Giften onder druk; dit kunnen goede doelen doen
Goede doelen krijgen minder geld binnen. Dat blijkt uit het tweejaarlijks rapport ”Geven in Nederland” van het Centrum voor Filantropische Studies van de VU dat deze week verscheen. In 2022 gaf Nederland 5,3 miljard euro aan goede doelen. Dat is minder dan in het coronajaar 2020. Houden Nederlanders meer dan voorheen de hand op de knip?
Uit een rondgang onder christelijke hulporganisaties blijkt dat de geldstroom daar niet kleiner is geworden, enkele organisaties daargelaten. Zij spreken van een stabiele of zelfs gegroeide inkomstenstroom en kunnen rekenen op een trouwe, milddadige achterban.
Toch is er voor die organisaties geen reden om achterover te leunen. Wat vandaag in seculiere kringen plaatsvindt, kan zich morgen op christelijk erf manifesteren. Het is daarom niet uitgesloten dat ook daar de giftenstroom in de toekomst afneemt.
Een factor die daaraan kan bijdragen is het plan van de nieuwe regering om de giftenaftrek fors te versoberen. Vooralsnog is dat slechts een niet uitgewerkt plan. De nieuwe minister van Financiën moet dat concreet gaan uitwerken. En de Kamer moet ook nog instemmen met dit idee. Ook al leeft daar verzet, de toon is gezet. Dat betekent dus dat de giftenaftrek ter discussie komt te staan en dat zou in de toekomst weleens effect kunnen hebben op de inkomsten van christelijke hulporganisaties.
Een tweede punt is dat de gevers, ook in christelijke kring, kritischer worden. De tijd ligt achter ons dat het geld aan de algemene pot van een hulporganisatie werd gegeven en er verder geen vragen waren. De gever van nu wil weten wat er met zijn geld gebeurt en wel zo concreet mogelijk. Op zichzelf is er niets mis met die meer kritische instelling van de gevers. De geschiedenis heeft geleerd dat transparantie nuttig en nodig is. Maar de vanzelfsprekendheid om te geven wordt daardoor wel minder. En organisaties moeten meer investeren in binding van de achterban.
De besteding moet ook niet te lang op zich laten wachten. Spaarpotjes bij hulporganisaties, zoals die er voorheen wel waren, zijn vandaag de dag minder gebruikelijk. Mede daardoor doen kortlopende noodhulpacties het vaak beter dan langlopende, structurele projecten. Organisaties zullen die dus op creatieve en aansprekende manier blijvend onder de aandacht moeten brengen.
Een derde is dat jongeren gemotiveerd moeten worden om de christelijke plicht tot milddadigheid te beoefenen. Vanouds leerden kinderen dat al zodra ze mee naar de kerk gingen. Dat moet nu op een andere manier. Iedere kerkdienst kwam de collectezak langs, maar als gevolg van de coronamaatregelen is die vervangen door digitaal geven. Dat kan thuis vanaf de bank worden gedaan. Daarmee raakt de gewoonte om wekelijks geld af te zonderen uit het zicht van kinderen en dat is verlies.