Asielminister Faber wil het stapelen van asielprocedures aanpakken. Daar zijn volgens de bewindspersoon „zeker mogelijkheden voor”. Wat voor maatregelen zijn dat, en wat leveren ze op?
De herhaalde aanvragen zijn PVV-bewindspersoon Faber een doorn in het oog. „Dit stapelen moet stoppen”, zei ze vorige week voorafgaand aan een begrotingsoverleg op het Catshuis. „Op deze manier wordt het een oeverloze exercitie”, aldus de bewindspersoon. Directe aanleiding voor die ergernis was het nieuws dat de Armeense jongen Mikael opnieuw een asielaanvraag indiende via zijn inmiddels Nederlandse vader. De Raad van State oordeelde eerder dit jaar dat Mikael terug moest naar Armenië.
Rond Prinsjesdag zegt Faber met concrete maatregelen te komen om tweede aanvragen terug te dringen. Het inperken van die aanvragen was al een afspraak uit het eerder dit jaar tot stand gekomen hoofdlijnenakkoord van de vier coalitiepartijen.
Structureel laag
Hoewel het aanpakken van gestapelde procedures een belangrijk aandachtspunt is van het kabinet-Schoof, gaat het in praktijk niet om enorme aantallen.
Het aantal mensen dat een herhaalde asielaanvraag doet, is de afgelopen jaren „structureel laag” gebleven, schreef voormalig staatssecretaris van Asiel en Migratie Eric van der Burg, begin maart in een brief aan de Kamer. In 2021 ging het om 1810 zaken, in 2022 om 1530 en in 2023 om 1390 zaken; opgeteld dus 4730. De inwilligingspercentages waren in die jaren respectievelijk 22, 45 en 32 procent. Uitgaande van die percentages zouden er tussen 2021 en 2023 niet meer dan 1600 mensen alsnog een verblijfsvergunning krijgen.
Gemiddeld genomen lag een herhaalde aanvraag in 2023 ongeveer 50 weken op de plank voordat de IND daarover een beslissing nam. Om die reden dienen sommige asielzoekers een tweede asielaanvraag in om hun verblijf in Nederland nog wat langer te kunnen rekken, zonder dat ze in hun aanvraag nieuwe of aanvullende informatie noemen. Om dat soort uitwassen te voorkomen, voerde de IND onder Van der Burg een tweesporenbeleid door waarbij incomplete herhaalde aanvragen versneld uit de stapel worden gefilterd. In februari meldde de voormalige staatssecretaris dat de IND aan nog meer maatregelen denkt om kansrijke en kansarme aanvragen beter te schiften, waarbij kansarme aanvragen versneld worden behandeld. Op die manier zou het indienen daarvan worden ontmoedigd.
In het hoofdlijnenakkoord maken PVV, VVD, NSC en BBB niet concreet hoe ze het recht op een herhaalde aanvraag willen inperken. De mogelijkheden daarvoor zijn ook schaars, aangezien het mogen indienen ervan is verankerd in Europese wet- en regelgeving. Volgens deskundigen is een te overwegen optie het invoeren van een verwijtbaarheidstoets. Daaruit zou moeten blijken dat door een asielzoeker als „nieuw” ingebrachte informatie echt nieuw is, en bij het eerdere verzoek niet is achtergehouden. Zo’n toets is opgenomen in de Europese asielprocedurerichtlijn, maar in Nederland nooit omgezet in wetgeving.
Flagrante overschrijding
Een andere optie die de coalitiepartijen in het hoofdlijnenakkoord noemen, is het maximaal versoberen van het recht op rechtsbijstand bij een herhaalaanvraag. Die preventieve maatregel noemde voorzitter van de Vereniging Asieladvocaten en Juristen Nederland, Wil Eikelboom, eerder dit jaar in NRC nog een „flagrante overschrijding van de wet”.
Het recht op rechtsbijstand voor vreemdelingen is onder meer vastgelegd in de Vreemdelingenwet 2000 en het VN-Vluchtelingenverdrag. In dat laatste verdrag staat dat een vreemdeling dezelfde rechten heeft als ingezetene „wat betreft rechtsingang”.
Waar Faber rond Prinsjesdag mee komt, moet nog blijken. Maar heel veel mogelijkheden om de stapel herhaalaanvragen in te dammen, lijkt ze niet te hebben.