Veldhovenaar berekent geboortedatum Heere Jezus opnieuw
Getallen in de Bijbel hebben voor Ben Snijders (76) weinig geheimen meer. Hij ontrafelde ze stuk voor stuk. Of het nu gaat om de datum van de schepping, de lengte van de Hebreeuwse el, de datum van de wederkomst of de afmetingen van het nieuwe Jeruzalem. En dan nu de exacte geboortedatum van de Heere Jezus.
„Ik doe al sinds mijn 48e dagelijks aan Bijbelstudie”, vertrouwt de pensionado uit Veldhoven de journalist van het Reformatorisch Dagblad toe. Evenals de Joodse kabbalisten kent hij aan Bijbelse getallen waarde en betekenis toe. En daarmee rekent hij ook.
Wat hij zoal heeft onderzocht? „De exacte geboortedatum van de Heere Jezus, de gebeurtenissen in de eerste veertig dagen na de geboorte, de datum van de dood van Herodus, de leeftijd waarop de Heere Jezus stierf aan het kruis en de exacte datum ervan. Ik kan vast verklappen dat de duur van Zijn omwandelingen op aarde geen 3,5 jaar was. Dat onderzoek heeft mij overigens jaren gekost.” Zijn vrouw vult aan: „Dit is zijn levenswerk. Als hij hiermee bezig is, bloeit hij helemaal op.”
Snijders pakt een stapel insteekhoezen, waarin hij zijn berekeningen nauwgezet heeft geordend. „Ik heb eerder al aangetoond dat de ”Goddelijke Tijdslijn” 7068 Joodse jaren duurt. Dat is 372 cycli van 235 maanden, dus 87.420 maanden op de Joodse kalender. Onze zonnekalender begint vanaf de derde dag. Beide kalenders lopen dus niet gelijk op. De Joodse kalender telt soms twaalf maanden, soms dertien maanden.”
Met een schema op A2-formaat probeert hij zijn berekening te verduidelijken. „Die krijg je mee, anders snap je het misschien niet helemaal. Nou, als je dan van de Joodse maankalender Anno Mundi een lijn trekt naar de zonnekalender Anno Domini, krijg je een klein verschil: 12,1836 dagen. Dat moet je naar boven afronden; dan kom je op de dertiende dag. Dus de Heere Jezus is geboren op 13 januari. Zo simpel is dat.”
Samenstand
Maar in welk jaar was dat? Dat is onderwerp van zijn volgende rekenpartij. „Laten we beginnen met de ster van Bethlehem. Weet jij wat dat was?” Hij pakt er een kopietje bij van een artikel uit 1959. „Op 7 juli 1959 was er een heel bijzondere samenstand van de ster Regulus met de planeten Venus en Jupiter. Deze conjunctie komt na zo’n 85 jaar opnieuw voor, op 1 oktober 2044.”
Met de aanname dat dit de ster van Bethlehem was en de exacte verschijningsperiode van deze conjunctie, rekent Snijders terug. „Tot Anno Domini zijn er 23 van die periodes geweest.” Daarmee komt Snijders op exact twee jaar voor 1 januari in het jaar 1. Hij wijst erop dat in Mattheüs 2 –hij leest de Bijbel altijd in de Statenvertaling– staat dat de wijzen uit het Oosten de ster twee jaar voordat ze Herodus spraken, hebben gezien. De Veldhovenaar neemt aan dat de wijzen de ster twee jaar voor de geboorte van de Heere Jezus hebben gezien.
„De aanvang van de bouw van de tweede tempel vond plaats op 1 Tisri met een brandoffer aan de Heere. Vanaf die periode volgen er zeven jaarweken en 62 jaarweken van Daniël tot op de Messias. Dit leidt tot de exacte geboortedatum 1 Tisri. Het is logisch dat keizer Augustus, die de telling heeft bevolen, deze laat plaatsvinden op de eerste dag van het jaar, zoals ook bij ons nieuwe regels ingaan per 1 januari.”
Vlucht naar Egypte
Hij vouwt een nieuw schema uit op de tafel. „Kijk, op de geboortedag zijn ze in de stal, een paar dagen later wonen ze in een huis. Op de achtste dag heeft de besnijdenis plaats. Vervolgens komen de wijzen op bezoek. Dan moeten ze vluchten voor Herodes, naar Egypte, een reis van 150 kilometer. Daar zijn ze maar een paar dagen geweest. Want Herodus stierf toen. Daarna zijn ze naar Nazareth gereisd. Om op de veertigste dag weer in Jeruzalem te zijn voor de voorstelling in de tempel. Ze hebben in enkele weken tijd in totaal zo’n 500 kilometer gereisd”, vermoedt Snijders.
De rekenklus was daarmee niet klaar. „Uit mijn onderzoek aan de vier evangeliën in 2019 blijkt dat de Heere Jezus tijdens zijn optreden op aarde zes keer een Pascha heeft meegemaakt; Hij stierf op het zevende Pascha. Zijn optreden ving aan op de dag van het vernieuwingsfeest van de tempel, de 25e van de negende maand van het jaar 30. Vanaf dat tijdstip tot en met het feest van de eerstelingen op de 21e van de maand Nisan van het jaar 36, zijn exact 2300 dagen.” Deze 2300 dagen staan genoemd in Daniël. De omwandelingen van de Heere Jezus op aarde hebben volgens de Veldhovenaar geen 3,5, maar ruim zes jaar geduurd.
Snijders is er vast van overtuigd dat zijn berekening klopt. „De ”Goddelijke Tijdslijn” telt 7068 Joodse jaren, oftewel 2.531581.564 dagen. Met een computerprogramma laat ik dat ontbinden in factoren. Dan krijg je 148 maal 17443, dus 148 maal 9 maal 223. Dat betekent: vooruit plaatsen, eeuwig, aankomen, brengen, God zal verzamelen. 7068 jaar is trouwens ook 87.420 maanden: 3 maal 31 maal 940; dat betekent: Vader, God, eeuwig. Dat kan toch geen toeval zijn?”