Forse toename kosten asielopvang: van 1,6 naar 2,7 miljard euro
De asielopvang heeft vorig jaar 2,7 miljard euro gekost, zo staat in het jaarverslag van het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA). Dat is een flinke toename vergeleken met het jaar ervoor, toen het COA 1,6 miljard euro nodig had voor de opvang van vreemdelingen. De voornaamste oorzaak is de hoge prijs die betaald wordt voor (crisis)noodopvang.
De opvang kostte in 2023 gemiddeld 30.400 euro per bewoner in de reguliere opvang. De zorg voor mensen in de noodopvang is ruim twee keer zo duur: daar wordt gemiddeld 69.400 euro voor betaald. Onder die opvang valt niet alleen het fysieke huis of de kamer waar iemand verblijft, licht een COA-woordvoerder toe, maar vallen ook de kosten voor onder meer de beveiliging, catering en zorg. Door een tekort aan reguliere opvangplekken zijn er meer (tijdelijke) noodopvanglocaties bijgekomen. De capaciteitsbehoefte nam volgens het COA in 2023 met bijna een derde toe.
Ook de duur van de opvang zorgt voor de hoge kostenpost. Het aantal mensen dat in de asielopvang verblijft groeit snel, omdat ze door verschillende redenen vaak te lang in de opvang blijven. Zo wachten nog ongeveer 16.000 statushouders in een azc op een woning. Ook zorgen de achterstanden bij de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) ervoor dat asielprocedures een langere behandeltijd kennen.
In 2021 kwamen de totale kosten voor de asielopvang nog uit op 726 miljoen euro. De stijgende kosten worden volgens het COA ook veroorzaakt door de nieuwe vluchtelingen en doordat de laatste jaren veel opvanglocaties moesten sluiten. Daarop moesten weer vervangende plekken gezocht en geopend worden.