De Wet internationalisering in balans moet regelen dat maximaal een derde van de studiepunten van bacheloropleidingen mag worden aangeboden in een andere taal dan het Nederlands. Bruins hoopt de Nederlandse taalvaardigheid te verbeteren en de verengelsing van het onderwijs tegen te gaan. De bewindsman beoogt bovendien het aantal buitenlandse studenten omlaag te brengen. „De grote instroom zet onder andere de studentenhuisvesting onder druk, zorgt voor overvolle collegezalen en hoge druk op docenten”, motiveert hij.

Hogescholen en universiteiten mogen in uitzonderingsgevallen afwijken van deze norm. Dat kan bijvoorbeeld als het voor de arbeidsmarkt belangrijk is dat een opleiding in het Engels wordt aangeboden. „Ik wil er echter voor waken dat de uitzondering opnieuw de regel wordt”, schrijft Bruins in een Kamerbrief. Daarom wil hij deze uitzonderingsgevallen strenger formuleren.

Zo mag slechts een klein aantal opleidingen een uitzonderingspositie worden toegekend omdat deze internationaal gezien een unieke positie hebben. Bovendien wordt een uitzondering niet vanzelfsprekend als studies worden aangeboden in krimpregio’s of opleiden voor vakken in tekortsectoren.

De coalitiepartijen hebben in het hoofdlijnenakkoord afgesproken om op den duur 293 miljoen euro per jaar te bezuinigen door het aantal internationale studenten omlaag te brengen. De maatregelen in de genoemde wet zijn volgens Bruins „niet voldoende” om dit voor elkaar te krijgen. Hij verwacht daarom „kritische keuzes” van universiteiten en hogescholen en wil hierover afspraken maken.

De onderwijsinstellingen krijgen binnenkort een nieuw middel om het aantal internationale studenten omlaag te brengen. Tot voor kort was het alleen mogelijk om een maximumaantal studenten toe te laten op de Engelstalige variant van een opleiding als datzelfde maximum van toepassing werd op de Nederlandstalige variant. Op verzoek van de Tweede Kamer wordt het vanaf volgend jaar mogelijk om alleen voor de Engelse studie zo’n numerus fixus in te stellen.