Dankzij de natte lente is het risico op natuurbrand extra groot; hoe werkt dat?
Vier veiligheidsregio’s langs de kust van Noord- en Zuid-Holland waarschuwden eind vorige week voor natuurbranden. En dat terwijl Nederland een kleddernatte winter en lente achter de rug heeft.
Hoewel strandgasten en recreanten nu moeten opletten met sigaretten, barbecues is er van paniek geen sprake. Volgens Edwin Kok, coördinator van de Taskforce Natuurbranden bij Brandweer Nederland, moet iedereen vooral logisch nadenken. „Doe geen dingen die niet verstandig zijn, zoals met open vuur aan de gang gaan.”
Voor natuurbrandrisico’s hanteert de brandweer in Nederland een systeem met twee fasen. Fase 1 is als er een normaal risico is. Fase 2 wordt door een veiligheidsregio uitgeroepen bij een verhoogd risico. „Maar daarin zit nog wel verschil. Als het een paar weken droog is, is het risico verhoogd. Maar na een paar maanden droogte neemt het gevaar voor natuurbranden natuurlijk nog verder toe.” Maar daarvoor bestaat er dus geen fase 3.
Voor 2018 hanteerde de brandweer een kleurcode voor natuurbrandrisico’s. Die liep van lichtgroen via groen, geel en oranje naar rood. Kok geeft aan dat het huidige systeem met twee fases beperkingen kent. Het biedt te weinig opties. „We zijn de fasering aan het evalueren. We missen nu op zijn minst een tussenstap. Je kunt het niet aangeven als de risico’s extreem hoog zijn.”
Fijne vegetatie
Juist in de kustregio’s viel de afgelopen weken niet of nauwelijks regen, weet Kok. „De fijne vegetatie, het gras in de duinen dat niet zo diep wortelt, droogt dan uit en wordt gevoelig voor brand. Vandaar waarschijnlijk het uitroepen van fase 2.”
Hoewel het in eerste instantie onlogisch klinkt, kan het natte voorjaar juist voor extra brandrisico’s zorgen, legt Kok uit. Planten hebben water, zon en voedingsstoffen nodig om te gedijen. Als water niet de beperkende factor is, zoals afgelopen lente, groeien ze rap. „En dan geldt: hoe meer vegetatie, hoe meer brandstof in tijden van droogte. Ik draaide onlangs mee bij de brandweer in Portugal. Daar zagen ze dat als een grote uitdaging. Het natte voorjaar bracht er veel gras. Branden die zich snel verspreiden liggen dan op de loer.”
„Hoe meer vegetatie, hoe meer brandstof in tijden van droogte” - Edwin Kok, natuurbrandonderzoeker
Bij de brandweer staat geen extra materieel klaar tijdens fase 2, zegt Kok. Er wordt dus niet per definitie anders op een melding van een natuurbrand gereageerd. „Fase 2 gaat puur om het publieksrisico. We willen mensen in Nederland ermee bewust maken. Een veiligheidsregio kan de uitruksterkte wel uitbreiden als het bijvoorbeeld hard waait waardoor een eventuele natuurbrand zich onvoorspelbaar snel kan ontwikkelen.” Veiligheidsregio Hollands-Midden zegt overigens wel met extra materieel te zullen uitrukken.
Zandgronden
Of er met de warmte van deze week in aantocht meer regio’s het risiconiveau gaan verhogen, durft Kok niet te zeggen. „Die beslissing ligt bij de veiligheidsregio’s zelf. Ik verwacht dat het risico in bosgebieden laag zal blijven. Hoge zandgronden, zoals de Veluwe en de Achterhoek, zijn doorgaans kwetsbaar voor droogte. Maar daar viel de afgelopen weken nog regen. Daarnaast wortelen bomen en struiken dieper dan grassen. Als de toplaag uitdroogt, kampt een bosgebied zodoende minder snel met brandrisico’s. Vooral het open veld –met heide of gras– is snel brandbaar.”
Volgens Kok zijn er in 2024 tot op heden in totaal 94 natuurbrandmeldingen gedaan. „Dat zijn nog geen gevalideerde cijfers. Het is dus niet duidelijk of het allemaal ook echt natuurbranden waren.”
Wel leren de cijfers dat het aantal natuurbranden dit jaar laag was. Het jaar 2023 kwam uit op 400 natuurbranden met 500 meldingen. In 2022 waren het er nog een stuk meer. Kok sluit af met een kwinkslag: „De cijfers bevestigen dus wat we al wisten: dat het een nat jaar is.”