Bogota: verkeersdeelname is hachelijke onderneming
De eerste keer dat ik op de snelweg reisde in Colombia, waande ik me in Engeland. Van personenauto tot vrachtwagencombinatie, allemaal reden ze op de linkerbaan. Wilden ze erlangs, dan gaven ze gas en haalden rechtsom in, zoals het een Brit betaamt. Ware het niet dat het verkeer in Colombia rechts rijdt.
„Waarom rijd je links?” vroeg ik aan mijn vriend, die precies hetzelfde rijgedrag vertoonde. „Dat is sneller”, antwoordde hij gedecideerd, terwijl hij langs de zoveelste opstopping heen slalomde. In de Colombiaanse logica is de linker rijbaan niet om in te halen, maar om sneller te zijn. En omdat iedereen snel wil zijn, rijden ze allemaal daar. Als gevolg staan ze altijd in de file, en gebeuren er geregeld ongelukken omdat je voortdurend wordt ingehaald door iemand die in je dode hoek zit.
In Nederland zijn we gewend dat iedereen zich min of meer aan de verkeersregels houdt. In Colombia gelden alleen de wetten van de chaos. Regels zijn om gebroken te worden, of om op jouw manier te interpreteren. Zoals het principe van voorrang: in de Colombiaanse perceptie neem je voorrang, in plaats van dat te krijgen. Zoals taxichauffeurs die op een kruising niet kijken of ze door kunnen rijden, maar simpelweg toeteren om anderen tot stoppen te brengen. Willen ze afslaan, dan steken ze hun arm uit het raam en gooien de auto er abrupt tussen, zonder in de achteruitkijkspiegel te kijken. Staat er ergens een paaltje dat de doorgang belemmert? Dan rijdt een vastbesloten Colombiaan dat in luttele tijd plat om de weg weer vrij te maken. Drempels zijn dan weer lastiger te omzeilen, en heten daarom ”liggende politiemannen” in de volksmond.
Nu moeten Colombianen net als in Nederland een theorie-examen afleggen voor hun rijbewijs. Maar anders dan in Nederland, kan je dat examen ook gewoon kopen __ van een corrupte ambtenaar. Het zal dan ook weinig verbazen dat niemand zich al te veel van de verkeersregels aantrekt.
Als Nederlandse kan ik maar moeilijk wennen aan die wetteloosheid. „Rechtdoor gaat voor!” roep ik nog steeds verontwaardigd naar de zoveelste auto die me de pas afsnijdt, wanneer ik ergens een weg oversteek. Het idee van zelf autorijden heb ik daarom al een tijd geleden opgegeven. Te gevaarlijk, te frustrerend.
Maar ook op de fiets, mijn belangrijkste vervoersmiddel in hoofdstad Bogota, verlang ik vaak terug naar de Nederlandse geordendheid. Fietsende Colombianen zijn minstens zo roekeloos als automobilisten. Met als verschil dat ze niet toeteren wanneer ze je (links en rechts) voorbijstuiven. Dat leidde al meerdere malen tot valpartijen de afgelopen jaren.
Wanneer ik me beklaag bij Colombiaanse vrienden halen ze hun schouders op. Ik moet de zaken wat meer op hun beloop laten, dan komt het allemaal goed, bezweren ze me. En een helm kopen.
__