Kerk & religieDs. Latzel
Jurist René de Groot betreurt „schuivend paneel” in zaak-Latzel

Als jurist René de Groot, destijds advocaat van ds. A. Kort, kennis neemt van de uitkomst van de rechtszaak tegen ds. Olaf Latzel, wordt hij daar niet blij van. „Door zo’n schikking werk je eigenlijk mee aan panelen die gaan schuiven.”

Ds. Latzel (l.) woensdagmorgen in Bremen in gesprek met zijn advocaat, dr. Sacha Böttner. beeld EPD
Ds. Latzel (l.) woensdagmorgen in Bremen in gesprek met zijn advocaat, dr. Sacha Böttner. beeld EPD

Vooropgesteld: mr. I.P. (René) de Groot heeft „in het persoonlijke vlak heel veel begrip” voor de stap die de Bremer predikant ds. Olaf Latzel woensdag zette. „Dat hij, na jaren juridisch getouwtrek, van deze zaak af wil, snap ik heel goed. Dit belastte hem als predikant natuurlijk enorm. En zo’n schikking, het betalen van 5000 euro aan een groepering die zich door zijn woorden gekwetst voelt, is een manier om, redelijk snel en definitief, van het gezeur af te komen.”

Toch vindt de jurist, die drie jaar geleden de oud gereformeerde ds. A. Kort bijstond toen deze, net als ds. Latzel, onder vuur was komen te liggen om uitspraken over gender en homoseksualiteit, het „heel jammer” dat ds. Latzel en zijn advocaat op deze schikking hebben aangestuurd. „Als het gaat om de verdediging van de vrijheid van godsdienst hebben we behoefte aan orthodoxe christenen die standvastig zijn en blijven.”

Nee, formeel gezien betekent het betalen van dit bedrag niet dat ds. Latzel hiermee bekent dat wat hij destijds zei inhoudelijk fout was of wettelijk verboden, zegt De Groot. „Maar materieel wordt zijn geste natuurlijk wel ervaren als een soort van knieval, als capituleren tegenover zijn aanklagers, of in elk geval als een stukje retireren.”

„Zijn geste wordt natuurlijk wel ervaren als een soort knieval” - Mr. I.P. de Groot

Grensgevallen

En juist dat is volgens de jurist niet gewenst. „De vraag of ds. Latzel zich schuldig heeft gemaakt aan het beledigen van mensen, aan het onnodig kwetsen van medeburgers, of –zoals de aanklacht in Bremen luidde– aan volksophitsing, is door deze schikking onbeantwoord gebleven. Dat is jammer, omdat de in 2019 gedane uitlatingen een juridisch grensgeval betreffen. Terecht zei de Duitse rechter woensdag dat de vraag of ds. Latzels uitlatingen strafbaar zijn, onder juristen omstreden is. Een definitieve juridische uitspraak had dus duidelijkheid verschaft.”

Persoonlijk neigt De Groot, die zelf geen christen is, ertoe te stellen dat datgene wat ds. Latzel destijds in een huwelijksseminar zei, wel heftig was, maar juridisch gezien gezegd moet kunnen worden. „Let wel: zolang iemand personen en zaken goed van elkaar scheidt en hij, op grond van de Bijbel, de zonde zelf centraal stelt en die aan de kaak stelt, kan hij heel veel zeggen. Ook in krachtige bewoordingen en ook als mensen zich beledigd voelen. Daar hebben we nu juist de vrijheid van godsdienst voor. Wat in de Bijbel over homoseksualiteit staat, is ook heel stevige taal. Dus waarom zou ds. Latzel die niet ook mogen bezigen?”

„Christenen mogen in krachtige bewoordingen zonden benoemen; daar hebben we nu juist de vrijheid van godsdienst voor” - I.P. de Groot, jurist

Gezien dit alles betreurt De Groot het dat de rechtszaak in Bremen niet is voortgezet, maar deze week eindigde in een schikking. „Het christelijk geloof staat al vele eeuwen lang als een rots in de branding. Maatschappelijke opvattingen verschuiven voortdurend, vooral de laatste halve eeuw, maar in die bewegende zee van veranderende en steeds evoluerende opvattingen bleef de orthodox-christelijke kerk over relaties, seksualiteit en gender steeds hetzelfde verkondigen.”

Jurist mr. René de Groot. beeld Adriaanse Van der Weel Advocaten

Als nu ook die rots zelf gaat bewegen, al is het maar een paar centimeter, „voelt dat toch aan als een concessie aan het grondrecht van vrijheid van godsdienst”, vindt de jurist. „De panelen beginnen dan te schuiven; er komt een proces op gang waarin je meewerkt aan…, nee, niet aan een verwatering van de christelijke opvattingen als zodanig, maar aan een verwatering van de verkondiging van die opvattingen.”

Zonden

Op die manier wordt de kern van de juridische vrijheid van godsdienst geraakt, stelt De Groot. „Een essentie van het christelijk geloof is nu eenmaal dat je als christen zonden aan de kaak stelt. Dat moet je kunnen blijven doen. Zwijgen is voor jou als orthodoxe christen geen optie, dan zou je zelf een zonde begaan.”

Omdat het uitdragen van de boodschap in de huidige seculiere maatschappij steeds moeilijker wordt, „vereist dat een zekere mate van moed”, vindt hij. „Het zal niet de laatste keer zijn dat christenen hoon en spot ten deel vallen wanneer zij hun standpunt verkondigen. Om binnen het kader van de wet te blijven, moet het verkondigen van die boodschap wel met een mate van zorgvuldigheid plaatsvinden; onnodig grof en beledigend taalgebruik dat de essentie van de boodschap niet versterkt, moet je achterwege laten.”

Mond snoeren

De grondwet is bedoeld om te voorkomen dat de ene groep de ander het zwijgen oplegt, betoogt hij. „Net zomin als christenen lhbti’ers het zwijgen mogen opleggen, mogen lhbti’ers christenen de mond snoeren. Ook al bevalt die boodschap hun niet, ook al wordt die opvatting als hopeloos ouderwets beschouwd, ook al is het nog maar een heel klein deel van de bevolking dat die opvattingen huldigt, ook al voelen lhbti’ers zich hierdoor beledigd. Die ruimte is er gewoon in de wet. Grondrechten als gelijkheid, vrijheid van meningsuiting en vrijheid van godsdienst hoeven helemaal niet met elkaar te botsen; ze moeten en kunnen vredig naast elkaar bestaan.”

„Je kunt er haast op wachten dat zich weer een concrete zaak aandient” - I.P. de Groot, jurist

Toch zal ook in Nederland de druk die op behoudende christenen wordt uitgeoefend om zich inzake opvattingen over relaties, seksualiteit en gender aan te passen aan de meerderheid, eerder toe- dan afnemen, verwacht de jurist. „Je kunt er haast op wachten tot zich weer een concrete zaak aandient. Spookbeelden wil ik niet oproepen, maar we kunnen er zonder meer vanuit gaan dat er vanuit de lhbti-wereld onmiddellijk weer actie wordt ondernomen bij de volgende dominee die –in haar visie– een onwelgevallige, homo-onvriendelijke uitspraak doet, zeker als ze weten dat ze ook ds. Latzel klein hebben weten te krijgen.”

Blik op publiek en pers tijdens de rechtszaak, woensdag, tegen ds. Olaf Latzel, in Bremen. beeld RD

Rolletje plakband

Christenen doen er daarom het beste aan, denkt De Groot, om „de armen in elkaar te vouwen en eendrachtig een muur te vormen rond ds. Latzel”. En ook in Nederland de rug recht te houden. „Het is eigenlijk net als bij een rolletje plakband. Het is moeilijk en vaak een heel gepeuter om het eerste stukje los te krijgen. Maar zodra de lhbti-beweging daarin geslaagd is, kan het vervolgens hard gaan en kunnen er snel meer zaken volgen.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer