ASN Bank vindt kledingindustrie niet duurzaam genoeg en stopt investering; terecht?
ASN vindt de kledingindustrie niet duurzaam genoeg en belegt niet meer in deze sector. Dat levert kritiek op van ontwikkelingsorganisaties.
ASN stopt met investeren in modebedrijven. Alle aandelen in deze ondernemingen zijn verkocht omdat hun productie onvoldoende duurzaam is, zegt directeur San Lie van ASN Impact Investors.
Ontwikkelingsorganisatie Solidaridad betreurt de stap van ASN. „Banken en andere financiële instellingen hebben een belangrijke rol bij verduurzaming. Zij kunnen de modebedrijven onder druk zetten om te verbeteren. Zij hebben veel meer invloed dan de consument”, zegt Tamar Hoek van Solidaridad.
De beleggingsfondsen van ASN hadden voor 70 miljoen euro belangen in kledingproducenten, zoals H&M, het moederbedrijf van Zara, Puma en Asics. Alle aandelen in de modebranche zijn verkocht. Geen enkel bedrijf voldoet aan de nieuwe eisen die ASN stelt, meent directeur Lie. „Inmiddels concurreren deze kledingbedrijven ook met Chinese partijen zoals Shein en Temu, die kleding nog sneller produceren. Dit staat verduurzaming in de weg. Daarom hebben we het drastische besluit genomen om niet meer te beleggen in deze kledingbedrijven.”
Dilemma
ASN wijst erop dat bijvoorbeeld het Chinese Shein per jaar meer dan veertig keer zo veel nieuwe kledingstukken op de markt brengt als een bedrijf als Zara. Dat gebeurt tegen zeer lage prijzen. Lie: „Fast fashion is ”ultra fast” geworden. Wij stonden daarom voor een lastig dilemma. Door te investeren kunnen we invloed uitoefenen, maar we willen ook geloofwaardig blijven voor onze klanten. Wij kregen veel vragen over deze beleggingen.”
ASN hoopt dat de overheid de verduurzaming van de kledingindustrie stimuleert. Als dat gebeurt, ziet ASN weer mogelijkheden om te investeren. De nieuwe criteria daarvoor zijn dat de hoeveelheid nieuwe items die op de markt wordt gebracht daalt, en dat de kwaliteit en levensduur van kleding stijgt. Verder moet de kleding worden gemaakt van hernieuwbare grondstoffen en moet er meer actie worden ondernomen om kleding te recyclen.
Lie licht toe: „Wij kunnen en moeten ervoor zorgen dat het geld de goede kant op gaat, richting een duurzamere toekomst. We moeten niet achteruit, maar vooruit.”
„ASN zou er verstandiger aan doen om met modebedrijven in gesprek te blijven” - Tamar Hoek, ontwikkelingsorganisatie Solidaridad
Solidaridad signaleert dat ASN zich terugtrekt uit bedrijven die „best wel ver” zijn. „H&M bijvoorbeeld doet het op het terrein van duurzaam katoen juist goed”, vindt Tamar Hoek van deze ontwikkelingsorganisatie. Samen met Pesticide Action Network publiceerde Solidaridad vorig jaar een ranglijst van modebedrijven die alleen gecertificeerd duurzaam katoen gebruiken. Op die lijst staan H&M en Puma in de top 10.
Niet alleen bij het gebruik van duurzaam katoen gaat het bij een aantal bedrijven beter. Zij werken in een aantal gevallen ook toe naar het betalen van een „leefbaar” loon. „Het initiatief Platform living wage financials, waar ASN onderdeel van is, heeft modebedrijven bewogen om een begin te maken met een fatsoenlijk loon te betalen”, zegt Hoek. „Daarom zou ASN, een duurzame koploper, er verstandiger aan doen om met modebedrijven in gesprek te blijven.”
Transparant
Het argument dat modebedrijven onder druk staan door de concurrentie van bedrijven die nog goedkoper produceren, zoals het Chinese Shein, overtuigt Hoek niet. „Ze kunnen de mode-industrie verder de duimschroeven aandraaien.”
ASN investeert alleen in beursgenoteerde ondernemingen. Het zou wenselijk zijn, zegt Hoek, om de financiën richting de bedrijven te laten stromen die iets kleiner zijn, geen beursnotering hebben en duurzamer worden. Zij noemt HEMA en G-Star. Ook Zeeman is transparant over waar en hoe de kleding is gemaakt. „Geef die bedrijven een zetje”, zegt Hoek.