De kleine Nederlandse gereformeerde kerk voorziet in de groeiende vraag naar voedselhulp in Buenos Aires. Maar de verslechterende economische situatie bedreigt het voortbestaan.
Tegen het middaguur verzamelen de eerste mensen zich bij het hek voor het bakstenen kerkgebouw van de Nederlandse gereformeerde kerk in de oude arbeiderswijk Barracas, in het zuiden van de Argentijnse hoofdstad Buenos Aires. Vanuit de kerk wordt een gaarkeuken gerund die buurtbewoners en mensen uit de hele stad voorziet van broodnodige voedselhulp. „Sommige mensen komen zelfs van buiten de hoofdstad”, zegt Laura Cano, de coördinator van de keuken, die wordt bestierd door een team van zes vrouwen. „We doen ons best om gezond en gevarieerd eten te serveren, daarvoor reizen mensen speciaal naar ons.”
„De havens waren hier vlakbij en in deze kerk konden de protestantse Nederlanders hun geloof uitoefenen en met landgenoten samenkomen” - Ds. Gerardo Oberman, predikant Nederlandse gereformeerde kerk in Buenos Aires
Geduldig zetten de mensen die zich bij het hek verzamelen een handtekening op de lijst en krijgen via een luikje in het hek hun eten aangereikt. „Het staat misschien slecht, dit luikje, maar het is broodnodig”, weet Cano. „Soms komen er mensen die onder invloed van drank of drugs zijn, en we hebben al gehad dat iemand hier op de binnenplaats met een mes stond te zwaaien.”
Wanbeleid
De Nederlandse gereformeerde kerk in Buenos Aires is opgericht in juli 1900 en functioneerde als de hoeksteen voor de Nederlandse gemeenschap van migranten die begin vorige eeuw in de havens van Buenos Aires kwamen werken, vertelt ds. Gerardo Oberman in de sobere kerkzaal die nog altijd de sfeer van een protestantse kerk in Nederland uitademt. „De havens waren hier vlakbij en in deze kerk konden de protestantse Nederlanders hun geloof uitoefenen en met landgenoten samenkomen.”
Hoewel het ledenaantal van de kerk al jaren langzaam terugloopt, blijft de kerk zich inzetten voor de zwakkeren in de samenleving. Ds. Oberman: „De kerk is naast haar werk voor de Nederlandse gemeenschap altijd sociaal betrokken geweest in de stad. Toen de eerste sloppenwijken in deze buurt opkwamen in de jaren zeventig zette de kerk een kinderopvang op, en tijdens de vorige economische crisis in 2001 hadden we ook een gaarkeuken. Sinds de pandemie hebben we die opnieuw geopend.”
„Als het zo doorgaat, ben ik bang dat we het einde van dit jaar niet eens meer halen; wie gaat dan al deze mensen te eten geven?” - Laura Cano, coördinator gaarkeuken
Argentinië maakt een diepe economische crisis door. Jaren van stagnerende economische groei en inflatiecijfers van meer dan 200 procent per jaar hebben het land aan de rand van de afgrond gebracht. Uit grote onvrede met het wanbeleid van de centrumlinkse regering van Alberto Fernández werd vorig jaar de rechts-libertarische outsider Javier Milei tot president verkozen. Hij beloofde met rigoureuze rechtse maatregelen de economische crisis te beëindigen.
Maar ds. Oberman ziet de situatie met lede ogen aan. „Door Milei is het alleen nog maar erger geworden”, meent de in Kampen geboren geestelijke. „Er gaan banen verloren omdat er niet meer wordt geïnvesteerd in toerisme en publieke werken, er wordt bezuinigd op uitkeringen voor de allerarmsten en op de pensioenen. Daar zien wij de gevolgen van terug in onze gaarkeuken, er komen steeds meer mensen, onder wie steeds meer gepensioneerden.”
Stoofpot
De crisis maakt ook het voortbestaan van de gaarkeuken steeds moeilijker, legt Cano uit, terwijl ze de versgebakken broodjes sorteert. „De uitkering die wij elke maand van de overheid krijgen voor gemeenschapswerk is van 121.000 peso’s (circa 90 euro, red.) gekort naar ongeveer 78.000 peso’s (57 euro).”
Terwijl alle prijzen door de hoge inflatie juist blijven stijgen. Cano: „De voedselprijzen stijgen sneller dan onze inkomsten van donaties en subsidies. Vroeger hadden we een vast menu, tegenwoordig koken we met wat we die dag hebben kunnen kopen.”
Ook ds. Oberman maakt zich druk om de teruglopende donaties. „Voor veel mensen stijgen de kosten voor het levensonderhoud, ze hebben geen extra geld meer over om de activiteiten van de kerk te ondersteunen. Om de kosten te drukken, verhuren we nu delen van de kerk aan een bedrijf dat zaden en bloembollen uit Nederland importeert, maar ik weet niet hoelang we deze situatie kunnen volhouden.”
Terug in de keuken, terwijl de vrouwen stoofpot met polenta die vandaag op het menu staat in bakjes scheppen, verzucht ook Cano dat het voortbestaan van de hulp onzeker is. „Als het zo doorgaat, ben ik bang dat we het einde van dit jaar niet eens meer halen. Wie gaat dan al deze mensen te eten geven?”