Hezbollah bestookte zaterdag een voetbalveld in Majdal Shams, een stad op de Golanhoogvlakte die voornamelijk door Druzen wordt bewoond. Daarbij kwamen twaalf jongeren om het leven en vielen zo’n dertig gewonden. Elf slachtoffers werden zondag begraven.

De door Iran gesteunde Hezbollah meldde aanvankelijk dat het een raket op een Israëlische legerbasis op de Golan had afgevuurd. Toen echter bleek dat het projectiel spelende kinderen had getroffen, ontkende de terreurbeweging elke betrokkenheid bij de aanval.

Israëlische gevechtstoestellen bestookten zondag al doelen van Hezbollah in Libanon, maar het wachten is op een grote vergeldingsaanval die volgens premier Benjamin Netanyahu „op een ongekende manier” zal volgen. Het Israëlische kabinet gaf Netanyahu en minister van Defensie Yoav Gallant toestemming om de „wijze en het tijdstip” van het militaire antwoord te bepalen.

De Israëlische stafchef Herzi Halevi benadrukte zondag dat de strijd tegen Hezbollah na de aanval op Majdal Shams „een nieuwe fase” is ingegaan. Hij liet in het midden wat hij daar precies mee bedoelde. Alom wordt echter gevreesd dat de jongste ontwikkelingen het begin inluiden van een totale oorlog tussen Israël en Hezbollah.

Achter de schermen wordt dan ook druk overlegd om verdere escalatie te voorkomen. Libanon bereidt zich intussen voor op vergeldingsaanvallen. Een groot deel van de vluchten van en naar de luchthaven van Beiroet is geannuleerd of ernstig vertraagd. Israëlische bronnen melden dat Hezbollah uit voorzorg diverse strategische locaties heeft ontruimd.

Al langer bestaat de vrees dat het conflict aan Israëls noordgrens tot een grotere regionale oorlog zal leiden. Sinds de aanslagen van 7 oktober door Hamas, heeft Hezbollah vrijwel dagelijks aanvallen op de Joodse staat uitgevoerd. De Israëlische strijdkrachten beantwoorden die steevast met vergeldingsacties en hebben inmiddels diverse hooggeplaatste commandanten van de terreurbeweging uitgeschakeld.

Turkse invasie

De spanningen in de regio liepen nog extra op door uitspraken van de Turkse president Recep Tayyip Erdogan. Die stelde zondag op een bijeenkomst van zijn AK-partij dat Turkije Israël zou kunnen binnenvallen om de Palestijnen te helpen in hun strijd tegen de Joodse staat. Hij trok een vergelijking met eerdere Turkse invasies in Libië en Karabach.

Het kwam Erdogan op een storm van internationale kritiek te staan. PVV-leider Geert Wilders noemde de president op X „helemaal gek” en riep op Turkije uit de NAVO te zetten.