De Turkse president Recep Tayyip Erdogan liet afgelopen weekeinde weer eens zijn ware gezicht zien. Nu met een verkapt dreigement om Israël binnen te vallen.
Erdogan gebruikte een bijeenkomst van zijn AK-partij zondagavond om zijn ongenoegen over de oorlog in Gaza te uiten. „We moeten heel sterk zijn, zodat Israël deze dingen niet kan doen tegen de Palestijnen”, zei hij. „Net zoals we ooit Karabach zijn binnengevallen, net zoals we ooit Libië zijn binnengevallen, zouden we nu hetzelfde kunnen doen.”
De Turkse president bleef verder vaag over zijn dreigement. Maar zijn uitspraken onderstrepen wel de toenemende vijandigheid tussen Turkije en Israël. En ze passen in de groeiende rij beledigingen die Erdogan en andere leden van de Turkse regering inmiddels aan het adres van de Joodse staat hebben geuit.
Erdogan zei in december vorig jaar nog dat Adolf Hitler jaloers zou zijn op de methoden van de Israëlische premier Benjamin Netanyahu om de Palestijnse bevolking in Gaza uit te roeien. De Turkse minister van Buitenlandse Zaken vergeleek Netanyahu maandag opnieuw met Hitler en voorspelde dat de Israëlische regeringsleider spoedig hetzelfde einde als de nazidictator zal ondergaan.
Het kwalijke is dat Erdogan en de zijnen hun uitlatingen doen na de bloedige aanslagen van 7 oktober die Hamas in Israël pleegde. Waarbij Palestijnse terroristen doelbewust zo veel mogelijk burgers probeerden te vermoorden en te ontvoeren en zich schuldig maakten aan verkrachting, marteling en verminking.
Nog stuitender is misschien wel dat Erdogan persoonlijk de leider van deze criminelen, Hamastopman Ismail Haniyeh, in Turkije ontving. Een bekend spreekwoord luidt niet voor niets: Zeg mij wie uw vrienden zijn en ik zal zeggen wie u bent.
Natuurlijk zal het met een Turkse invasie van Israël zo’n vaart niet lopen. Bovendien weet Israël zich uitstekend tegen zijn vijanden te verdedigen. Maar dat de president van een land dat lid is van de NAVO en ooit in de wachtkamer zat om tot de Europese Unie toe te treden dergelijke uitspraken doet, zegt meer over de aard van het Turkse regime dan over de Israëlische regering.
Het is hoog tijd dat de wereld Erdogan tot de orde roept. Niet op de manier zoals de Israëlische minister van Buitenlandse Zaken Israel Katz dat deed. Hij vergeleek de Turkse president met de Iraakse dictator Saddam Hussein, die Israël begin jaren 90 met raketten bestookte. Hij waarschuwde Erdogan om het lot van Saddam voor ogen te houden.
Maar de internationale gemeenschap moet Erdogan in ondubbelzinnige bewoordingen te verstaan geven dat zijn uitspraken door geen enkele beugel kunnen. Of dat met zoveel kracht zal gebeuren is de vraag. Want het Westen is maar al te bang dat Turkije de NAVO zal dwarsbomen en de banden met Rusland, China en Iran zal aanhalen. Wat heb je aan zo’n ‘partner’?