Premier Dick Schoof neemt in pittige bewoordingen afstand van het verzoek van de PVV-fractie in de Tweede Kamer om de Amsterdamse burgemeester Halsema te ontslaan.
„Laat ik klip-en-klaar zijn. Het gaat echt veel te ver om in de Tweede Kamer te vragen om het ontslag van een van onze burgemeesters om politieke redenen”, zo stelde minister-president Schoof woensdag aan het begin van de begrotingsbehandeling van het ministerie van Algemene Zaken in de Tweede Kamer.
Schoof zag zich genoodzaakt een verklaring af te leggen vanwege de ophef die woensdag in de Kamer ontstond toen PVV-Kamerlid Marco Deen, tijdens de begrotingsbehandeling van het ministerie van Binnenlandse Zaken, voor het ontslag van Halsema pleitte. Hij vindt dat Halsema „moreel is ontspoord” door in de buurt van de herdenking van de barbaarse daden van Hamas op 7 oktober vorig jaar in Israël, een demonstratie toe te staan van activisten die de herdenking wilden verstoren.
Volgens Deen geeft Halsema geen blijk van zelflerend vermogen. Bij de opening van het Amsterdamse Holocaustmuseum, in maart dit jaar, verstoorden activisten met hun geschreeuw ook al een plechtigheid.
Zoals het er nu uitziet, krijgt Deen geen enkele steun voor zijn verzoek. Sommige partijen delen wel zijn standpunt dat Halsema een foute beslissing nam door de demonstratie in de buurt van de herdenking toe te staan, maar alle fracties vinden dat Halsema over haar besluit geen verantwoording schuldig is aan de Tweede Kamer, maar aan de gemeenteraad van Amsterdam. Minister Judith Uitermark van Binnenlandse Zaken noemde het verzoek woensdag „ongepast”.