In de Nieuwe Kerk in Amsterdam is donderdag, voorafgaand aan Internationale Vrouwendag, een schrijverssteen onthuld ter ere van het schrijversduo Betje Wolff en Aagje Deken. Samen schreven zij ”Historie van mejuffrouw Sara Burgerhart” (1872), opgenomen in de Canon van Nederland.
De schrijverssteen kreeg 220 jaar na het overlijden van het schrijverspaar een plek bij de andere schrijversstenen, maakte De Nieuwe Kerk bekend, van onder anderen Multatuli, Hella S. Haasse en Anton de Kom.
Met een nieuwe biografie over Betje Wolff op komst van de hand van Marita Mathijsen en met de succesvolle hertaling van ”Historie van mejuffrouw Sara Burgerhart” door Tonnus Oosterhoff (in 2012 winnaar van de P.C. Hooftprijs voor poëzie) wordt 2024 een gedenkwaardig jaar voor het duo Betje Wolff en Aagje Deken, aldus De Nieuwe Kerk. Hun ”Historie van mejuffrouw Sara Burgerhart” geldt als „de eerste moderne roman van Nederland en als onvervalst document van de Verlichting. Met de briefroman spoorden zij vrouwen aan tot zelfstandig denken. Daarnaast schreven zij vele gedichten, brieven, beschouwingen en pamfletten. Ze bemoeien zich met politieke en maatschappelijke kwesties en leveren genadeloos commentaar op hun tijd.”
De schrijverssteen is ontworpen door Karen Polder en uitgehakt door Henk Welling.
In de Nieuwe Kerk, tegenover het Paleis op de Dam, worden tal van bekende schrijvers herdacht, onder wie Coornhert (1522-1590), P.C. Hooft (1581-1647), Joost van den Vondel (1578-1679), Isaäc da Costa (1798-1860), Johan Huizinga (1872-1945), Willem Frederik Hermans (1921-1995) en Louis Couperus (1863-1923).