KAMPEN. Een petitie, een protestmars en een oproep van de burgemeester. Die moeten de dreigende uitzetting van de Oezbeekse christenen Margarita Alexandrova (17) en haar moeder Irina (40) uit Kampen voorkomen. Hebben zulke acties zin?
Margarita moet blijven. Onder die noemer voert een groep inwoners van Kampen en Zwolle sinds enkele weken actie tegen de aangekondigde uitzetting van de twee vrouwen. Hun asielaanvraag is afgewezen. Ook een beroep op het kinderpardon leverde hun geen verblijfsvergunning op.
Moeder en dochter verblijven sinds zeven jaar in Nederland. Margarita rondde deze zomer haar havo-opleiding aan het gereformeerde Greijdanus College in Zwolle af en wil aan de Hogeschool Windesheim rechten gaan studeren.
Burgemeester Koelewijn van Kampen heeft staatssecretaris Dijkhoff (Veiligheid en Justitie) recent gevraagd hun alsnog een verblijfsvergunning te geven. Een digitale petitie met dezelfde oproep leverde tot nu toe bijna 9000 steunbetuigingen op. Morgenmiddag heeft in het centrum van Kampen een „protestmars” tegen de dreigende uitzetting plaats.
Mauro
Het is niet voor het eerst dat burgers actievoeren om (jonge) asielzoekers die het land uit moeten, alsnog aan een verblijfsvergunning te helpen. In het verleden leverden onder meer protesten tegen uitzetting van de Angolese asielzoeker Mauro en het „verwesterde” Afghaanse meisje Sahar veel publiciteit op. Beiden mochten hier uiteindelijk blijven.
VluchtelingenWerk Nederland wordt regelmatig benaderd met de vraag om een actie te steunen voor asielzoekers die (bijna) uitgeprocedeerd zijn. De belangenorganisatie is „zeer terughoudend in het organiseren van publiciteitsoffensieven rond zaken van een bepaald persoon of gezin”, zegt woordvoerder Annemiek Bots.
In dergelijke situaties kijkt VluchtelingenWerk of er nog een „juridisch haakje” in de procedure is. Als die weg doodloopt, kan Bots zich voorstellen dat school- of buurtgenoten de publiciteit zoeken, „als een laatste mogelijkheid om nog iets voor de uitgeprocedeerde asielzoekers te betekenen.”
Zij hopen dan dat de staatssecretaris gebruik wil maken van zijn discretionaire bevoegdheid (zie kader) om mensen op basis van schrijnende omstandigheden alsnog toestemming te geven in Nederland te blijven. Toch is een grote publieke actie niet altijd verstandig, stelt Bots. „Daarmee zet je bewindspersoon publiekelijk onder druk. Dat pakt niet altijd gunstig uit.”
De ervaring leert, aldus de woordvoerder van VluchtelingenWerk Nederland, dat de weg van de „stille diplomatie”, waarbij een dossier buiten de publiciteit op het bord van de staatssecretaris belandt, „vaak meer oplevert.”
Terughoudend
Burgemeester Wienen van Katwijk, voorzitter van het platform asiel van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG), wordt regelmatig benaderd over situaties van uitgeprocedeerde asielzoekers. In zijn gemeente bevindt zich een azc met meer dan duizend bewoners, van wie een deel is uitgeprocedeerd.
Wienen zegt „heel terughoudend” te zijn bij het aandacht vragen voor individuele zaken bij de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie. „Als een bepaald aspect in een procedure niet of te weinig aan bod is gekomen of als er sprake is van bijzondere, moeilijke omstandigheden, schrijf ik weleens een briefje.”
Hij noemt als voorbeeld de situatie van een Iraans gezin dat in Nederland christen is geworden en waarvan beide ouders doofstom zijn. Zij mochten uiteindelijk blijven. „Ik heb hen net twee weken geleden genaturaliseerd tot Nederlander. Dat was heel mooi.”
Fouten IND
Behalve in vier situaties rond het kinderpardon trok Wienen de achterliggende jaren bij de verantwoordelijke bewindspersoon aan de bel over zaken van een kleine tien uitgeprocedeerde asielzoekers. In vrijwel alle gevallen leidde dat tot een verblijfsvergunning. Dat betekent volgens Wienen niet dat een actie van een burgemeester bijna automatisch succesvol is. „Het heeft vooral te maken met de specifieke situaties waarvoor ik aandacht vroeg. In verreweg de meeste gevallen vind ik het namelijk níét op mijn weg liggen om iets te doen.”
Wienen kent diverse voorbeelden van acties rond uitgeprocedeerde asielzoekers elders in het land waarbij lokaal „nogal wat tamtam werd gemaakt”, zonder dat de betrokkenen alsnog een verblijfsvergunning kregen. Hij benadrukt dat de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) doorgaans goede beslissingen neemt. „Maar er worden ook weleens fouten gemaakt, en soms zijn er bijzondere omstandigheden waardoor je een andere afweging kunt maken. Het is goed dat je als burgemeester de mogelijkheid hebt om daar aandacht voor te vragen.”
Schrijnende situatie
Burgemeesters, Tweede Kamerleden, commissarissen van de Koning. Vanuit diverse hoeken kreeg de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie (V&J) in 2013 en 2014 in totaal ruim duizend keer een verzoek om gebruik te maken van zijn discretionaire bevoegdheid. Deze houdt in dat hij een afgewezen asielzoeker vanwege schrijnende omstandigheden alsnog toestemming kan geven om in Nederland te blijven.
Een woordvoerder van staatssecretaris Dijkhoff van V&J geeft aan dat er geen criteria zijn voor het gebruik van deze speciale bevoegdheid. De bewindspersoon kijkt steeds naar „het complex van individuele omstandigheden in een zaak waarbij hij alle relevante aspecten in ogenschouw neemt.”
De staatssecretaris kan besluiten zijn discretionaire bevoegdheid toe te passen „indien er sprake is van een combinatie van bijzondere individuele (schrijnende) omstandigheden, bijvoorbeeld ernstige medische problemen of het overlijden van een gezinslid in Nederland. Daarnaast kijkt hij of er sprake is van contra-indicaties zoals criminele antecedenten.”
In de periode 2013 en 2014 verleende de staatssecretaris in totaal aan 270 personen een verblijfsvergunning wegens schrijnende omstandigheden, aldus de woordvoerder.