We stonden in de afgelopen week weer stil bij de kerkhervorming (gekoppeld aan de symbolische datum 31 oktober 1517). Dankbaar terugblikkend kijken we meteen ook verlangend vooruit. Waar moeten we naar verlangen? Naar ”herhaling van de Reformatie”? Naar een ”nieuwe reformatie”? Laten we die termen eens kritisch bezien om de inhoud van ons verlangen te toetsen.
Wisselende scribenten over ontwikkelingen in kerk en maatschappij
Met instemming las ik het commentaar van de hoofdredactie onder de kop ”Kerkhervorming vraagt om herhaling” (RD 26-10). Met de strekking van dit commentaar ben ik het van harte eens: de onderlinge verdeeldheid van hen die staan op het gezamenlijke fundament van het Evangelie zoals door de reformatoren in de zestiende eeuw krachtig en helder verwoord, is kwalijk. Zij verduistert het goud van de Reformatie.
Toch plaats ik een kritische kanttekening bij het woordgebruik, als zou de kerkhervorming om een herhaling vragen. Naar mijn inzicht is ”herhaling” onmogelijk en onnodig.
Onmogelijk, omdat de geschiedenis zich niet laat overdoen. Hoezeer de reformatoren ook boven hun eigen tijd uitgetild werden door de Heilige Geest, Die scherp inzicht gaf in de kern van het Evangelie, ze bleven kinderen van hun tijd. Ze hadden onvermijdelijk hun eenzijdigheden en blinde vlekken. Denk bijvoorbeeld aan hun gebrek aan zicht op Gods voortgaande weg met het volk van de Joden of aan de geringe aandacht voor het missionaire karakter van de kerk in het perspectief van het Koninkrijk Gods.
Herhaling is bovendien onnodig, omdat de prediking van de kerkhervormers nog voluit actueel is. We zeggen toch ook niet dat de concilies van de Vroege Kerk waarop de grote beslissingen zijn gevallen rond de leer van de drie-eenheid van God en de twee naturen van Christus (Nicea 325; Constantinopel 381; Chalcedon 451) overgedaan moeten worden?
Zou het dan beter zijn om te spreken over de noodzaak van een ”hernieuwde reformatie” in plaats van een herhaalde reformatie? Nee, zeker niet. Want achter die terminologie verschuilt zich vaak de opvatting dat we in onze tijd andere zaken uit Gods Woord centraal zouden moeten stellen dan de kerkhervormers hebben gedaan. Het zou dan nu meer gaan om beantwoording van zinvragen (Waar leef ik voor? Wat is de zin van het lijden?), om bevrijding uit onderdrukking, om verzoening tussen verschillende groepen mensen, om heelheid van de schepping. En niet meer zozeer om de enige troost in leven en sterven, zoals zondag 1 van de Heidelberger daarover spreekt.
Laten we liever spreken over ”doorgaande” of ”voortgaande” reformatie. Prof. Cornelis Graafland, die indertijd zeer kritisch stond tegenover het proces ”Samen op Weg” (dat in 2004 leidde tot het ontstaan van de Protestantse Kerk in Nederland én in reactie daarop de Hersteld Hervormde Kerk), voerde een pleidooi voor ”Samen Terug”. Terugbuigen naar het hart van de Reformatie, de boodschap van de vreemde vrijspraak, de rechtvaardiging van de goddeloze door het geloof alleen. Om zo voort te gaan in hetzelfde spoor.
Zo’n voortgang betekent dan ook een voortdurend réveil: opwekkingen en stroomversnellingen van de Heilige Geest, Die verlevendigt en opfrist, zodat de gestolde lava weer vloeibaar wordt en het vuur vanonder de as omhoogvlamt. Veni Creator Spiritus. Kom, Schepper, Heilige Geest!
De auteur is emeritus hoogleraar gereformeerde spiritualiteit.