Israëlische parlement stemt voor verbod op UNRWA
Het Israëlische parlement stemde maandagavond in met een verbod op de VN-organisatie UNRWA. Dat betekent dat het agentschap zijn werk op de Westelijke Jordaanoever, in Gaza en Israël niet langer kan voortzetten. Internationaal klinkt er veel kritiek op het besluit.
Het aannemen van de wetgeving door de Knesset vond plaats slechts enkele dagen na de dood van Hamascommandant Mohammad Abu Itiwi. Hij kwam om bij een Israëlische aanval en gaf leiding aan de moord op en ontvoering van Israëliërs uit een schuilkelder langs de weg bij kibboets Re’im op 7 oktober vorig jaar. Sinds juli 2022 zou hij ook in dienst zijn geweest bij de VN-hulporganisatie.
Ook UNRWA –voluit United Nations Relief and Works Agency for Palestine Refugees in the Near East– zelf, die in 1949 werd opgericht om hulp te bieden aan een grote Palestijnse vluchtelingenstroom in het Midden-Oosten die was ontstaan na de stichting van de staat Israël in 1948, wordt ervan beschuldigd banden met Hamas te hebben. Volgens Israël zou zeker 10 procent van de 13.000 medewerkers –van wie het merendeel Palestijn is– bij terroristische groeperingen zijn aangesloten.
Schoolboeken
In februari onthulde de IDF het bestaan van een ondergronds Hamasdatacentrum direct onder het hoofdkwartier van UNRWA in de Gazastrook. Het Israëlische leger heeft ook herhaaldelijk commandocentra van Hamas en schutters die zich schuilhielden in UNRWA-scholen, aangevallen.
UNWRA lag ook voor 7 oktober al onder vuur. Israël zegt dat de organisatie een actieve rol speelt in haatzaaierij tegen de Joodse staat. Het Europees Parlement uitte in december nog forse kritiek op de antisemitische inhoud van Palestijnse schoolboeken die op UNRWA-scholen worden gebruikt.
De twee wetten, die met ruime meerderheid door de Knesset werden aangenomen, verbieden het UNWRA nog langer op Israëlisch grondgebied te opereren. Bovendien moeten de activiteiten van de VN-organisatie ook in de Gazastrook en de Westelijke Jordaanoever drastisch beperkt worden. Om dat bereiken, mogen overheidsvertegenwoordigers geen contact meer onderhouden met het agentschap en douaneambtenaren geen goederen meer verwerken die door de organisatie worden geïmporteerd.
Daarnaast zal Jeruzalem geen toegangsvergunningen meer verstrekken tot die gebieden en coördinatie met het Israëlische leger (IDF) niet toestaan. Dat maakt het voor UNWRA vrijwel onmogelijk zijn werk nog langer te doen.
Catastrofe
De internationale gemeenschap veroordeelt –ondanks de reputatie van UNWRA– de aangenomen wetgeving. De Verenigde Staten benadrukken dat de organisatie een „onvervangbare” rol speelt bij de humanitaire hulp. Ook de Britten betreuren de stap. Onlangs noemde VN-secretaris-generaal António Guterres de gevolgen van de wet „een catastrofe in wat al een regelrechte ramp is”.
In een vermoedelijke reactie op de internationale kritiek zei het kantoor van premier Benjamin Netanyahu dinsdag dat Israël bereid is samen te werken met internationale partners, zowel in de negentig dagen voordat de wetgeving van kracht wordt als daarna, om ervoor te zorgen dat humanitaire hulp de burgers van Gaza nog steeds zal bereiken.
Wie UNWRA moet vervangen, is onduidelijk. Wel is al langer bekend dat Israël de rol van de organisatie bij het leveren van humanitaire hulp probeert te beperken ten gunste van onder meer het Wereldvoedselprogramma en Unicef.
Overigens is het aannemen van de wetgeving ook voor Israël niet geheel zonder risico. Een van de mogelijke politieke acties bij de VN zou kunnen zijn het stemrecht van de Joodse staat bij de Algemene Vergadering te ontnemen.