Hij moest in juli 2014 in allerijl zorgen voor een „waardige” terugkeer van de slachtoffers van vlucht MH17 naar Nederland. Johan van Soest, toen commandant van Vliegbasis Eindhoven: „Als ik in een stille omgeving touwen tegen een vlaggenmast hoor tikken, moet ik altijd denken aan de vliegramp.”
Militairen die lijkkisten uit het vliegtuig dragen. Rijen lijkwagens op uitgestorven snelwegen. Massa’s Nederlanders op viaducten. De beelden uit juli 2014 van het eerbetoon aan de teruggebrachte slachtoffers van de MH17-ramp staan in het collectieve geheugen gegrift.
Het was kolonel Johan van Soest (55) die daags na de ramp de taak kreeg om de terugkeer van de slachtoffers naar Nederland in goede banen te leiden. „De toenmalige commandant luchtstrijdkrachten, wijlen Sander Schnitger, vroeg me te zorgen voor een waardige ceremonie”, blikt Van Soest, destijds commandant van de Vliegbasis Eindhoven terug. „We hadden gehoord dat in Oekraïne op de rampplek oneerbiedig met de slachtoffers was omgesprongen. We wilden dat de nabestaanden hier iets van eerherstel voor hun dierbaren zouden krijgen. Nu ik daarover praat, voel ik weer de emoties naar boven komen.”
Schouders
In allerijl moest hij een plan optuigen dat voorzag in aankomst van de slachtoffers met ceremonieel vertoon. Van Soest, vroeger jarenlang F16-vlieger: „Ik was als jachtvlieger tijdens uitzendingen gewend om in korte tijd beslissingen te nemen.”
Een flinke uitdaging was om binnen een enkele dag tientallen militairen te vinden die de lijkkisten uit de vliegtuigen zouden dragen en naar de rouwauto’s zouden brengen. „Binnen defensie hadden we de beschikking over een enkele draagploeg. Maar na de MH17-ramp hadden we wel acht van die ploegen nodig. We werden geconfronteerd met ongekende aantallen slachtoffers. Uit het hele land trommelden we militairen op. Die gaven we snel een training. Het is geen makkelijke exercitie om met acht mensen een kist uit een vliegtuig te dragen, op de schouders te plaatsen, een eind over de vliegbasis te manoeuvreren en vervolgens de kist volgens protocol in een rouwauto te zetten. Mijn grootste vrees was dat een van de dragers zou struikelen. Dat is gelukkig niet gebeurd. Zo’n beeld op internet zou jarenlang terugkomen.”
„We wilden dat de nabestaanden hier iets van eerherstel voor hun dierbaren zouden krijgen” - Johan van Soest, oud-commandant van Vliegbasis Eindhoven
Rouwwagens
Ook lijkwagens moesten snel worden geregeld, vertelt Van Soest, tegenwoordig adviseur op het terrein van defensievraagstukken. „We hadden zo’n veertig rouwauto’s nodig. Ik wilde per se dat ze allemaal zwart waren. Anders krijg je zo’n ratjetoe. We haalden de rouwwagens overal uit het land vandaan. Ze zagen er nagenoeg hetzelfde uit. Bij elke opgestelde rouwwagen op de vliegbasis stond telkens een militair.”
Nederlandse én Australische transportvliegtuigen vlogen in de maanden na de ramp op verschillende dagen de lichamen vanuit Oekraïne naar Eindhoven. „Nederland gebruikte de C-130 Hercules, Australië de Boeing C-17 Globemaster. Die is groter en vliegt sneller. We wilden dat de toestellen gelijktijdig op Vliegbasis Eindhoven zouden landen. Dus vertrok de C-130 een paar uur eerder uit Oekraïne. De motoren van de gelande vliegtuigen moesten gelijktijdig tot zwijgen komen. Pas nadat een vliegtuig in Oekraïne was opgestegen, belde ik naar de bemanning om te vragen hoeveel kisten er exact zouden komen. Dan had ik zekerheid. Want op de grond in Oekraïne zou op het laatst nog wat kunnen veranderen.”
„Uit het hele land trommelden we militairen voor draagploegen op; we gaven hun snel een training”
Trompettist
De vliegtuigen werden aan de grond gezet met de laadruimte niet zichtbaar voor de nabestaanden, blikt Van Soest terug. „In die ruimte stonden kisten om logistieke redenen uiteraard op elkaar gestapeld en vastgesjord. Uit respect wilden we mensen dat beeld niet laten zien.”
Eenduidigheid tijdens alle ceremonies achtte Van Soest van cruciaal belang. Dus de eerste massaal bezochte plechtigheid op 23 juli 2014, toen veertig kisten terugkwamen, verliep min of meer hetzelfde als latere ceremonies met minder kisten. Dus telkens gemarkeerde plekken voor de rouwauto’s, vaste plaatsen voor nabestaanden en hoogwaardigheidsbekleders, stilte, een trompettist die de Last Post speelt, netjes teruglopen bij de rouwauto’s vandaan. „Na de eerste ceremonie vroeg ik toenmalig premier Rutte om feedback. Hij zei: „Het ging heel goed, niks aan veranderen.””
Aan ceremonies valt altijd wel wat te verbeteren, zegt Van Soest. „Helemaal perfect wordt het nooit. Tijdens de zeer stille momenten tijdens de eerste plechtigheid hoorde ik achter de vliegbasis motorgeluid van vermoedelijk jetskiërs. Toen heb ik de politie gevraagd daar een eind aan te maken.”
„Het is nogal wat om urenlang met een vliegtuig vol lijkkisten te vliegen”
Rare emoties
Hij wilde het de nabestaanden zo veel mogelijk naar de zin maken. „Zij stonden centraal. Ik vond het belangrijk dat ze tijdens hun verblijf op de vliegbasis netjes te eten en te drinken hadden. Ze mochten na afloop ook in de transportvliegtuigen komen kijken. Overigens had het overbrengen van de slachtoffers ook veel impact op de militairen. Het is nogal wat om urenlang met een vliegtuig vol lijkkisten te vliegen. Militairen zijn ook maar mensen.”
Getroffen was Van Soest door de dankbaarheid van de nabestaanden. „Ze applaudisseerden als een ceremonie op de vliegbasis voorbij was. Er kwamen heel rare emoties vrij. Ik dacht: hoe kun je in vredesnaam dit respect opbrengen als jouw dierbare is overleden? Maar mensen wisten dat het in Oekraïne zo’n bende was en waren blij dat de lichamen van hun geliefden terugkwamen. Dit gebaar van de nabestaanden heeft alle militairen zeer goedgedaan. Ik zal nooit vergeten dat een jochie naar me toe kwam en zei: „Bedankt voor het thuisbrengen van mijn opa en oma.””
Dit is deel 1 van een tweeluik over de MH17-ramp, die zich tien jaar geleden voordeed.