het kostte de vissers minder brandstof. Het succes van Nederlandse vissers leidde tot groot protest bij vissers in het buitenland.
In 2019 besloot de Europese Commissie om veel ontheffingsvergunningen niet te verlengen en in 2021 moesten de laatste Nederlandse kotters stoppen met pulsvissen. In datzelfde jaar werd duidelijk dat de Nederlandse overheid de Europese Unie misleidde door veel meer pulsvisvergunningen te verstrekken dan toegestaan was.