De grote geschiedenis in een Staphorster verhaal
Eigenlijk is het niets nieuws wat ze doen, beseffen Liesbeth van Binsbergen en Roelie Koobs, auteurs van een geschiedenisverhalenbundel voor het basisonderwijs. Verhalen hebben hun kracht allang bewezen. Toch is hun boek ”De 20ste eeuw in 20 verhalen” een uniek project.
Hier zijn we allang mee bezig, dachten Roelie Koobs, Liesbeth van Binsbergen en Bart Hoeve, toen ze de laatste jaren steeds vaker berichten in de media zagen verschijnen over wat allemaal anders en beter zou kunnen in het leesonderwijs. Geen versimpelde teksten aanbieden, maar juist rijke? Het leesonderwijs verweven met andere vakken? Leren door verhalen te lezen? De drie vinden het heel logisch. „Aan welke leraar heb je de beste herinneringen?”, vraagt Hoeve, die al ruim veertig jaar verbonden is aan de Doornveldschool in Staphorst en nauw samenwerkte met de auteurs van het boek, Liesbeth van Binsbergen en Roelie Koobs. Om meteen zelf antwoord te geven: „Aan de juf of meester die zo mooi kon voorlezen en vertellen.”
De bundel ”De 20ste eeuw in 20 verhalen”, waarin de uitwerking van de wereldgeschiedenis op plaatselijk niveau getoond wordt, was een vier jaar durend project. De makers zijn niet de enigen die ervan overtuigd zijn dat je van verhalen veel leert. Hoeve vertelt over een recent bezoek aan Kamp Westerbork, met schoolkinderen. „Moeten jullie niet meer digitaliseren”, vroeg ik aan de gids. „Nee, ik denk dat we vooral verhalen moeten doorgeven”, zei zij. „Juist daardoor worden bezoekers geraakt.”
Vijf strepen
Dat was opnieuw een bevestiging dat ze met hun project op de goede weg zaten. Aanvankelijk was het plan om de Canon van Nederland, die in het geschiedenisonderwijs centraal staat, als uitgangspunt te nemen. Gaandeweg werd duidelijk dat het boek alleen over de twintigste eeuw moest gaan. Omdat er nog mensen in leven zijn die uit de eerste hand daarover kunnen vertellen. Dat was een goede keus. Koobs: „Van de mensen die we spraken zijn er nu al drie niet meer in leven.”
„Het was een goede keus om te beginnen met verhalen uit de 20e eeuw. Van de mensen die we spraken zijn er nu al drie niet meer in leven ” - Roelie Koobs, auteur
Zoals de oude vrouw uit Vollenhove. Zij was eigenlijk de aanleiding voor het starten van dit project, herinnert Koobs zich. Hoeve zag haar tien jaar geleden voor het eerst, op een herdenking van de executie van vijf verzetsmensen op 4 april 1945 aan de Zuidweg in Staphorst. Hoeve „Elk jaar kwam ze opnieuw en stukje bij beetje hoorden we wat ze had meegemaakt. Ze was die morgen wéér wakker geworden met vijf strepen op haar netvlies, vertelde ze op gegeven moment. __ Als elfjarig meisje had ze de vijf dode mensen zien liggen, als strepen in het gras. Liesbeth en ik zijn bij haar langsgegaan, eind januari 2020. Een halfjaar later is ze gestorven.” Van Binsbergen: „We kregen een bedankje van haar dochter en zoon dat dit verhaal net op tijd verteld was.”
De auteurs kwamen vaak via via met mensen in contact. Zo belde mevrouw Lassche Liesbeth van Binsbergen op, nadat die haar sprak voor het verhaal over de opkomst van winkels. „Ik heb een verrassing voor je”, zei ze. „Dat was Dominggus Manuputtij, een Molukker. Wat hij vertelde, kwam terecht in het verhaal over de Ambonezen die in de jaren vijftig en zestig in de kampen in Staphorst en Rouveen woonden. „Als bakkersdochter was Lassche een van de weinigen die in het Molukkenkamp kwamen. Om brood en kruidenierswaren te brengen.”
Kleinkinderen
De makers hopen dat het boek ervoor zorgt dat mensen hun persoonlijke verhalen ook gaan delen. „Misschien met hun kleinkinderen als die op school met dit boek bezig zijn.” Dat de geschiedenis erdoor dichtbij komt en dat het tegelijk winst oplevert voor het leesniveau. Hoeve: „Als je begrijpend lezen koppelt aan inhoud, zoals wij hier doen, is het win-win.”
Ook Janneke de Jong, recent benoemd tot lector geletterdheid bij Driestar educatief, liet zich tijdens de boekpresentatie positief uit over die combinatie van geschiedenis en begrijpend lezen, „die helemaal past bij de nieuwe inzichten van effectief leesonderwijs”. Daarbij draait het om rijke teksten, die niet eenvoudiger zijn gemaakt voor kinderen en die onder meer beeldend geschreven zijn „met variatie in het taalgebruik”, dingen die ze terugziet in de verhalenbundel. Wel wees ze erop dat zo’n bundel voor het leesonderwijs pas effectief is als het wordt gecombineerd met goed onderwijs.
Streektaal
Daar zijn Van Binsbergen, Hoeve en Koobs zich van bewust. Sowieso beseffen ze dat het niveau van de tekst hoog is: er komen moeilijke woorden in voor en veel van de dialogen zijn in dialect weergegeven. Van Binsbergen: „De streektaal is ook echt cultuur, en we vinden het mooi om die op deze manier te behouden.” Voor de leerlingen is dat geen probleem, verwachten ze. „Dit boek is gericht op Staphorster scholen en daar wordt heel veel gelezen”, aldus Van Binsbergen, die zelf ook jaren op de Doornveldschool lesgaf. „En de leerkracht heeft een rol om de leerling te helpen.”
„Er waren boeren in Staphorst die halflege melkbussen neerzetten als de melk werd opgehaald. Zodat het leek dat ze meer koeien hadden dan de buren” - Liesbeth van Binsbergen, auteur
Koobs: „We maken het ook makkelijk voor leerkrachten. Er zijn lesideeën beschikbaar via een website, je kunt bijvoorbeeld rekenen en debatteren naar aanleiding van de verhalen.” Van Binsbergen: „En we verbinden geschiedenis aan de actualiteit. Bij het thema watersnood is er bijvoorbeeld een vraag over hoe hoog het water hier zou komen als de zeespiegel stijgt door klimaatverandering.” Of neem het hoofdstuk over geld, waarin standsverschillen aan bod komen. Er waren boeren in Staphorst die halfvolle melkbussen neerzetten als de melk werd opgehaald. Zodat het leek dat ze meer koeien hadden dan de buren. Hoeve: „Zoals wij nu een auto of een telefoon gebruiken als statussymbool.”
In het boek zitten ontelbaar veel uren: onderzoek doen, mensen spreken, informatie checken, soms weer schrappen omdat er nieuwe feiten boven komen drijven. Is het niet jammer dat zo’n boek alleen maar geschikt is voor de regio Staphorst? „Op een gegeven moment ga je dat wel denken”, beaamt Koobs. „Maar dat lokale is ook meteen de kracht van het boek”, voegt Van Binsbergen toe. Het lijkt haar prachtig als elders in het land mensen iets vergelijkbaars willen maken. „De basis ligt er, ik denk dat anderen daar wel wat mee kunnen. Als er passie is, zijn er veel dingen mogelijk.”
De 20ste eeuw in 20 verhalen, Roelie Koobs en Liesbeth van Binsbergen; uitg. Jong in Staphorst, 128 blz.; € 15,- en € 6,95 verzendkosten via 20eeuwin20verhalen.nl