Inslaande bommen en Russische troepen op slechts enkele kilometers afstand. Het weerhoudt de Oekraïense voorganger Vladimir Ilyshin er niet van zijn landgenoten in nood op te zoeken en te bemoedigen met de boodschap van het Evangelie. „God wil mensen redden, juist nu.”
Nog altijd is de strijd in het oosten van Oekraïne hevig. Dagelijks sneuvelen honderden soldaten, steden en dorpen zijn verwoest. Wie vluchten kon en vluchten wilde, is vertrokken.
„De situatie is zwaar”, zegt de 50-jarige baptistenpredikant Ilyshin, die op uitnodiging van Mir Wam –een stichting die hulp biedt in Oekraïne– met zijn vrouw een week in Nederland is om ervaringen te delen over zijn werk. Twee keer per maand reist hij voor een aantal dagen af naar het oorlogsgebied. Een trip van 400 kilometer heen en 400 kilometer terug.
Ilyshin, afkomstig uit de stad Smila –200 kilometer ten zuiden van Kyiv– en voorganger in een gemeente die onderdeel is van Evangelie-Christen Baptisten, is inmiddels 58 keer bij de frontlinie geweest. Daar bezoekt hij met een groep van zo’n tien tot vijftien mensen plaatsen als Lyman, Slovjansk, Prokrovsk en de van drie kanten ingesloten stad Siversk.
Een reis vol gevaren. Meerdere auto’s van hulpverleners zijn door beschietingen verloren gegaan. Toch is het voor de voorganger geen reden om niet te gaan. „De liefde van Christus dringt. Als Hij in ons leven komt, verlangen we ernaar dat ook met anderen te delen. En als God zegt „Ga”, dan moet ik gehoorzamen.”
Slaapzakken
Aan het front helpt de predikant met evacuaties en het uitdelen van humanitaire hulpgoederen, afkomstig van onder meer stichting Mir Wam. Al honderden tonnen voedsel, medische producten, kleding, slaapzakken en aggregaten hebben hun weg naar het oorlogsgebied gevonden.
Veel mensen treft Ilyshin daar overigens niet aan. „Voor de oorlog had Siversk zo’n 14.000 inwoners, nu nog slechts 300. Sommigen van hen kunnen niet vluchten omdat ze ziek of oud zijn. Maar er zijn er ook die niet weg willen omdat ze er heel hun leven gewoond hebben.”
De achtergeblevenen zijn dankbaar voor de hulp, zegt de voorganger. Op zijn telefoon toont hij een video van burgers die de hulpverleners huilend omhelzen. „Voor deze mensen is ons bezoek een lichtpuntje. Ze leven al tweeënhalf jaar binnen. Er zijn er die al maanden niet hebben kunnen douchen.”
Toch merkt Ilyshin dat in het oorlogsgebied –tot zijn verwondering– de honger naar het Evangelie groter is dan de vraag om voedsel. Maar wat zeg je tegen mensen die alles verloren hebben? „Velen kennen de Bijbel niet. Daarom moet de boodschap eenvoudig zijn. We vertellen hun wie God is en wie we zelf zijn. Maar ook dat Hij zondaren wil redden. We bidden ook het Onze Vader. Na een paar keer kunnen ze dat meebidden.”
Nieuwe Testament
De ontmoetingen vinden plaats tussen kapotte gebouwen en in kerken, als die tenminste niet verwoest zijn. De baptistenkerk in een buitenwijk van de stad Lyman –die in de herfst van 2022 door Oekraïne op de Russen is terugveroverd– staat nog overeind, maar de omstandigheden zijn erbarmelijk. „Er is geen verlichting en geen verwarming. Kerkgangers dragen dikke jassen om de kou te trotseren. Voor de tientallen bezoekers is het gebedshuis –ondanks het voortdurende gedreun van artillerie– een oase van rust.”
„Er is geen verlichting en geen verwarming; kerkgangers dragen dikke jassen om de kou te trotseren” - Vladimir Ilyshin, Oekraïense baptistenpredikant
In het oorlogsgebied spreekt Ilyshin ook met militairen. Na een kort gesprek geeft de voorganger hun een tasje met daarin het Nieuwe Testament, een boekje met uitleg bij Gods Woord en een traktaatje met daarin een gebed.
Soms ziet de predikant dat zijn arbeid vrucht draagt. Maar door de oorlog zijn er ook velen verhard. „Er zijn er die zeggen: „Dood is dood”. Indrukwekkend is het voorval van een jonge soldaat die ik in september sprak. Hij vroeg: „Ben je er morgen ook nog, want dan wil ik meer over God horen.” Maar hij heeft het niet gehaald – omgekomen bij beschietingen. Daarom: Heden, zo gij Zijn stem hoort.”
Notitieboekje
Ook het verhaal van een oude vrouw staat Ilyshin helder voor de geest. „Ze is door een bombardement om het leven gekomen. Heel haar huis lag in puin. Haar buren hebben haar begraven in de tuin. Toen ze later terugkwamen, stak een boekje boven de brokstukken uit. Het bleek het Evangelie van Johannes te zijn. Ook is een notitieboekje teruggevonden. Daarin schreef ze op wat ze tijdens bijeenkomsten gehoord had. Van anderen kreeg ik de bevestiging dat het evangelisatiewerk haar tot zegen is geworden.”
„Het is verschrikkelijk wat de Russen doen; in het begin van de oorlog heb ook ik mijn waaromvragen gehad” - Vladimir Ilyshin, Oekraïense baptistenpredikant
Zelf wordt de predikant naar eigen zeggen bewaard voor opstand. „Het is verschrikkelijk wat de Russen doen. In het begin van de oorlog heb ook ik mijn waaromvragen gehad. Maar God heeft die weggenomen.”
De predikant pakt zijn Bijbel en bladert naar Klaagliederen 3. Zijn vinger blijft rusten bij de verzen 37-38. „Wie zegt wat, hetwelk geschiedt, zo het de Heere niet beveelt? Gaat niet uit den mond des Allerhoogsten het kwade en het goede?”
Maar wat is dan het doel? „Vers 40 is het antwoord”, zegt Ilyshin resoluut. „Daar schrijft Jeremia: „Laat ons wederkeren tot den HEERE.” God gebruikt deze oorlog om mensen te redden van hun eeuwige ondergang. Daarom is er vreugde, ondanks al het leed.”