Aanleiding voor het besluit, dat vrijdag werd bekendgemaakt, is dat „een groot aantal gemeenten en diaconieën” bezwaar heeft gemaakt tegen de beoogde regeling en revisieverzoeken heeft ingediend. Op grond daarvan wordt de regeling niet per 1 januari ingevoerd, zoals de bedoeling was.

De opschorting geldt tot het tijdstip waarop de bezwaartermijn tegen het eventuele nieuwe besluit dat de kleine synode op 13 december neemt, is verstreken. „Overigens is uitstel niet hetzelfde als afstel. Het is mogelijk dat de voorgestelde regeling overeind blijft, maar het kan ook zijn dat de kleine synode de genomen besluiten op één of meer elementen aanpast of een (andersoortig) nieuw besluit neemt”, aldus de PKN in een verklaring .

Plaatselijke gemeenten en diaconieën betalen jaarlijks een (verplichte) financiële bijdrage aan het bovenplaatselijke werk van de Protestantse Kerk. Doel van de aanpassing van de regeling was dat gemeenten „naar draagkracht, dus eerlijker, worden belast”.

De meeste gemeenten zouden op basis van de nieuwe regeling minder gaan betalen, gaf de PKN eerder aan . Voor gemeenten en diaconieën die als gevolg van de nieuwe regeling minimaal 10.000 euro extra moeten betalen, zou een overgangsregeling gelden. Landelijk zijn dat „ongeveer veertig gemeenten of diaconieën”.

Het moderamen van de generale synode is bevoegd de opschorting namens de kleine synode te besluiten, omdat er nu sprake is van een „spoedeisend belang”, gezien de geplande invoering per 1 januari.