De gemeente Amersfoort besteedt 100.000 euro aan het herstellen en versterken van de plaatselijke Joodse identiteit en cultuur. Onder meer onderzoekt ze hoe het synagogecomplex en de Joodse begraafplaatsen duurzaam behouden kunnen worden.
De bijdrage is een van de uitingen van „diepe spijt" tegenover de Joodse gemeenschap. Uit onderzoek bleek begin dit jaar dat de gemeente Amersfoort tijdens de Tweede Wereldoorlog, in opdracht van de Duitse bezetter, meewerkte aan het leeghalen van Joodse huizen en de opslag van inboedels, en aan de arrestatie van Joodse stadsgenoten. Terugkerende overlevenden werden kil en bureaucratisch behandeld.
„De gemeente heeft haar Joodse inwoners niet beschermd op de manier die zij hadden mogen verwachten", zegt burgemeester Lucas Bolsius. Hij noemt het handelen van de gemeente destijds „moreel laakbaar".
Het meeste geld gaat naar de Joodse Gemeente Amersfoort. Organisaties als Joods Welzijn en de Progressieve Joodse Gemeente Midden-Nederland ontvangen bijdragen voor hun inzet om onder meer met theater, muziek en culinaire activiteiten de Joodse identiteit en cultuur levend te houden.
Daarnaast steekt Amersfoort zo’n 60.000 euro in kennisontwikkeling en educatie, onder meer gericht op scholen. Een deel van het bedrag gaat naar de toerusting rondom antisemitisme van volwassenen “die op scholen en andere cruciale instellingen in contact staan met jongeren en volwassenen”.