Predikant bakt pizza’s te midden van de gruwelen aan het front in Oekraïne
Legerpredikanten in Oekraïne bakken pizzaatjes voor verkleumde, getraumatiseerde militairen. Een warm, menselijk gebaar te midden van de gruwelen aan het front.
De strijd is hevig in Marjinka. De stad in de oblast Donetsk in Oost-Oekraïne ligt zwaar onder vuur van Russische beschietingen. Dagelijks slaan tientallen, soms honderden granaten in. Voor de oorlog telde Marjinka een kleine 10.000 inwoners. Nu resteert een desolaat, verwoest en vrijwel uitgestorven gebied. Oekraïense en Russische soldaten bevechten elkaar hier op leven en dood.
Witte vlokken vallen op de zwartgeblakerde ruïnes. De winter eist zijn tol in Oekraïne. Kou, sneeuw en regen teisteren de frontlinie. De temperatuur zakt regelmatig ver onder het vriespunt. Militairen raken verkleumd in de modderige, halfbevroren loopgraven.
„De situatie aan het front is heel zwaar”, zegt ds. Viktor Morozoek (34) uit Zjitomir via een beeldverbinding. „Als er overdag een regenbui valt en het ’s nachts vriest, worden de uniformen van militairen zo hard als karton. Ze kampen met bevriezingsverschijnselen aan vingers en tenen.”
Ongeveer elke maand begeven Viktor Morozoek (getrouwd, vader van drie jonge kinderen) en Igor Rozvodovski (getrouwd, vader van twee kinderen) zich een week tussen de militairen bij Marjinka. Een monsterrit van pakweg 2500 kilometer over gehavende wegen doordat tanks er ook gebruik van maken. De twee kapelanen werkten vorig jaar bij Bachmoet, de zwaarbevochten stad in Oost-Oekraïne. Eind januari zijn ze in Nederland op uitnodiging van Metadidomi, een stichting die hulp biedt in Oekraïne.
De legerpredikanten verlenen pastorale zorg aan militairen en aan vrouwen en kinderen van gesneuvelde militairen. Hun werkplek is een ”stabilisatiepost”, waar de eerste medische hulpverlening plaatsvindt, op amper 3 kilometer afstand van het front. „We geven iedere soldaat die wordt binnengebracht een omhelzing.” De ‘wapens’ van de legerpredikant zijn eenvoudig. Luisteren. Bidden. Thee schenken.
„En we bakken pizaatjes”, vertelt Morozoek, gekleed in legergroen shirt. „We nemen uit Zjitomir bevroren pizzaatjes mee en een klein oventje. Nadat we ze warm hebben gemaakt, delen we ze uit aan militairen in de kou. Er zijn genoeg soldaten die huilend van emotie hun pizzaatje opeten.”
Ook koekjes en cadeautjes van het thuisfront, de kerk en de school in Zjitomir vinden hun weg naar het front. „Een oudere man kwam voor ons vertrek een pot honing brengen om mee te nemen. Hij zei: Je moet alles doen wat je kunt, zodat de geest van onze militairen sterk blijft. En zodat ze voelen dat we hen niet zijn vergeten.” De pastors nemen ook slaapzakken mee. „Militairen moeten aan het front regelmatig hun uitrusting achterlaten tijdens een vlucht voor bombardementen.”
Kapotgeschoten arm
Morozoek hoort in Marjinka de ergste verhalen als hij gewonde en gesneuvelde militairen uit de evacuatieambulance naar de medische post helpt brengen. Terwijl de pastor achter de ziekenauto thee zet, delen twee mannen hun ervaringen. De ene militair met zwaarbeschadigde benen en één arm; de andere arm is kapotgeschoten. De andere militair met zijn hoofd in het verband, terwijl hij nog met één oog kan kijken.
„Soldaat Sergey vertelde tegen zijn kameraad: „Ik zag je door de lucht vliegen door de drukgolf van een granaatinslag en achter ons neerkomen. Ik dacht: „Die is er niet meer, hij is er geweest. Ik keek achterom en zag dat je je hoofd optilde. Ik was zo blij. Je leefde nog.” De andere reageerde: „Ik dacht ook dat jij er geweest was. Ik zag je liggen met een been in de verkeerde richting, maar merkte dat je nog leefde.” De twee barstten in snikken uit. Emotie overmande hen. „Toen kreeg ik het ook te kwaad”, zegt de predikant.
Op een dag helpt Morozoek een militair zijn laarzen uit te trekken. „Zijn tenen waren zwart. Die jongen had het heel erg moeilijk.” De legerpredikant kwijt zich van zijn pastorale taak. „We hebben samen gebeden. Ik probeerde hem een andere kant te laten zien: het feit dat hij nog leefde, dat hij niet gesneuveld was in de strijd. Daar was hij ondanks alles ook dankbaar voor.”
Dood en verderf
De Russen zaaien dagelijks dood en verderf in Marjinka. Zware aanvallen volgen elkaar soms in hoog tempo op. „Onze jongens houden stand. Een militair viel door de drukgolf van een granaatinslag, brak drie ribben, maar bleef net zolang op de vijand schieten totdat hij kon worden afgevoerd naar een noodhospitaal.”
Het zwaarst voor de troepen is volgens de kapelaan het continu alert moeten zijn op de dodelijke dreiging van de Russen. Militair Michdal kampt met chronische pijn in zijn ogen door het voortdurend turen in de warmtebeeldcamera’s. „Russische militairen maken gebruik van speciale hitteabsorberende uniformen, waardoor ze ’s nachts vrijwel onzichtbaar zijn. Ze sluipen naar de Oekraïense stellingen om een bloedbad aan te richten.”
In de loopgraven eisen infectieziektes hun tol. Ratten en muizen kruipen door legertenten en in slaapzakken. Op zoek naar voedsel. „Een muizenplaag”, zegt Morozoek. „Alles wat niet in afgesloten containers zit, eten ze op.” Militairen nemen daarom regelmatig katten mee naar de frontlinie.
Ratten vreten aan achteloos achtergelaten gesneuvelde Russische soldaten. Op sociale media circuleren foto’s van een Oekraïense militair met een rat zo groot als een AK-47-geweer. „Zó groot heb ik ze nog niet gezien”, zegt Morozoek. De ratten en muizen vormen een bedreiging voor de manschappen. Maar ook het gevechtsmaterieel loopt gevaar door het risico op het doorknagen van leidingen.
Veel Oekraïense militairen zijn zwaar getraumatiseerd door de gruwelijkheden van de oorlog, vertelt Morozoek. „De psychische nood is heel groot. Sommigen hebben een sterke geest en willen strijden voor ons land. Ondanks de zware omstandigheden. Anderen zien het niet meer zitten, willen naar huis. Of willen niet meer leven.”
De manschappen komen anders van het front terug dan zij erheen gaan, zo is zijn ervaring. „Veel militairen zien grote aantallen kameraden sneuvelen. Dat is heel zwaar. Bovendien slaagt het leger er niet in territorium te heroveren. Dat heeft grote invloed op hun gemoedstoestand.”
Grover
De leefwereld van militairen, vaak gerekruteerde burgers, verandert ingrijpend door het soms voortdurend verkeren onder bombardementen. „Mensen worden bijvoorbeeld grover door de dingen die ze meemaken.”
De legerpredikant herkent ook bij zichzelf veranderingen; soms in kleine dingen. „Toen ik afgelopen zomer in Nederland was, schrok ik van een overvliegende helikopter. In Oekraïne komt er alleen maar dood uit de lucht.”
Het moreel van de manschappen verschilt sterk. „Het hangt van veel factoren af. Bijvoorbeeld hoe een groepscommandant erin staat. Of hij hen stimuleert en motiveert.”
Het vastgelopen tegenoffensief, dat Oekraïne juni vorig jaar lanceerde, legt een claim op het moreel van de manschappen. „Ik ben geen militair analist, maar ik zie dat de situatie niet gemakkelijk is. Het leger kan niet doorstoten. We blijven staan op de plaats waar we staan. Oekraïne heeft de kracht van God nodig om de vijand te overwinnen. Ik geloof dat Hij ons die kracht kan geven.”
Het Oekraïense leger kampt met grote tekorten aan manschappen en munitie. „Wapens, vliegtuigen, ondersteunend materieel”, somt Morozoek op. De nood is groot. „Zonder wapens kun je niet vechten.”
De oorlogssituatie verslechtert voor Oekraïne, geeft de pastor aan. „En niet zo’n klein beetje ook. Veel mensen sneuvelen of vallen gewond uit.” Om de troepen aan het front af te wisselen, wil de legertop 500.000 burgers rekruteren.
„Veel mensen zijn angstig om naar het front te gaan door de verhalen die ze horen.” Corruptie bij de overheid en in het leger maakt de situatie er niet gemakkelijker op. Hulp bereikt niet altijd de juiste plek, maar blijkt soms ineens ‘verdwenen’.
Lijkzakken
De legerpredikanten steken, schouder aan schouder met artsen en verpleegkundigen, de handen uit de mouwen in de eerstehulppost. „Veel jongens zijn heel erg verslagen. Ons belangrijkste doel is hen hoop te geven en hun blik te richten op God. Wij proberen hen te motiveren, te stimuleren. Fysiek, psychisch en geestelijk. Ik merk dat ze daardoor weer kracht krijgen. Ze weten weer waarvoor ze zich inzetten en kunnen vooruit.”
De pastors vangen ook familieleden van gesneuvelde militairen op. Zwaar werk. „Tijdens ons laatste bezoek hebben we foto’s moeten maken van gesneuvelde militairen in lijkzakken voor familieleden.” Ondanks de zware omstandigheden aan het front houdt de kapelaan vertrouwen. „Ik geloof nog altijd in de overwinning. God is met ons.”
Elke reis richting Marinka is een offer. „In de eerste plaats voor onze familie die achterblijft. Het risico bestaat dat ook wij sneuvelen. En de kerk moet ons telkens afstaan.” Voor elke nieuwe trip belt Morozoek mensen op om mee te gaan. „Voor sommigen is het echter te zwaar, te emotioneel.”
De inzet in Oost-Oekraïne vergt ook een offer van de legerpredikanten. Morozoek maakt een afwerend gebaar. „We doen gewoon wat nodig is. Het is een verlangen dat in ons hart is gelegd. We doen het werk vanuit ons hart en tot Gods eer.”
Hoe houden de predikanten het vol? „We moeten ons voor elke reis goed voorbereiden. Alles wat je meemaakt aan de frontlinie is niet meer uit je geheugen te wissen. Het belangrijkste is echter dat God ons kracht geeft om het vol te houden. Als Hij er niet zou zijn, zouden we dit gesprek niet hebben.”
Biddend
Eén dag in de medische hulppost vergeet Morozoek nooit meer. Militairen brengen in Marjinka een zwaargewonde tanksoldaat de medische post binnen. De man is verbrand, maar heeft nog wel hartslag. De artsen beginnen hem te opereren.
„Ineens had hij geen hartslag meer”, vertelt de legerpredikant die tijdens de operatie de voeten van de patiënt vasthield. „De twee artsen en verpleegkundigen begonnen te reanimeren, ik zag ze vechten voor zijn leven.” Morozoek staat bij de operatietafel hardop te bidden of God het leven van de tanksoldaat wil sparen. „De arts riep tegen mij: „Kapelaan, hárder bidden!” Even later kreeg de patiënt zijn hartslag terug.”
Voor de legerpredikant staat het vast. „God is heel dichtbij. Waar de dood dichtbij is, is Hij ook erg dichtbij. Een mens die in ijdelheid voortleeft, heeft God niet nodig. Maar in de moeilijkste omstandigheden van het leven rennen mensen soms naar Hem toe. Voor iedereen is het belangrijk in de buurt van Gods nabijheid te zijn.”
De legerpredikanten Viktor Morozoek (l.) en Igor Rozvodovski werken onder militairen aan het front in Oekraïne. beeld RD