De twee met elkaar rivaliserende parlementen in Libië hebben toch een akkoord bereikt over de zeggenschap over de centrale bank in de hoofdstad Tripoli. Er is een akkoord over een nieuwe interim-gouverneur van de bank en over een plaatsvervangend gouverneur. In de slepende strijd in het Noord-Afrikaanse land is de verkoop van olie en het beheer van de olie-inkomsten door de bank een van de belangrijkste twistpunten. De burgeroorlog draait vooral om een historische machtsstrijd tussen de westelijke regio Tripolitanië en de oostelijke regio Cyrenaica.
In het oosten wordt veel olie gewonnen en die komt voor zover mogelijk op de internationale markt. Volgens de internationale regels wordt betaald aan de centrale bank, maar die is in het westen, waar de internationaal erkende „regering van nationale eenheid” zetelt. De machthebbers in het oosten die zich „regering van nationale stabiliteit” noemen, krijgen zo niet direct het geld voor de verkoop van hun olie. Die is dan ook uit protest voor het grootste deel stilgelegd tijdens de ruzie over wie de centrale bank leidt.
De Verenigde Naties zijn al heel lang betrokken bij pogingen de geschillen te regelen. Met het nieuwe akkoord zou de centrale bank weer kunnen functioneren en voor de import van noodzakelijke behoeften in het land zorgen. In het oosten zou de olie-export weer goed op gang kunnen komen.