Nederland verspilt te veel grondstoffen
Overheden, bedrijven en consumenten gaan in Nederland nog steeds te nonchalant om met grondstoffen. Dat is slecht voor het milieu en het klimaat. Bovendien worden we steeds afhankelijker van import.
Dat blijkt uit een dinsdag verschenen rapport van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL). Een zogeheten circulaire economie, die in 2050 bereikt zou moeten zijn, is nog ver weg.
Zo is op dit moment slechts 7 procent van de plastic verpakkingen gemaakt van gerecycled materiaal. Tegelijk kopen consumenten steeds meer producten die in plastic verpakt zijn, zoals eten en drinken voor onderweg (to go) en kant-en-klaarmaaltijden. De toename van het aantal kleine huishoudens werkt dat nog eens in de hand.
Als er niets verandert, stijgt de vraag naar plastic verpakkingen van 386 miljoen kilogram in 2022 naar 451 miljoen kilogram in 2050, een plus van 17 procent. De vraag naar drankkartons blijft daarbij gelijk. Doordat op dit moment ruim de helft van al dat materiaal verloren gaat, kan de uitstoot van broeikasgassen met 12 procent toenemen.
Batterijen
Naast kunststofverpakkingen richt het PBL-rapport zijn pijlen op technologieën voor productie en opslag van hernieuwbare energie (zonnepanelen, windturbines en batterijen) en wordt de woningbouw onder de loep genomen.
Soms staan technische belemmeringen hergebruik van materialen in de weg. In elektrische auto’s bijvoorbeeld zijn de batterijen op zo’n manier in het frame verwerkt, dat vervanging of reparatie niet mogelijk is.
In de ideale situatie is het ontwerp daar al op afgestemd. „Dat geldt voor tal van andere producten, van rijtjeswoningen tot knijpfruitverpakkingen”, zegt PBL-directeur Marko Hekkert.
Voorbeelden van maatregelen die de bouw kunnen helpen om zuiniger met materialen om te gaan zijn optoppen (bouwen op bestaande bouw), prefab bouwen en gebruikmaken van natuurlijke grondstoffen. Een effect daarvan is echter pas op lange termijn merkbaar, verwacht Ester van der Voet, hoogleraar duurzaam grondstofgebruik aan de Universiteit Leiden. „Woningen hebben een lange levensduur, veranderingen gaan langzaam”, zegt zij.
Ondersneeuwen
PBL-topman Hekkert vreest dat het streven naar een circulaire economie ondersneeuwt bij de energietransitie en de aanpak van de problemen op de woningmarkt. Daardoor dreigt het risico van verspilling van kostbare grondstoffen en kunnen er zelfs ernstige tekorten ontstaan.
Slim ontwerpen, hergebruik, reparatie en ook vermindering van de vraag naar producten zijn manieren om de groei van het gebruik grondstoffen af te remmen. Hekkert: „Wat je niet koopt, hoeft niet gemaakt te worden. Mijn oma zou het gezegd kunnen hebben.”
De analyse van het PBL is gebaseerd op onderzoeken van de instituten RIVM en TNO, de universiteiten van Leiden, Utrecht en Delft en Rijkswaterstaat.