Grote bedrijven zoals Albert Heijn, Unilever en Mars keren zich tegen versoepeling van de Europese ontbossingswet. De strengere versie is essentieel voor een ontbossingsvrije keten, stellen zij.
”Geen verzwakking van de tekst”, luidt de oproep van supermarkt Albert Heijn. Aanpassing van de Europese ontbossingswet „veroorzaakt onzekerheid en brengt investeringen in gevaar”, stellen onder anderen de concerns Unilever, Mars en Ferrero.
Het zijn boze reacties uit het bedrijfsleven. Donderdag besloot het Europees Parlement de ontbossingswet EUDR met een jaar uit te stellen en aan te passen. Hij zou eigenlijk op 31 december moeten ingaan.
De wet moet ervoor zorgen dat niets de Europese Unie binnenkomt dat is geproduceerd via ontbossing. Algemeen wordt wel erkend dat de praktische uitwerking van de regels nog niet klaar is en dat uitstel nodig is, zoals de Europese Commissie voorstelde. Maar het Europees Parlement maakt nu van de gelegenheid gebruik om de voorstellen nog snel te veranderen en dat zet kwaad bloed.
Het idee achter de wet is dat bedrijven controleren waar hun producten vandaan komen. Bedrijven die hout, vlees, hout, koffie, cacao, palmolie, soja en rubber op de markt brengen, moeten de productielocaties in kaart hebben en garanderen dat daar geen sprake was van ontbossing. Daarvoor wordt de wereld verdeeld in categorieën met een hoog risico, medium risico en laag risico. In al deze regio’s moeten leveranciers een administratie bijhouden van de oogstplekken.
Extra categorie
De meerderheid van het parlement wil, op initiatief van de christendemocraten, ondanks drie jaar voorbereiding, toch nog een extra categorie toevoegen. Dan geldt in een land of regio ”geen risico” op ontbossing. Leveranciers hoeven daar geen productielocaties in kaart te brengen en komen dus goed weg. Het argument: minder bureaucratie voor Europese bedrijven. Finland en Zweden, landen met veel houtkap, zouden graag kandidaat zijn voor het stempel ”geen risico’” Welk land of welke regio welk stempel krijgt, moet nog worden bepaald.
De wijziging is weer een poging om de verduurzaming van Europa af te remmen, stellen critici. Albert Heijn: „De Europese Green Deal en de ontbossingsregeling EUDR zijn cruciale stukken wetgeving. Ze kunnen een gelijk speelveld creëren voor ontbossingsvrije toeleveringsketens en de traceerbaarheid versterken. Het is van essentieel belang dat de verordening wordt uitgevoerd zonder verdere wijzigingen of verzwakking van de tekst.” Het Franse supermarktconcern Carrefour zegt hetzelfde.
In een gezamenlijke verklaring zeggen cacaobedrijven zoals Unilever en Mars dat de aanpassingen het effect van de ontbossingswet enorm verkleinen, en de bedrijven die al veel hebben geïnvesteerd op achterstand zetten.
„Een boer in Friesland die een melkkoe naar de slager brengt, moet aantonen dat het dier niet heeft bijgedragen aan ontbossing” - Ruud Tijssens, woordvoerder Agrifirm
Veevoerbedrijf Agrifirm is voorstander van de ontbossingswet, maar vindt aanpassing begrijpelijk. „De ontbossingsregels gelden voor iedereen. Daarom zou je soms vreemde situaties krijgen”, zegt woordvoerder Ruud Tijssens. „Een boer in Friesland, bijvoorbeeld, die een melkkoe naar de slager brengt, moet aantonen dat het dier niet heeft bijgedragen aan ontbossing. Dat is vreemd, want in Friesland is de kans op ontbossing nul. Onnodige administratie moet je niet willen. Het fundament van de ontbossingswet blijft.”
Agrifirm gebruikt veel soja. Het bedrijf verwacht niet dat er problemen ontstaan doordat soja uit een hoogrisicogebied wordt vermengd met producten uit een geenrisicogebied. „Logistieke stromen zijn goed te volgen”, zegt Tijssens. „Bij ieder verzamelpunt van soja is logistieke informatie aanwezig, waarmee de herkomst is te herleiden. Hiermee kun je zeker stellen dat je geen producten met onbekende herkomst of uit risicogebieden krijgt.”
Kans op fraude
Gert van der Bijl van ontwikkelingsorganisatie Solidaridad denkt daar anders over. Hij vreest wel dat de kans op fraude toeneemt. In het zuiden van Brazilië is relatief weinig bos en dit gebied zou kunnen worden aangemerkt als ”geen risico”. Het gevaar bestaat dat goederen zoals soja op papier via een geenrisicogebied worden uitgevoerd, terwijl ze uit een hoogrisicogebied komen, zegt hij. „In een geenrisicogebied hoef je immers niks meer vast te leggen over de herkomst van een product en dus kunnen stromen worden gemengd.”
Ondertussen pleit Guido van Staveren van het kleine koffiemerk Moyee voor een veel strengere regeling. Moyee haalt koffie uit Ethiopië en Kenia. Het branden van deze koffie gebeurt in het land van herkomst, zodat de lokale economie eraan kan verdienen.
Van Staveren praat via een beeldverbinding vanuit Ethiopië, een hoogrisicogebied. Hij heeft zijn toeleveranciers geholpen bij het administreren en automatiseren van hun productielocaties, zodat zij kunnen aantonen dan zij geen ontbossing veroorzaken. En als dat wel gebeurt, zegt hij boeren te ondersteunen om dat te verhelpen.
„Je moet van bestaand bos afblijven en daarnaast bos aanplanten” - Guido van Staveren, eigenaar Moyee Coffee
„Je moet van bestaand bos afblijven en daarnaast bos aanplanten”, zegt Van Staveren. Hij vreest dat grote concerns niet zoveel last gaan ondervinden van de ontbossingswet. „Die hebben twintig jaar geleden al bos gekapt om grootschalig te produceren. Zij kunnen wel aantonen dat ze niet nóg meer bos kappen, maar aan herbeplanting doen zij niets.”