Sociale media moeten harder optreden tegen nepnieuws en desinformatie
Na de Amerikaanse presidentsverkiezingen van 2016 pakten sociale media de verspreiding van nepnieuws en desinformatie flink aan. Van die voortvarendheid is weinig meer over, bleek na de aanslag op Trump.
Sociale netwerken als Facebook, Instagram en Twitter (tegenwoordig X) speelden in aanloop naar de Amerikaanse presidentsverkiezingen van 2016 een bedenkelijke rol. Onjuiste informatie en complottheorieën verspreidden zich razendsnel. In de jaren erna poogden de sociale netwerken de vloed aan nepnieuws in te dammen. Ze bouwden veiligheidsmaatregelen in, gingen strenger modereren en verwijderden de ene na de andere bekendheid van hun platforms. Ook Trump werd de toegang tot onder andere Facebook en Twitter ontzegd, vanwege zijn rol bij de Capitoolrellen.
Gebruikers van deze sociale media konden onder bepaalde berichten ineens een waarschuwing aantreffen: „Dit bericht kan misleidend zijn”. Met name rond grote nieuwsgebeurtenissen, zoals de coronapandemie, verkiezingen en de oorlog in Oekraïne, probeerden de platforms op die manier bij te dragen aan correcte informatievoorziening. Een terechte inspanning, gezien de miljarden mensen die wereldwijd hun nieuws van deze netwerken halen.
Het heeft er echter alle schijn van dat de netwerken hun verantwoordelijkheid minder ernstig nemen. Dat geldt in elk geval voor X, het voormalige Twitter. Dit platform is sinds oktober 2022 eigendom van techmiljardair Elon Musk. Hij sneed fors in het personeelsbestand van het bedrijf. Met name de afdelingen die desinformatie bestrijden, moesten het ontgelden. Musk ziet X als een dorpsplein, waar alles gezegd moet kunnen worden. Van de strenge controle op onjuiste informatie is weinig meer over.
Dat bleek duidelijk in de uren na de aanslag op Trump, zaterdagavond. Al snel gingen allerlei complottheorieën rond, als zou de aanslag een vooropgezet plan zijn geweest van de Secret Service of een poging van Democraten om Trump het zwijgen op te leggen. Musk vroeg zich op zijn eigen platform hardop af of er „opzettelijk” fouten zijn gemaakt. Ronduit kwalijk is dat X de term ”staged” (in scène gezet) als populair onderwerp aanbeval bij zijn gebruikers.
Zo werkt het platform de verspreiding van complottheorieën actief in de hand. Daardoor zagen miljoenen mensen allerlei berichten vol leugens, valse beschuldigingen en haat.
Het is op zichzelf niet vreemd dat mensen na een grote nieuwsgebeurtenis vragen stellen of speculeren. Hoe kon de schutter zaterdag ongehinderd op het dak klimmen? Waarom werd hij niet eerder gezien? Helaas hebben mensen in dit soort omstandigheden een onverzadigbare honger naar informatie, zelfs –of misschien juist wel– als die niet klopt.
Sociale netwerken hebben hierin dan ook een enorme verantwoordelijkheid. Ze kunnen de spreekwoordelijke lont in het kruitvat zijn. Daarom moeten ze keihard optreden tegen nepnieuws en desinformatie, desnoods hiertoe gedwongen door strengere wet- en regelgeving.