De Evangelische Kirche Bremen (BEK) hervat de tuchtprocedure tegen de Bremer predikant ds. Olaf Latzel.
Dat maakte woordvoerder Frank Lenk van de BEK vorige week bekend. De BEK heeft unaniem besloten om opnieuw te gaan onderzoeken of er tucht uitgeoefend moet worden tegen ds. Latzel worden en zo ja, wat deze dan zou moeten inhouden.
Daartoe heeft de BEK een onderzoeker aangesteld. Die zal niet alleen ds. Latzel gaan horen, maar ook „verschillende groepen en individuen buiten de formele tuchtprocedure om”. Uit deze gesprekken wil de BEK proberen op te maken „hoe belangrijk diversiteit is voor veel mensen in onze kerk”. De BEK verwacht dat het onderzoek lang gaat duren. Zolang dit onderzoek nog niet tot een conclusie heeft geleid, kan ds. Latzel zijn ambtelijke werk gewoon blijven uitvoeren.
De kerk startte vier jaar geleden al een tuchtprocedure tegen de predikant van de St.-Martinigemeente, nadat ds. Latzel in 2020 door het Amtsgericht Bremen tot een geldboete van 8100 euro was veroordeeld vanwege uitspraken die hij had gedaan over homoseksualiteit en gender. In december 2020 werd ds. Latzel daarom door de BEK voorlopig geschorst. Die schorsing trok de kerkleiding echter in april 2021 weer in, omdat ds. Latzel bij het Landgericht Bremen in hoger beroep was gegaan.
Inmiddels is de wereldlijke rechtsgang beëindigd. Op 28 augustus trof ds. Latzel een schikking met het openbaar ministerie. Die houdt in dat de 56-jarige predikant als een soort van boete 5000 euro betaalt aan het ”Rat&Tat-Zentrum für queeres Leben” in Bremen.
Nu op deze wijze, zonder een inhoudelijke uitspraak, een einde is gekomen aan de wereldlijke rechtsgang, pakt de BEK de vraag naar eventuele kerkelijke tuchtuitoefening weer op.