Ondernemers kochten de ‘als nieuwe’ BMW’s van brandschip Fremantle Highway – en zitten nu op de blaren
Een groep Rotterdamse ondernemers dreigt voor ruim 5 miljoen euro het schip in te gaan, doordat ze de ‘als nieuwe’ BMW’s van het verbrande schip Fremantle Highway van de rechter niet mogen verkopen. BMW stak daar een stokje voor.
Bijna dagelijks ziet Eric Bakker de 260 BMW’s die een groep Rotterdamse ondernemers eind oktober vorig jaar op de kop wist te tikken. Als nieuw zijn ze. En dat is nog best verwonderlijk als je bedenkt dat ze op de Fremantle Highway stonden, het autoschip dat vorige zomer ruim een week lang brandend ronddreef op de Noordzee.
Voor 5,1 miljoen euro kochten de ondernemers de auto’s van een verzekeraar uit Taiwan. „We zagen een mooie mogelijkheid”, zegt Bakker, die gespecialiseerd is in de verkoop van luxe auto’s. „Het gaat om heel mooie auto’s, waar in ons grote Rotterdamse netwerk veel interesse in was. Al snel kregen we veel vragen: Zijn ze erg beschadigd? Hoeveel gaan ze kosten?”
Dat ze een risico namen wisten ze wel: in het koopcontract stond al heel groot dat BMW vond dat de auto’s niet meer de weg op mochten. BMW vreest dat de auto’s technisch te veel geleden hebben door de brand en niet meer aan de kwaliteitseisen voldoen. De autobouwer wil het risico van aansprakelijkheidsclaims uitsluiten.
Uit onderzoeksrapporten van een onderzoeksbureau en BMW zelf blijkt dat de elektronica mogelijk beschadigd is, dat de autolak verkleurd kan zijn, en dat de auto’s sneller kunnen roesten als gevolg van vrijgekomen chemicaliën. Bij meerdere auto’s werd roet en ander vuil gevonden onder de motorkap.
Gezondheidsschade
De onderzoekers vrezen daarom dat de roetdeeltjes ook in de ventilatiesystemen kunnen zitten. „Die chemicaliën kunnen gezondheidsschade veroorzaken en zelfs levensbedreigend zijn, omdat sommige chemicaliën kankerverwekkend zijn”, staat in een rapport.
Reparatie van alle schade weegt volgens BMW niet op tegen de marktwaarde van de auto’s. Het bedrijf gaat ervan uit dat de auto’s die aan boord waren allemaal economisch total loss zijn. Ze kunnen maar het beste verkocht worden voor de prijs van oud ijzer en het rubber van de banden, meent BMW.
Bakker vindt inderdaad ook dat er geen auto’s verkocht moeten worden die beschadigd en niet veilig zijn. Maar de 260 auto’s die de Rotterdammers kochten zijn nu juist onbeschadigd van het schip gereden, verzekert hij. Ze stonden op de dekken 1 tot en met 4 en „daar was niets aan de hand”.
Onderzoeken
Om dat zeker te weten lieten de ondernemers de auto’s testen door het Duitse inspectiebureau TÜV Nord, een aantal andere onderzoeksbureaus en bandenleverancier Michelin. De advocaat van de ondernemers stuurt een samenvatting van de onderzoeken. Daarin staat dat de auto’s niet zijn blootgesteld aan brand, hitte of rook.
TÜV onderzocht zes auto’s en meent dat die in nieuwstaat zijn. Een ander bureau zocht bij zeven auto’s naar roetdeeltjes. Die vonden ze bij een van de auto’s, maar die deeltjes waren makkelijk weg te wassen. Een ander bureau zocht naar gevaarlijke chemicaliën en vond die slechts op één plek, maar zelfs daar bleven de waardes onder de grenswaarden voor voedselveiligheid. Plastics in en buiten de auto’s bleken niet gesmolten.
„Ik zou willen dat BMW eens bij ons langskomt, zodat ze kunnen zien dat de auto’s in goede staat verkeren” - Eric Bakker, autohandelaar
„Ik zou willen dat BMW eens bij ons langskomt, zodat ze kunnen zien dat ze in goede staat verkeren”, zegt Bakker. Maar in plaats daarvan is de relatie met de Duitse autobouwer uiterst slecht. Die stuurde waarschuwingsberichten naar de boordcomputers van de auto’s: „Dit voertuig heeft blootgestaan aan vuur. Er is mogelijk gezondheidsrisico voor gebruikers.” Zo’n mededeling alleen al maakt de auto’s onverkoopbaar.
Kort geding
Niet dat de auto’s op dit moment verkocht kunnen worden trouwens. BMW liet begin dit jaar beslag leggen op de auto’s. Tegen die maatregel verzetten de ondernemers zich afgelopen maanden. Ze begonnen een kort geding tegen BMW – en verloren.
De rechtbank in Den Haag boog zich niet over de vraag of de auto’s veilig zijn of niet; daarvoor had de rechter geen tijd. Voor de rechter is wel duidelijk dat de ondernemers de auto’s niet mogen verkopen. Dat komt doordat BMW de bewuste auto’s nooit voor verkoop in de EU bedoeld had. Ze zouden immers naar Taiwan gaan. Nu de auto’s toch in de EU aangeboden worden, mag BMW zich daartegen verzetten.
De ondernemers gaan tegen die redenering in beroep. Bakker is optimistisch dat het dan toch nog allemaal goed komt. Hij moet ook wel. Anders gaat het groepje ondernemers voor 5 miljoen euro het schip in. „Daaraan willen we nog niet denken.”