Tekort aan bouwvakkers neemt af
De verwachtingen voor de bouw zijn dit jaar niet positief; experts verwachten dat de sector krimpt. Dat geeft zorgen bij bedrijven, maar voor hen is er ook een voordeel: het tekort aan personeel daalt.
De totale omzet in de bouw neemt volgens de ABN AMRO in 2024 met 2,5 procent af. Voor volgend jaar verwacht de bank dat er stabilisatie optreedt. Sectoreconoom Paul Bisschop geeft aan dat de sector te maken heeft met verschillende hardnekkige uitdagingen.
Zo heeft de hogere rente ervoor gezorgd dat de vraag naar nieuwbouw is gedaald. Ook zijn veel projecten er financieel minder aantrekkelijk door geworden, waardoor ze soms niet doorgaan.
In de huurmarkt staan rendementen onder druk, doordat de overheid eisen stelt aan de betaalbaarheid van nieuwe huizen.
Vergunningen
Daarnaast spelen volgens Bisschop een gebrek aan bouwlocaties en beperkingen in de energie- en watervoorziening de bedrijven steeds vaker parten. Ook het verlenen van vergunningen verloopt langzamer dan gewenst en vervolgens hinderen trage procedures de bouw.
Bedrijven hebben ten slotte te maken met toenemende wet- en regelgeving op duurzaamheidsgebied. Bisschop: „Dat leidt tot meer werk en vaak ook tot vertraging.”
„Bedrijven doen er goed aan zuinig op hun mensen te zijn” - Paul Bisschop, sectoreconoom ABN AMRO
Een teruglopende omzet dus, waardoor er minder werknemers nodig zijn. En daardoor daalt de krapte aan personeel merkbaar. In 2022 gaf bijna 23 procent van de bouwbedrijven aan dat het tekort aan arbeidskrachten hun belangrijkste belemmering was. Nu is dat nog maar 12 procent. Bijna 60 procent van de ondernemingen zegt zelfs helemaal geen belemmeringen meer te ervaren als het gaat om het aantrekken van voldoende werknemers.
Vergrijzing
De bouwbedrijven zitten dus ruimer in hun personeelsjasje, maar waarschijnlijk is dit tijdelijk. Net als in de meeste andere sectoren is er in de sector sprake van vergrijzing. Een kwart van de werknemers is 55 jaar of ouder. In de komende jaren zullen er dan ook heel wat timmerlieden en metselaars met pensioen gaan. Tot 2040 gaat het daarbij naar schatting om een kwart van alle werknemers in de bouw.
De bedrijven doen er volgens Bisschop dan ook goed aan om „zuinig op hun mensen te zijn”. Hij wijst op de bouwcrisis tussen 2010 en 2015, toen veel bouwvakkers de sector noodgedwongen verlieten omdat er geen werk voor ze was. „Toen de markt aantrok, kwamen deze mensen niet terug.”
De sectoreconoom ziet nog een andere reden voor de bouwbedrijven om hun personeel ook in mindere tijden vast te houden. „Er zijn steeds minder jongeren om de taken over te nemen van de mensen die de arbeidsmarkt verlaten.”
Passend huis
Bouwend Nederland, met ruim 4600 aangesloten bedrijven de grootste ondernemersorganisatie in de bouw- en infrasector, herkent de uitdagingen die de ABN AMRO schetst. Woordvoerder Roul Velleman geeft aan dat de bouw steeds verder achterloopt op de overheidsdoelstelling om 100.000 huizen per jaar te bouwen. „Daardoor wordt het voor woningzoekenden alsmaar lastiger om een passend huis te vinden.”
Nieuwe regering
Veel ondernemers in de bouw zijn optimistisch als het gaat over de wat langere termijn. De nieuwe regering is van plan om belemmeringen in de wetgeving aan banden te leggen. Zo moeten de mogelijkheden om bezwaar te maken tegen de komst van nieuwe huizen worden ingeperkt, waardoor jarenlange vertragingen worden vermeden. Bisschop plaatst echter een kanttekening. Volgens hem is het slagen van deze plannen deels afhankelijk van lokale overheden en hij is er niet van overtuigd dat die altijd voldoende middelen en slagkracht hebben.