Hezbollah staat nu letterlijk in zijn hemd
Een van de dingen waar ik het meest aan moest wennen toen ik in het Midden-Oosten ging wonen, is het verschil tussen een schuldcultuur zoals die in Nederland en een schaamtecultuur zoals in het Midden-Oosten.
Dat verschil is echt groot en het blijkt elke dag, in grote en kleine dingen. In de klas van onze kinderen bijvoorbeeld. Hoewel het zelfs op video stond, bleef een aantal kinderen ontkennen dat ze vernielingen in het klaslokaal hadden aangebracht. Want bekennen zou schande meebrengen.
Iemand te schande zetten, iemand raken in zijn eer, is dus hét middel als je je vijand in het Midden-Oosten te grazen wil nemen. En dat is precies wat de afgelopen dagen is gebeurd in Libanon. Ontploffende semafoons en portofoons: het is een spectaculair scenario dat lijkt weggelopen uit actiefilms. Er is grote operationele en fysieke schade toegebracht en daar gaat het dan ook vooral over in het nieuws.
Het element van schande is echter veel belangrijker, zij het niet altijd invoelbaar voor een westerling. Dat Hezbollah deze apparaten gebruikte zonder argwaan, is al schaamtevol op zich. Maar er is meer. Zo gaat Hezbollah er prat op dat niemand precies weet wie er bij die organisatie hoort. Nou, daar rekenden de ontploffingen mee af. De maskers vielen; het werd direct duidelijk wie er blijkbaar belangrijk genoeg was om zo’n pieper met zich mee te dragen.
Hezbollah staat in zijn hemd. Letterlijk zelfs, omdat de explosies kleren aan flarden scheurden. Dat is misschien wel de meest basale vorm van schaamte die is toebracht. Veel mannen hadden de pieper in hun broekzak, en dus zijn er massale verwondingen toegebracht rond de schaamstreek. Iemand in een eercultuur publiekelijk treffen in zijn geslachtsorganen is zo ongeveer het meest vernederende dat je kunt bedenken.
Die strijd van eer en schaamte is overigens niet deze week pas begonnen. Toen Israël een aantal weken geleden een hooggeplaatste Hamasleider uit de weg ruimde in Teheran, Iran, was dat óók al een knap staaltje psychologische oorlogsvoering. Dat Iran niet bij machte bleek om zijn gasten te beschermen in het hart van de macht, bracht grote schande over de ayatollahs.
In feite gaat de bron van die geknakte eer nog veel verder terug, tot de oprichting van Israël in 1948. Dat feit, en dat opeenvolgende oorlogen van verenigde Arabische legermachten geen einde aan de jonge staat konden maken, wordt in de Arabische wereld gezien als een schandelijk bewijs van de impotentie van de huidige natiestaten.
De oplossing? Meestal wordt die gezocht in hard terugslaan, als dé manier om je eer te herstellen. Precies daarom is de huidige spiraal van geweld zo zorgelijk, vooral voor de bevolking van Israël en Libanon.