”Onbekeerd” staat niet in de Bijbel
God geeft bekering of God bekeert mensen. Het eerste vinden wij in Handelingen 11:18. Het laatste is enkel indirect te vinden en dan slechts in wensende zin (Jeremia 31:18 en Klaagliederen 5:21). Wel vinden we dat God mensen wederbaart of een nieuw hart geeft. Zonder dat is men ”onbekeerd”.
Maar ”onbekeerd” staat niet zo in de Bijbel. Wel dat de mens in het paradijs zich 180 graden van God heeft afgekeerd. Dat ”afgekeerd zijn” is actief dood zijn in zonden en misdaden (Efeze 2:1). Dynamisch dus. Terwijl de term onbekeerd duidt op iets statisch, neutraals. Iets wat je bent in plaats van wat je doet. Maar dat is het juist niet. Binnen het kerkelijk leven is er de tendens om onbekeerd als een soort objectieve zaak te beoordelen. Men is dan ”eerlijk onbekeerd”. Oftewel, je kunt er toch ook niks aan doen als God niet ingrijpt in een mensenleven. Er moet een wonder passeren. En als dat wonder niet passeert, dan kun je eerlijk onbekeerd blijven. Maar dat is een totale omkering van de Bijbelse waarheid.
Gave en plicht
Juist in de Bijbel lezen we allerlei andere woordcombinaties, zoals: godvrezenden en goddelozen, rechtvaardigen en onrechtvaardigen, enzovoorts. Onbekeerden versus bekeerden komen we zo niet tegen. Voor bekering staat in het Nieuwe Testament en in de Griekse vertaling van het Oude Testament het woord ”epistrofon” (teruggebracht worden of omkeren). Ook ”metanoia” (berouw, inkeer) komt voor. Zo is dat gegaan met de verloren zoon die tot inkeer kwam. Bekering is dus –samen met het geloof– een gave Gods.
Dat doet niets af aan de plicht tot geloven. Onze vaderen benadrukten dat ook (zie de dissertatie van Johan Mouthaan (RD 11-7)). „Bekeer u en geloof het Evangelie” is een bevel. Wel zijn er „onbekeerlijken van hart" (Romeinen 2:5. Maar dit staat zo één keer in de Bijbel.
Omdraaien
Op de snelweg dienen we ons aan de rijrichting te houden. Doen we dat niet, dan maken we ons schuldig aan het vijfde gebod. Zo is het ook met ”bekeert u”. Als een automobilist tegen de stroom in begint te rijden, dan wordt hij gewaarschuwd: ”Ga terug". Rijdt hij door, dan is hij niet onbekeerd maar ”onomgekeerd!” Er zijn dus maar twee opties: of doorrijden in de verkeerde richting of omkeren en dan terugkeren in de goede richting.
De automobilist die door blijft rijden, blijft dus actief doorrijden. Zo is het geestelijk ook. Onbekeerd zijn is dus niet iets passiefs maar een actief doorrijden de verkeerde kant op. En bekering is dan de omkering van de mens terug naar God. Uiteraard met inachtneming van verschillende manieren waarop God, naar Zijn vrijmacht, de mens tot Zich trekt.
Zwart-wit
Het is waar dat bekering, geloof en gehoorzaamheid betrachten niet alleen nauw verbonden zijn met wat God heeft voorzien maar ook met wat Hij heeft bepaald. Toch blijft de plicht tot geloven. Dat wordt door oudvaders als een bevel gezien. Laten we daarom oppassen met de term ”onbekeerd”. Christus zegt het anders: „Wie niet met Mij is, die is tegen Mij” (Mattheüs 12:30). Neutraliteit ten opzichte van God bestaat niet.
De auteur is belijdend lid van de Gereformeerde Gemeenten.