Evangelist De Geus: Dat bakje koffie, dat is heel belangrijk. Daar begint het mee
Na een lichtelijk uitputtende eerste dag, waarop ruim 130 kilometers werden afgelegd, put ik aan het begin van de tweede dag hoop uit het feit dat er slechts 86 kilometers op de planning staan. En van Tilburg naar de eerste tussenstop, in Oosterhout, is het helemaal een kippeneindje: 19,5 kilometer.
Als het interview met evangelist Henk van den Boogaart is afgerond, vertellen de wijzers van de klok dat het al halftien is. Hierdoor loopt de realiteit opnieuw achter op de planning. En hoewel dat een repeterend euvel is bij het maken van dit soort tochten, blijft het onverminderd ongemakkelijk voelen, omdat mijn traagheid de agenda van de andere partij steeds ongevraagd beïnvloedt.
Dus begeven Van den Boogaart en ik ons met gezwinde spoed naar zijn woonhuis. Nadat de evangelist me een grote appel en een Snelle Jelle heeft toegestopt en zijn vrouw José de waterfles heeft gevuld met vers water, is het hoog tijd om op te stappen. Terwijl we gedrieën naar de schuur lopen, probeer ik te bedenken welke woorden uitdrukking kunnen geven aan de dankbaarheid die Henk en José verdienen. Want echt, wat hebben zij buitengewoon goed voor me gezorgd. Ik had me geen beter logeeradres kunnen wensen. Als het moment van afscheid nemen aangebroken is, stamel ik uiteindelijk maar wat. Ach ja, de fraaiste woorden zouden alsnog tekortschieten.
De route naar Oosterhout is relatief eenvoudig. Mede dankzij de werklieden die 101 jaar geleden tussen Tilburg en Oosterhout een kanaal groeven. Na 1,3 kilometer fietsen beland ik op het fietspad langs dit Wilhelminakanaal. Die waterweg moet ik 16,4 kilometer volgen. Verdwalen is op dit traject dus vrij moeilijk.
Wonderwel heb ik aan de barre tocht van gisteren geen pijnlijke spieren, haperende gewrichten of een beurs zitvlak overgehouden. Zodoende fiets ik fris als een hoentje in westelijke richting. De wind langs m’n oren en de golven in het kanaal maken me wel duidelijk dat ik deze dag minder van meewind mag genieten dan gisteren. Dat zorgt er vooral voor dat ik behoorlijk veel zweet. Aan de binnenkant van mijn winddichte jas lijkt het wel een broeikas.
Thermoskan
Na een uur fietsen arriveer ik bij inloophuis Oosterhart. Het pand bevindt zich midden in een winkelstraat, tussen een drogist en een wokrestaurant in. Als ik met mijn fiets aan de hand binnenstap, zitten er aan de koffietafel twee mannen. „Aah, daar hebben we Chris”, zegt de linkse terwijl hij opstaat om me de hand te schudden. Zijn stem herken ik van het telefoongesprek dat ik eerder met hem had. Corné de Geus, zo heet hij, is de evangelist hier ter plaatse. Zijn tafelgenoot is Bert van den Heuvel. Hij is voorzitter van de Stichting Evangelisatie Oosterhout en is als vrijwilliger aanwezig. „We zorgen altijd dat er minimaal twee mensen zijn”, vertelt hij.
De post in Oosterhout bestaat nog niet lang. „Per 1 juni 2023 ben ik vanuit de hersteld hervormde gemeente van Leerbroek als evangelist aangesteld”, vertelt de 50-jarige De Geus. „Maar toen was er nog helemaal niets. Ik kwam hier met de auto en een thermoskan vol koffie om straatevangelisatie te doen.”
Vanaf het moment dat de uit Sommelsdijk afkomstige evangelist was benoemd, werd er uitgekeken naar mogelijkheden om een inloophuis te openen. „Dit pand bleek al ruim twee jaar te huur te staan, maar de prijs was te hoog voor ons. We zijn in gesprek gegaan met de makelaar en hij bleek bereid om te zakken met de prijs. Op den duur was de prijs zo gunstig dat de stichting het kon gaan huren.” Dat gebeurt in oktober 2023. „En een paar maanden geleden hebben we het zelfs kunnen kopen. De Heere neigde de harten van onze achterban, zodat er genoeg geld kwam om het pand aan te schaffen.”
Behalve de koffietafel staat er in de voormalige winkel een kast met evangelisatiemateriaal en eentje met wat spullen die het huiskamergevoel moeten versterken: lampjes, boeken, spelletjes, tijdschriften – er liggen zelfs wat edities van RDMagazine.
Meer naar achteren staan kasten met tweedehandsboeken en rekken met tweedehandskleding. „Er hangt hier allemaal reformatorische kleding”, glimlacht De Geus. Evenwel verkoopt het heel goed. „De prijzen zijn laag. Mensen met een heel klein budget kunnen hier netjes gekleed de winkel verlaten. En daar wordt heel veel gebruik van gemaakt.”
Tijdens het interview stappen een handjevol bezoekers de inloop binnen. Een man in een scootmobiel komt even een „bakske koffie” drinken. Een wat oudere vrouw levert een bundeltje kleren af die in de kringloopwinkel verkocht kunnen worden. En een grijzende man met baard zit anderhalf uur te praten met Bert van den Heuvel. Het zijn volgens De Geus „vaste klanten”. Ze komen regelmatig binnen. „Het mooie is dat er echt al een soort huisgezin is ontstaan. De bezoekers kennen elkaar en ze kennen ons. Dat gewone contact, het bakje koffie, dat is heel belangrijk. Daar begint het mee. Op die manier bouw je aan de relatie en van daaruit probeer je mensen bekend te maken met Gods Woord en de noodzaak van de reiniging door het bloed van Jezus Christus.”
Het inloophuis is ook uitvalsbasis voor straatevangelisatie. „We delen folders uit. En af en toe zingen we met een groepje vrijwilligers op straat”, noemt De Geus. Daarnaast worden er in het pand verschillende activiteiten georganiseerd. Op een flyer die op tafel ligt, is te lezen dat er eens per twee weken op dinsdag een Bijbelstudie wordt gedaan en met dezelfde frequentie is er op zaterdagen een kinderclub. Verder is er maandelijks op zaterdag een lunch. En eens per twee weken is er op zondagmiddag een samenkomst, van halftwee tot drie uur. „We hadden niet verwacht dat we dat binnen een jaar al konden doen", vertelt De Geus. „Maar onze vaste bezoekers begonnen er zelf over. Ze zeiden: „Waarom houden jullie hier dan geen kerk?” Toen hebben we besloten ermee te beginnen.”
De samenkomst wordt gehouden op de plaats waar nu kledingrekken en boekenkasten staan. „Het staat allemaal op wieltjes, dus we kunnen het makkelijk wegrijden”, legt De Geus uit. Als de samenkomst aanvangt, zijn er soms maar vier mensen. Vaak zitten er aan het einde meer bezoekers. „We laten de deur hier altijd openstaan. Laatst kwam er tijdens de samenkomst een voor mij onbekende man binnenlopen. Hij zei dat hij het zingen zo mooi vond klinken dat hij wilde weten waar dat vandaan kwam. De man is op een stoel gaan zitten en heeft de hele samenkomst bijgewoond”, memoreert De Geus. „Dat zijn van die voorvallen waardoor we merken dat de Heere hier werkt. Hij zorgt dat de mensen binnenkomen, en dat ze ook blijven.”
„„Veel mensen hier weten nog wel iets van het christelijk geloof, maar kennis van de Bijbel is er vaak nauwelijks”” - Corné de Geus, evangelist in Oosterhout
Op amper tweehonderd meter van het inloophuis staat een enorme basiliek. De Geus merkt dat veel mensen uit het van oorsprong roomse Oosterhout nog wel iets weten van het christelijk geloof. „Maar kennis van de Bijbel is er vaak nauwelijks. Laatst kwam hier een vrouw op leeftijd binnen. We kregen een gesprek over het ouder worden. Ik vroeg: „Hoe gaat dat als u straks komt te sterven?” Ze antwoordde: „Ja, dan zal ik wel in het vagevuur komen. Ik weet niet hoelang dat zal duren, maar het zal uiteindelijk toch wel goed komen.” Ik vroeg of ze de Bijbel weleens gelezen had. Haar reactie: „Nee, dat hoeft ook niet, want we horen het van de pastoor.” Toen vertelde ik dat er nergens in de Bijbel over het vagevuur wordt gesproken. Ze was verbaasd. Ze zei: „Meent u dat echt?” Ze ging weg met de belofte dat ze toch eens in de Bijbel zou gaan lezen.”
Hoewel de inloop driekwart jaar geleden is verbouwd en ingericht, zijn er inmiddels alweer plannen voor een nieuwe verbouwing. „We zouden hier graag een keuken realiseren, zodat we ook warme maaltijden kunnen realiseren”, vertelt De Geus terwijl hij de wand achter de toonbank aanwijst. De vrijwilligers om die wand eruit te halen en een keuken te bouwen, staan al klaar. De betrokkenheid van de achterban is volgens De Geus heel groot. „Aannemers en andere vaklui bieden hun diensten kosteloos aan.”
Behalve de nieuwe keuken zijn er meer plannen voor uitbreiding. „We zouden graag elke dag open zijn, maar dat lukt nog niet. Daarvoor zijn er te weinig vrijwilligers. We hebben er nu zo’n 65. Dat lijkt veel, maar uiteraard kan niet iedereen iedere week helpen, dus het lukt niet om structureel per dag genoeg vrijwilligers hier te hebben.”
De middag is inmiddels aangebroken, en voor mij nadert de tijd om weer op de fiets te stappen. Maar voor ik vertrek, wordt er gegeten. Speciaal voor mij heeft De Geus bij de overburen een zeer uitgebreid lunchpakket gehaald, waar ik bijzonder blij mee ben. Niet in de laatste plaats omdat er een heel lange fietstocht richting Ridderkerk op stapel staat.