Trump was in juli beschoten tijdens een campagnebijeenkomst in Butler (Pennsylvania). Hij raakte toen gewond aan zijn oor. Onderzoekers concluderen na gesprekken met betrokkenen en het bestuderen van duizenden documenten dat de Secret Service te bureaucratisch en inflexibel is geworden. Als niet wordt ingegrepen kan opnieuw een situatie als in Butler plaatsvinden, schrijven ze aan verantwoordelijk minister Alejandro Mayorkas (Binnenlandse Veiligheid).

Het incident in Butler leidde tot veel kritiek op de Secret Service en het vertrek van het hoofd van de dienst, Kimberly Cheatle. Volgens de onderzoekers zijn destijds veel fouten gemaakt. Zo bewaakte niemand het dak waar de schutter plaats kon nemen. De man kon voor hij het vuur opende bovendien met een drone op verkenning gaan. Dat was mogelijk doordat een antidronesysteem van de veiligheidsdienst urenlang niet werkte. Daarnaast verliep ook onderlinge communicatie voor de aanslag rommelig.

Het voorval staat niet op zichzelf. Trump lijkt twee maanden na de aanslag opnieuw aan de dood te zijn ontsnapt. Een schutter verstopte zich toen twaalf uur lang bij een golfbaan in West Palm Beach. Hij kon tijdig worden opgemerkt door een Secret Service-agent die voor Trump uitliep op de baan.

De onderzoekers doen een aantal aanbevelingen, zoals aanvullende trainingen en het centraliseren van de communicatie bij grote evenementen. Ze concluderen dat geldgebrek niet het probleem is. Het budget van de Secret Service schoot de afgelopen jaren omhoog, tot boven de 3 miljard dollar in 2024. „Zelfs met een onbeperkt budget zouden veel van de problemen van 13 juli niet opgelost zijn.”