Noord-Korea prijkte vorige week weer als nummer een op de Ranglijst Christenvervolging die de Stichting Open Doors ieder jaar samenstelt. Reikhalzend kijken de burgers in dit land -en zeker de vervolgde christenen- uit naar de bevrijding van dit onderdrukkende regime. Waarnemers zien tekenen dat die bevrijding nabij is. Of is de wens de vader van hun gedachten?
„Er is iets gaande, maar wát precies is moeilijk te zeggen.” Met dit zinnetje typeerde een mensenrechtenactivist onlangs zijn gevoelens over ontwikkelingen in Noord-Korea. Signalen zijn er onmiskenbaar. Dinsdag nog meldde de Britse Korea-kenner dr. Aidan Foster-Carter dat de voor woensdag geplande zitting van het Opperste Volkscongres tot nader order was uitgesteld. Sinds 1999 komt dit orgaan met 687 jaknikkers voor één dag bijeen, maar dit keer dus niet. Is er soms verdeeldheid aan de top, die niet openbaar mag komen, vraagt Foster-Carter zich af.
Een ander signaal kwam begin vorige maand. Toen liet dictator Kim Jong Il weten dat een van zijn zoons hem zal gaan opvolgen. Iedereen vroeg zich af waarom hij juist nú met deze aankondiging kwam. Was het soms om stabiliteit en continuïteit te suggereren, terwijl achter die façade het regime afbrokkelde? Welke van zijn drie zoons zou hem trouwens moeten opvolgen?
Kims oudste zoon, Kim Jong Nam, geboren uit een relatie met de toneelspeelster Song Hye Rim, zou het eerst in aanmerking komen, maar zou het bij zijn vader hebben verbruid nadat hij in Tokio als een gokkende losbol en in het bezit van een vals paspoort was opgepakt.
Dan zijn er nog Kim Jong Chol (25) en Kim Jong Un (23). Beiden zijn geboren uit een relatie van Kim met de danseres Ko Yong Hui. De vrouw overleed afgelopen zomer, en daardoor zou de strijd om de opvolging zijn opgelaaid, omdat zij vierkant achter een van haar zoons stond om hun vader op te volgen.
Vorig jaar waren er ernstige fricties in de partijtop, mede vanwege de opvolgingskwestie. Kim Jong Il zette in april zijn ambitieuze zwager Chang Song Taek uit de partij - Chang was op dat moment notabene de op een na hoogste man binnen de partijhiërarchie. Hij zou hebben geprobeerd een militaire kliek rondom zich te vormen om zo Kim te dwingen zijn geadopteerde zoon als opvolger te aanvaarden: de 34-jarige Kim Jang Hyun, een onechte zoon van Kim Jong Ils vader, wijlen Kim Il Sung. Uit andere bronnen komt het verhaal dat Kim Jong Ils favoriet voor zijn opvolging, zijn zoon Kim Jong Chol, vorig jaar een vuurgevecht heeft geleverd met deze Kim Jang Hyun.
Weer andere signalen kwamen van Roy Browning. Deze Amerikaanse zakenman woont in een flat in de Chinese grensstad Dandong. Vanuit zijn appartement kijkt hij uit over het Noord-Koreaanse grensgebied, aan de overkant van de rivier de Yalu. En wat constateerde Browning? Dat de doorgaans dichtgetimmerde grens steeds poreuzer wordt, waardoor er steeds meer Noord-Koreanen naar China vluchten. Ook de grenshandel neemt er sterk toe. Meer Noord-Koreaanse vrachtwagens dan ooit wachten om de brug over de Yalu te nemen, richting Dandong. Doorgaans zijn dat tien tot vijftien vrachtwagens per week, nu telde Browning er tussen de zestig en de zeventig per dag.
„Contacten” hadden hem verteld dat Noord-Korea in toenemende mate door het militaire apparaat wordt bestuurd. Ze spraken, aldus Browning, zelfs van een „dramatische verzwakking” van Kim Jong Ils macht ten gunste van de generaals. De christelijke mensrechtenactivist (en predikant) Douglas Shin meldde al voor hem subtiele herformuleringen in de Noord-Koreaanse staatsmedia - meer loftuitingen voor de militairen, minder voor Kim. En van een hooggeplaatste functionaris had hij zelfs vernomen dat „een groep militairen Kim al aan de kant hadden geschoven.”
En dan waren er nog de op muren gespoten protestteksten die vorig jaar de wereldpers haalden. Ook het bericht dat portretten van Kim Jong Il uit tal van zalen waren verwijderd, is later door meerdere getuigen bevestigd - onder anderen door contacten van zakenman Browning.
Ten slotte was daar op 22 april de enorme explosie op het treinstation van de grensstad Ryongchon. Steeds meer waarnemers vermoeden dat het geen ongeluk, maar een mislukte aanslag is geweest. De trein met Kim Jong Il erin was immers enkele uren eerder het station gepasseerd.
Dat er binnen de top strijd geleverd wordt is zonneklaar voor Korea-watcher dr. Soyoung Kwon en europarlementariër Glyn Ford, zo valt althans te lezen in hun nogal optimistisch getoonzette essay ”Reading North Korean Ruins”. Kim Jong Il heeft zich geschaard achter een hervormingsprogramma, stellen ze. Maar omdat dat niet strookt met de orthodoxe partijideologie heeft Kim afgelopen december een ingrijpende partijreorganisatie doorgevoerd. Doel was de partij de mond te snoeren op het terrein van militaire zaken en economisch en agrarisch beleid - twee terreinen waarop sinds juli 1992 hervormingen (in de zin van beperkte marktwerking) zijn doorgevoerd.
Het al eerder genoemde ontslag van Kims zwager -Chang Song Taek- hield volgens hen ook verband met diens verzet tegen het hervormingsbeleid (en dus niet enkel met opvolgingsperikelen).
Meer macht voor het leger, minder voor de partij. Dat is ook wat Noord-Korea-kenner Yoel Sano signaleert. Er heeft volgens hem de afgelopen tien jaar een stille machtsgreep plaatsgevonden, waarbij de militairen steeds meer macht naar zich hebben toegetrokken. Kims introductie van zijn ”Militairen Eerst”-beleid (Songun-beleid) was daarvan de opmaat. Alleen staat voor Sano nog niet vast of die machtsverschuiving ook goed is voor de Noord-Koreanen. Sano: „Kim heerst over het land in zijn functie van voorzitter van het Nationale Defensiecomité, als opperbevelhebber van de strijdkrachten en als secretaris-general van de partij. Maar van deze drie functies zijn de eerste twee militaire posten het belangrijkst.” En dat wil hij weten ook, aldus Sano: „Van Kims 87 publieke optredens in 2004 hield tweederde verband met militaire zaken.”
Dat alleen het leger Kims bewind kan omverwerpen weet de dictator zelf drommels goed, vandaar dat hij zijn greep op de gelaarsde mannen de afgelopen jaren drastisch heeft versterkt. Meer dan 1100 getrouwen heeft hij sinds 1992 tot generaal gepromoveerd, en daarmee heeft het Noord-Koreaanse leger de grootste generaalsdichtheid ter wereld (1400 in totaal). Toch zijn er in de afgelopen vijftien jaar ten minste twee couppogingen geweest, weet Sano, in 1991 (of 1992) en in 1995. Een tiental generaals dat zijn opleiding in de Sovjet-Unie hadden gehad en door Gorbatsjovs perestroikadenken was gegrepen, vatte het plan om de twee Kims te vermoorden, om vervolgens van Noord-Korea een open en modern land te maken. De tweede poging bekende poging was in 1995, het eerste regeringsjaar van Kim Jong Il. Officieren van het Zesde Legerkorps in de noordelijke provincie Hamgyong vatten het plan op om op te rukken naar de hoofdstad Pyongyang. Het plan lekte voortijdig uit en de beramers zouden op gruwelijke wijze publiekelijk zijn geëxecuteerd (ze zouden levend zijn verbrand).
De explosie op het treinstation van Ryongyong was voor Sano een mogelijk derde moordpoging. Het plotselinge ontslag van minister van Publieke Veiligheid, Choe Ryong Su, doet vermoeden dat er meer aan de hand was dan een ongeluk.
Als Kim Jong Il het veld ruimt, dan gebeurt dat door middel van een militaire coup, is Sano’s overtuiging. Er zijn dan twee mogelijkheden. Of er vindt een hervormingsgezinde coup plaats die Noord-Korea moet bevrijden van zijn rigide systeem. Onder leiding van een militaire junta wordt het land vervolgens geopend en de economie gemoderniseerd. De wijze waarop in Zuid-Korea in 1961 generaal Park de macht greep en het land op dictatoriale wijze moderniseerde zou een voorbeeld voor het noorden kunnen zijn.
Sano verwacht dat het vooral officieren uit de middelste en de lagere regionen zullen zijn die tot zo’n coup het initiatief zullen nemen, omdat zij niets te winnen hebben bij handhaving van het huidige systeem (waarin alleen de top exclusieve voordelen geniet). Een andere categorie coupplegers zouden de conservatieve haviken kunnen zijn, dus degenen die zich juist verzetten tegen verandering. Zodra Kim Jong Il te veel concessies zou doen aan de Verenigde Staten inzake het Noord-Koreaanse kernwapenprogramma, zouden deze doorgaans oude mannen kunnen toeslaan. Sano noemt Bush’ eis van CVID -Complete, Verifiable and Irreversable Dismantling (complete, controleerbare en onomkeerbare ontmanteling van het kernwapenprogramma), riskant: stemt Kim hiermee in, dan krijgt hij problemen met het leger.
Sano hoopt dat de verjonging van het militair apparaat uiteindelijk zal leiden tot een gematigdere opstelling van de strijdkrachten. Nu nog bestaan de hoogste bazen uit mannen van in de 70 die de Koreaanse Oorlog nog hebben meegemaakt. Hun weerzin tegen Amerika komt van diep uit hun tenen. Een jongere generatie -de vijftigers en de zestigers- hebben dat oorlogsverleden niet. Maar vanwege de jarenlange indoctrinatie zullen de Amerikanen ook bij hen door heel wat antiamerikanisme heen moeten zien te komen om hen als mogelijke partners in plaats van rivalen de hand te kunnen schudden.