Tijdens de eerste raadsvergadering in Rotterdam onder voorzitterschap van burgemeester Carola Schouten liepen de emoties hoog op. Er ontstond rumoer toen de coalitiepartijen een debat over de beëindiging van de LVV-regeling, de zogeheten bed-bad-broodregeling, wilden tegenhouden.
Oppositiepartijen waren het niet eens met dat voornemen. CDA-lid René Segers-Hoogendoorn greep naar een zwaar middel en vroeg een interpellatiedebat aan over het besluit om op 1 november te stoppen met de intake. Hij meende niet volledig te zijn geïnformeerd door het college over dit besluit. Andere oppositiepartijen vielen hem bij, dit tot grote ergernis van de coalitiepartijen Leefbaar Rotterdam, DENK, VVD en D66. Met het middel van een interpellatiedebat kan een raadslid alsnog een debat afdwingen over een zwaarwegend onderwerp.
Rotterdam stopt op 1 januari met die regeling en het college wil op 1 november stoppen met de intake van nieuwe ongedocumenteerde vreemdelingen. Oppositiepartijen vrezen dat met het einde van de LVV-regeling in Rotterdam, „de meest kwetsbare mensen” op straat komen te staan. De beslissing is in hun ogen ook in strijd met het Europees recht. Er is in de raad geen meerderheid om de LVV-regeling voort te zetten, maar er staat nog een commissiedebat op de agenda.
Schouten greep hard in toen raadsleden elkaar verwijten begonnen te maken en collega’s persoonlijk de maat probeerden te nemen. Ze ontnam enkele raadsleden het woord toen ze hier niet mee ophielden. De vergadering moest enkele keren worden gestaakt om de gemoederen tot bedaren te brengen.
Het CDA en oppositiepartijen GroenLinks, PvdA, 50PLUS, PvdD, SP, ChristenUnie, BIJ1 en Volt dienden een motie van afkeuring in tegen verantwoordelijk wethouder Faouzi Achbar (DENK). De partijen keuren de handelwijze, informatievoorziening en procesgang van de wethouder rond de LVV-opnamestop per 1 november af. De coalitiepartijen stemden tegen de motie, waarmee deze werd verworpen.