De inflatie in Nederland is in oktober licht opgelopen tot 3,6 procent op jaarbasis. Dat meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) in een snelle raming. In september koelde de inflatie nog af tot 3,5 procent, van 3,6 procent in augustus.
In september werd de lichte afkoeling van de inflatie vooral veroorzaakt door lagere prijzen van motorbrandstoffen. In oktober namen de prijzen van motorbrandstoffen echter minder sterk af dan een maand eerder. Voedingsmiddelen, dranken en tabak werden in oktober echter 6 procent duurder. Dat was evenveel als in september. De prijzen van diensten stegen iets minder hard met 5,4 procent, tegen 5,6 procent in september.
De Nederlandse inflatie op basis van de Europese geharmoniseerde rekenmethode bleef in oktober onveranderd op 3,3 procent. Die rekenmethode is net iets anders dan die van het CBS. Bij de binnen de Europese Unie afgesproken methode om de inflatie te meten, wordt geen rekening gehouden met de kosten voor het wonen in een eigen woning.
Later op de dag komt het Europese statistiekbureau Eurostat met cijfers over de inflatie in de eurozone in oktober. Die bedroeg in september 1,7 procent. De inflatie lag daarmee voor het eerst sinds april 2021 onder de doelstelling van 2 procent van de Europese Centrale Bank (ECB).
De ECB is al bezig de rente te verlagen, nu de inflatie steeds verder afneemt. Eerder deze maand werd de rente al voor de derde keer dit jaar verlaagd. Bij de volgende rentevergadering in december zal de ECB waarschijnlijk opnieuw de rente verlagen om het kwakkelende economische herstel in het eurogebied aanjagen.