Shell heeft zijn olie afgelopen kwartaal voor een duidelijk lagere prijs verkocht dan de voorgaande maanden, maar toch is de winst op peil gebleven. Anders dan branchegenoot BP, dat eerder deze week bekendmaakte maar een fractie van zijn miljardenwinst over te houden, maakte het in Londen gevestigde Shell ongeveer evenveel winst als een kwartaal eerder en evenveel als dezelfde periode vorig jaar. Toen waren de olieprijzen beduidend hoger.
Betere verkopen van onder meer vloeibaar gemaakt aardgas (lng) hielpen Shell bij het op peil houden van de inkomsten. Ook had het olie- en gasconcern minder last van eenmalige kostenposten, zoals afschrijvingen en reorganisatiekosten.
De bedrijfswinst kwam van juli tot en met september uit op 6 miljard dollar, omgerekend zo’n 5,5 miljard euro. Dat is veel meer dan verwacht en maar iets minder dan de 6,3 miljard dollar van het voorgaande kwartaal en de 6,2 miljard van een jaar eerder.
Shell ziet zich door de goede resultaten opnieuw in staat om aandeelhouders te belonen door voor 3,5 miljard dollar eigen aandelen in te kopen. Shell koos hier de afgelopen kwartalen al vaker voor, vooral sinds het aantreden van Wael Sawan als topman. Door eigen aandelen in te kopen neemt het aantal uitstaande aandelen af, waardoor toekomstige winst over minder aandelen verdeeld wordt.
Shell waarschuwde eerder deze maand al voor een flinke daling van de winstmarges op het raffineren van ruwe olie. Dat noemt het concern ook nu als tegenvaller, net als de lagere olieprijs en hogere kosten voor zijn werkzaamheden.
De prijs voor een vat Brentolie daalde in het derde kwartaal met 17 procent door de toenemende zorgen over de zwakke economie van China, de grootste importeur van olie ter wereld. In de eerste week van oktober lieten de olieprijzen wel een sterk herstel zien door de oplopende spanningen en oorlog in het Midden-Oosten, waardoor Shell dit lopende kwartaal mogelijk weer meer winst overhoudt. Shell kan de hogere inkoopprijs direct doorberekenen aan de pomp.