Kerk & religieSamen zingen met Luther
Samen zingen met Luther in Epe: „Dichtvuur reformator is aan de brandstapel ontstoken”

”Samen zingen met Luther”. Onder dit thema hield het Reformatorisch Dagblad vrijdagavond een zangavond in de Grote Kerk van Epe.

Arie van Elst
Een nagenoeg gevulde Grote Kerk in Epe. Achter de katheder ds. A. Baas. beeld André Dorst
Een nagenoeg gevulde Grote Kerk in Epe. Achter de katheder ds. A. Baas. beeld André Dorst

De nagenoeg volle kerk laat zien dat Luthers liederen na vijfhonderd jaar nog volop op belangstelling kunnen rekenen. In 1524 verscheen Luthers eerste liedboek, het: ”Achtliederbuch”. „We staan hierbij aan het begin van een rijke kerkliedtraditie”, legt muziekredacteur Jaco van der Knijff de aanwezigen uit. Omdat de calvinistische traditie zich kenmerkt door het zingen van de psalmen is een belangrijk deel van Luthers kerkliederen buiten het blikveld van de gereformeerde gezindte gebleven, aldus Van der Knijff. Uitzondering hierop is Luthers berijming van het ”Gebed des Heeren”, deze is opgenomen in de ”Enige Gezangen”.

Ds. A. Baas mediteert over Psalm 118. beeld André Dorst

Psalm 118

Als de eerste vijf coupletten van het ”Gebed des Heeren” gezongen zijn, mediteert ds. A. Baas, hervormd emeritus predikant, over Psalm 118. „Luther las deze psalm graag. Wie de dichter van de psalm is, weten we niet. Mogen we er door genade onze eigen naam boven zetten? Zodat het onze belijdenis mag worden: „Ik zal niet sterven, maar leven.””

Sterven is heel dichtbij. De dood zit in mijn huid en wegwerpen kunnen we hem niet, aldus ds. Baas. „De dichter van Psalm 118 zingt hem weg. De treurzang van de dood wordt overstemd. Zo deed Luther ook. Hij zingt over de God van het leven.”

„De dichter van Psalm 118 zingt de dood weg” - Ds. A. Baas, hervormd emeritus predikant

De predikant memoreert aan een zwaarmoedige periode in Luthers leven: „Toen Luther een zwaarmoedige periode doormaakte, besloot zijn vrouw Katherina de luiken van het klooster in Wittenberg te sluiten. Ze zei: Als ik jou zo zie, geloof ik niet dat Jezus uit de dood is opgestaan. Daarop opende Luther de luiken en schreef een bewerking van het paaslied ”Christ ist erstanden”.”

Niet alleen Luther zong deze psalm. Ds. Baas vervolgt: „Psalm 118 is gezongen door Christus in de nacht voor Zijn lijden. Jezus zingt terwijl God ten gerichte nadert. Hij zingt: „Ik zal niet sterven, maar leven.” Dat is het geheim van de verzoening: Hij voor mij. Wie dat verstaat, gaat ervan zingen. Samen met Luther en met al de heiligen die ons zijn voorgegaan.”

Jaco van der Knijff, muziekredacteur van het Reformatorisch Dagblad

Vater unser

Na de andere vijf coupletten van het ”Gebed des Heeren” licht Van der Knijff het ontstaan van dit lied toe. „Het ”Vater unser im Himmelreich” is het Lutherlied waar wij het meest vertrouwd mee zijn. Deze berijming van het Onze Vader verscheen in 1539 omdat Luther de kernen uit zijn catechismus wilde vertolken. Hij ziet zingen als een manier om het geloof door te geven.”

Luthers eerste lied is ontstaan naar aanleiding van de veroordeling van twee Augustijner monniken in Brussel in juli 1523: Jan van Essen en Hendrik Voes. Als Luther hiervan hoort, schrijft hij het lied ”Ein neues Lied wir heben an”. „Luthers dichtvuur is aan de brandstapel ontstoken”, aldus Van der Knijff. „Dit lied is geen klaagzang, maar een klaroenstoot. God heeft grote dingen gedaan in Brussel.”

„Luthers dichtvuur is aan de brandstapel ontstoken” - Jaco van der Knijff, muziekredacteur Reformatorisch Dagblad

Naarmate de hervorming voortgaat, ontstaat bij Luther het verlangen om ook de eredienst te hervormen. Als Augustijner monnik is hij vertrouwd met de psalmen. Eind 1523 schrijft hij een brief aan Georg Spalatin, secretaris van de keurvorst van Saksen, over zijn plan om de psalmen in de volkstaal te berijmen. De berijming van Psalm 130, een boetepsalm, kreeg als titel ”Aus tiefer Not schrei ich zu dir”. Van der Knijff zingt de beginregel voor: „De lange beginnoot vertolkt de roep van de dichter.”

Dick Sanderman begeleidde de samenzang. beeld André Dorst

Volgens Van der Knijff maakte Luther dankbaar gebruik van de liederen die de traditie aanreikt. Zo is de melodie van een berijming van de Tien Geboden afkomstig van een middeleeuws bedevaartslied. „Het leven naar Gods geboden is de ware pelgrimstocht van de kerk.”

Natuurlijk kan Luthers meest bekend geworden lied, ”Ein feste Burg ist unser Gott”, deze avond niet ontbreken. Van der Knijff: „Velen denken hierbij aan een stoer en statig, niet-ritmisch gezongen lied. Oorspronkelijk is het juist opgewekt en lichtvoetig. Het lied heeft een proclamerende toon. Als berijming van Psalm 46 biedt het houvast in zware tijden. God te belijden als een vaste Burcht en Toevlucht. Wanneer Luther dit lied dichtte, is niet bekend. Het is een troostlied in de strijd met de vijand. Gods Woord alleen houdt stand.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer