Waarom Wapenveld schrikt van plannen Defensie, en Staphorst juist staat te trappelen
De wereld wordt grimmiger. Om zich voor te bereiden op vijandelijkheden wil Defensie in Nederland meer oefenterrein. Maar nogal wat omwonenden van mogelijk nieuwe legerlocaties morren. In het Gelderse Wapenveld vrezen ze voortdurend gebulder.
„Als de Defensieplannen doorgaan, zie ik het somber in”, verzucht René Burgmeijer (46) bij een supermarkt in Wapenveld. De fabrieksarbeider heeft stevige bedenkingen bij het idee van Defensie om in de bossen vlakbij het Noord-Veluwse dorp een zogeheten springterrein te vestigen. Op een lap grond van mogelijk 700 hectare zouden militairen dan gaan oefenen met explosieven. Defensie liet het oog vallen op het Zwolse Bos en landgoed Petrea (zie kaartje). Definitief is het plan nog niet.
Burgmeijer zou het „heel jammer” vinden als natuurgebieden naast Wapenveld op slot gaan, om Defensie de ruimte te geven. „Ik loop daar heel vaak. Wat blijft er bij de komst van een springterrein aan natuur over?”
De eventuele komst van het springterrein betekent meer herrie, zegt de fabrieksarbeider. Nu al worden de inwoners geregeld geconfronteerd met flinke dreunen vanaf het nabijgelegen Artillerie Schietkamp ’t Harde (ASK). „Dan trillen bij ons de ramen. Nog meer zwaarder geschut zie ik niet zitten. Wat doen al die trillingen met mijn huis? Ik heb geen idee, maar denk wel aan de aardbevingsproblemen in Groningen.”
Hertjes
Het broeit in Wapenveld en omliggende dorpen, zoals het nabijgelegen Heerde. Meer voorbijgangers in Wapenveld zijn bezorgd over de mogelijke komst van een springterrein. Aan het fietsstuur van Albert Kamphuis (82) hangt een lege emmer. Hij heeft net de hertjes gevoerd. Het gaat hem aan het hart als Defensie beslag zou leggen op de natuurgebieden naast Wapenveld. Kamphuis werkte daar vroeger en deed er uitstapjes. Hij fietst er nog regelmatig. „Ik vind het niet nodig om deze prachtige natuur af te staan aan het leger. Waar moeten we dan heen?”
„Nog meer zwaarder geschut zie ik niet zitten. Wat doen al die trillingen met mijn huis?” - René Burgmeijer, inwoner Wapenveld
Zijn dorpsgenote Sylvia (65) zou het „verschrikkelijk” vinden als de bossen bij Wapenveld verboden gebied worden. „Ik loop daar elke dag 8 kilometer. Heerlijk is dat. Vanmorgen kwam ik nog een klein reetje tegen.”
Vrees voor geluidsoverlast heeft ook een 65-jarige vrouw uit Heerde, die in de zomermaanden is te vinden op een camping nabij Wapenveld. „We horen al geschiet genoeg vanaf het schietkamp ’t Harde. Als ik weet dat daar een oefening is, laat ik onze hond voor de start van die oefening uit. Want o wee, als de hond maar één keer boemderdeboem hoort in de verte, is het dier de hele dag angstig.”
Onveiliger
Defensie wil binnen Nederland de vleugels uitslaan. Naarstig zoekt het leger extra oefenterreinen. „De hoofdtaak van de krijgsmacht is bescherming van het eigen grondgebied en dat van de NAVO-bondgenoten”, zegt een Defensiewoordvoerder desgevraagd. „De wereld wordt onveiliger. In Oekraïne, aan de rand van Europa, woedt een oorlog. Denk ook aan de spanningen rond Taiwan. Dat alles vraagt een beter toegeruste krijgsmacht. Na de val van de Muur is continu bezuinigd op Defensie, nu is meer ruimte en geld nodig.”
Komende jaren wil de krijgsmacht op zo’n dertien plaatsen nieuwe oefenlocaties lanceren en meer militaire activiteiten op pakweg dertig bestaande Defensielocaties mogelijk maken. De plannen staan opgetekend in de in december gelanceerde Notitie Reikwijdte en Detailniveau (NRD) van het Nationaal Programma Ruimte voor Defensie (NPRD). De krijgsmacht wil onder meer ruimte voor munitieopslag en oefenterreinen, ook voor jachtvliegtuigen, helikopters en drones.
Op de ter inzage gelegde Defensieplannen kwamen zo’n 2200 reacties. In provincies zijn bijeenkomsten met de lokale autoriteiten en bewoners belegd. Die sessies volgen er ook komende maanden.
Posters
Heet hangijzer is dus onder meer de zoektocht naar meer ruimte om te oefenen met het opblazen van objecten. Nu kan de krijgsmacht daarvoor alleen in het Brabantse Reek terecht. Maar die locatie groeit uit zijn jasje. Voor een tweede springlocatie richt Defensie de pijlen nu onder meer op Wapenveld. Ook Kollumerwaard, Swifterbant, Lelystad, Nijverdal, Loenen en Arnhem zijn in beeld, meldt de eind mei gepubliceerde Nota van Antwoord van Defensie. Het boekwerk vormt een weerwoord op ingediende reacties op de plannen.
Als er nabij Wapenveld een springterrein komt, zou dat „echt vreselijk” zijn, gruwt Margriet Koerts uit Heerde. Ze is een van de kartrekkers van het protest. Koerts maakt samen met een vijftiental inwoners van met name Heerde en Wapenveld deel uit van de onlangs gelanceerde stichting-in-oprichting ”Explosievrije Kop van de Veluwe”. Ze deelde op straat protestposters uit. Een petitie tegen de Defensieplannen is inmiddels duizenden keren getekend.
Koerts, arbeidsrechtjurist, las zich afgelopen weken „suf” in Defensiestukken. Ze belandde in een nieuwe wereld. „Ik dacht eerst dat met een springterrein een landingslocatie voor parachutisten wordt bedoeld, maar het gaat dus over een gebied waar ze oefenen met springstoffen.” Ze vreest de dag dat natuurgebieden rond Heerde en Wapenveld „met tien meter hoge hekken” worden afgeschermd.
„Paarden vinden geknal door militaire oefening erg eng, ze vliegen door afrastering” - Margriet Koerts, protesteert tegen Defensieplan voor Wapenveld
Koerts, die een paar jaar geleden met haar man en kinderen vanuit de Randstad verhuisde naar Heerde, snapt dat Defensie meer ruimte wil. „De krijgsmacht wil zich klaarmaken voor een eventuele oorlog. Ik ben niet tegen oefeningen.” Maar de krijgsmacht zou wat haar betreft de pijn eerlijker moeten verdelen.
De vrouw, liefhebber van paarden en honden, denkt dat het woonplezier een forse knauw krijgt als er op een springterrein naast de deur „200 dagen per jaar” wordt geknald. Paarden vinden het gebulder „erg eng”, waarschuwt ze. „Die vliegen dwars door de afrastering.”
Zorgen
Hiswa-Recron, een ondernemersorganisatie voor recreatiebedrijven, heeft „grote zorgen” over de uitbreidingsplannen van Defensie in Nederland. „Defensie wil bijvoorbeeld meer oefenen met jachtvliegtuigen en laagvliegende helikopters. Dat veroorzaakt veel lawaai en tast de rust van vakantiegangers aan”, zegt Petra Ellens, regiomanager voor Overijssel en Drenthe. Ze stuurde recent een brandbrief aan die provincies. Ellens vreest dat recreatiebedrijven inkomsten mis gaan lopen.
Wat vindt ze van het argument dat uitbreiding van het aantal Defensielocaties nu eenmaal pijn doet? „Natuurlijk moet iedereen zijn steentje bijdragen. Maar Defensie heeft al diverse oefenlocaties in Nederland. Ons land is dichtbevolkt. We willen ook meer dan 100.000 woningen bijbouwen en natuurgebieden uitbreiden.”
Defensie zou naar het buitenland kunnen uitwijken, oppert Ellens. „Mede-NAVO-leden als Polen en Duitsland hebben dunbevolkte streken. Daar is meer ruimte.”
„Ons doel is niet om overlast te veroorzaken, maar Nederland veilig te houden” - Woordvoerder Defensie
Campingbeheerders nabij Wapenveld houden hun hart vast. „Ik hoop dat een springterrein hier niet doorgaat”, zegt beheerder Petra Beets in het receptiegebouwtje van camping De Zandkuil. „Dit is nota bene Natura-2000-gebied. Ik mag niks in twee stukken bos hier. Defensie zou daar dan ineens wel wat mogen.” Hoewel ze de petitie tegen het Defensieplan steunt, plakte Beets geen protestposters op haar camping. „Ik wil gasten niet ongerust maken.”
Bezorgd klinkt ook David van der Werff, beheerder van Molecaten Park De Koerberg. Als Defensie een groot deel van het jaar met explosieven gaat oefenen, „zullen de bezoekersaantallen terugvallen”, sombert hij. En kunnen „mappen met wandel- en fietsroutes” voor bijvoorbeeld het Zwolse Bos de prullenbak in.
Gezin
Dat op verschillende plekken burgers en bedrijven in het geweer komen tegen de krijgsmachtplannen, zegt de Defensiewoordvoerder goed te begrijpen. „Ons doel is niet om overlast te veroorzaken, maar Nederland veilig te houden. Dat zal hier en daar schuren en met overlast gepaard gaan.”
Het advies om uit te wijken naar dunbevolkte streken in het buitenland, wijst hij van de hand. „Grote landmachtoefeningen zijn al bijna altijd in het buitenland. Ook zo’n 40 procent van de vlieguren wordt in het buitenland gemaakt.” Punt is verder dat Nederland buitenlandse vrienden terwille wil zijn. „Wij oefenen vaak over de grens, dan moet je ook wat terugdoen, en andere krijgsmachten de mogelijkheid bieden in Nederland te trainen.”
Dat Defensie oefenlocaties dicht bij huis zoekt, is ook bedoeld om personeel te behouden en te werven. „Als militairen met een gezin een flink deel van het jaar naar het buitenland zouden moeten, trekt dat een wissel op hun privéleven en wordt werk bij Defensie minder aantrekkelijk.”
„Als Nederland niks doet, zegt meneer Poetin: Ik kom eraan” - Voorbijganger in Wapenveld
In Wapenveld duwt de 65-jarige Klaas zijn winkelwagentje vooruit. In zijn jonge jaren reed hij als dienstplichtige in een legerjeep door het zand bij ’t Harde. Hij moet er niet aan denken dat voor Defensiedoeleinden „hele bossen worden gekapt”. Intussen kan hij de uitbreidingsdrang van de krijgsmacht wel begrijpen. „Als Nederland niks doet, zegt meneer Poetin: Ik kom eraan.”