In alle discussies rond asiel en migratie en over nood- en spoedwet zou één aspect zomaar wat uit het blikveld kunnen verdwijnen: het mentale en psychische welzijn van jonge vluchtelingenkinderen in Nederland. Toch mag dat niet gebeuren.
De inhoud van de brandbrief die een Drentse GGD-arts deze week schreef, is helder: „Plaats bij een doorstart van de noodopvang in Assen geen asielgezinnen met kinderen meer.” De hartenkreet is gericht aan het managementteam van de Expo Hal in Assen – een voormalige evenementenlocatie die sinds vorig jaar fungeert als wachtkamer om het aanmeldcentrum in Ter Apel te ontlasten.
De arts zegt zich ernstige zorgen te maken over de psychische gezondheid van de ruim honderd vluchtelingenkinderen die in het centrum in Assen verblijven. Zij zouden zich niet veilig voelen, niet naar school gaan en niet kunnen sporten. En dat terwijl die zaken juist essentieel zijn om mogelijk traumatische of heftige gebeurtenissen te verwerken.
De deze week gepromoveerde onderzoeker Hanneke Leeuwestein slaat op hetzelfde aambeeld. Zij deed onderzoek onder 136 jonge vluchtelingenkinderen tussen de vier en acht jaar en vergeleek hun welzijn met dat van leeftijdsgenootjes zonder asielachtergrond. Haar conclusie is helder. Jonge vluchtelingenkinderen in Nederland hebben minder vriendjes, een lager zelfbeeld en minder vaardigheden om hun gedrag te reguleren. Dat is zorgelijk, want juist dat soort zaken helpt bij het verwerken van ingrijpende gebeurtenissen, concludeert ze.
De vele en vaak niet op tijd aangekondigde verhuizingen, in combinatie met de lange asielaanvraagprocedures en de onzekerheid over de uitkomsten daarvan, voegen veel stress toe aan het leven van jonge vluchtelingenkinderen, constateert Leeuwestein. Ze merkt dat leerkrachten weliswaar hun best doen deze groep kinderen op school rust, structuur en veiligheid te bieden, maar dat de bovengenoemde problemen hen daarin belemmeren.
Dat is niet een geheel nieuw geluid. Al in maart 2023 hamerden deskundigen uit onderwijs en jeugdgezondheidszorg erop dat het afgelopen moest zijn met de zinloze verplaatsingen van kinderen in de asielopvang, juist omdat dat zorgt voor onnodige ontwikkelingsschade en psychosociale problematiek. Een stabiele, kindvriendelijke en veilige opvang voor kinderen was volgens hen nodig.
Nu, anderhalf jaar later, blijkt op dat vlak geen fundamentele verandering te hebben plaatsgevonden – terwijl het thema asiel en migratie hoog op de politieke agenda staat. Dat is schrijnend; de positie van jonge vluchtelingenkinderen vraagt meer aandacht.
Natuurlijk; het asieldebat is ingewikkeld en de Nederlandse overheid draagt niet alleen de verantwoordelijkheid voor het welbevinden van jonge vluchtelingenkinderen. Tegelijkertijd kan worden gesteld dat het huidige beleid momenteel faalt in het beschermen van deze meest kwetsbare doelgroep, alle goede bedoelingen ten spijt. Goede opvanglocaties en veilige omstandigheden zijn immers geen luxe, maar een basisvoorwaarde voor het welbevinden. Zeker voor kinderen, de meest kwetsbare doelgroep die zomaar over het hoofd kan worden gezien.