Sommige rechtse politici uitten zich kritisch op burgemeester Femke Halsema, die een anti-Israël-demonstratie toeliet in Amsterdam. Dat mocht in de buurt van de herdenking van de terreuraanval door Hamas op Israël, maandag een jaar geleden. Bij die aanval werden 1200 mensen gedood. De tegendemonstranten spreken zich uit tegen de reactie van Israël en de aanvallen op Gaza. „Het land uit met dat tuig”, schreef Wilders daarover. „En Halsema mag mee.”

Bestuurders en politici reageerden boos op de suggestie van de leider van de grootste coalitiepartij om een burgemeester uit te zetten. Het kabinet zei in reactie alle burgemeesters te steunen, dus ook Halsema. Gevraagd naar de uitlatingen van haar coalitiepartner, zei Van der Plas: „Ik vind het echt niet normaal dat het over een tweet van Geert Wilders gaat, terwijl dít in onze maatschappij aan de gang is.” Ze wijst op de antisemitische leuzen en acties van sommige demonstranten. Uit verscheidene onderzoeken blijkt ook dat Jodenhaat in het afgelopen jaar sterk is toegenomen.

Daar moet het wat Van der Plas betreft over gaan. Dat betekent ook dat ze niet wil reageren op de oproep van Wilders om een burgemeester uit te zwaaien. „En alle andere vragen over wat vindt u van dit, van de tweet van Geert, noem alles maar op… We moeten het in Nederland gewoon breed hebben over antisemitisme.”

Ze noemt het „onbestaanbaar dat daar niet gewoon breeduit over wordt geschreven”. In bijna alle kranten was de afgelopen dagen aandacht voor de toenemende Jodenhaat, evenals in veel tv-programma’s. Ook in de Tweede Kamer komt het onderwerp vaak ter sprake. Dinsdag werd de haat tegen Joden bijvoorbeeld besproken in het mondelinge vragenuur.