Cultuur & boekenRecensie
Waargebeurd of niet? Wie dit kinderboek leest wordt aan het denken gezet

Violet Sopjes heeft een bijzonder plan. Ze wil met alle kinderen uit haar klas een keer spelen. Terwijl deze Violet, de 11-jarige hoofdpersoon in ”De lijst van Violet Sopjes”, helemaal niet houdt van mensen ontmoeten en van praten met vreemden.

Illustratie uit ”De lijst van Violet Sopjes”. beeld Yoko Heiligers
Illustratie uit ”De lijst van Violet Sopjes”. beeld Yoko Heiligers

Tijd om te oefenen dus, vindt Ingeborg – haar therapeut, al wordt dat woord niet genoemd. Violet krijgt opdrachten waarmee ze haar angsten moet overwinnen: elastiekjes vragen aan de postbode, in de supermarkt informeren waar het snoep ligt. En, nog erger: daar vragen of ze tennisrackets verkopen. Iedereen zal vast geloven dat ze raar is, denkt Violet. Zelf verzint ze het verrassende plan om met iedereen uit de klas een speelafspraak te maken. Om zo nóg beter te worden in het ontmoeten van mensen. Haar vorderingen schrijft ze op in schriften.

Kinderboekenauteur David Vlietstra. beeld Maarten Westmaas

David Vlietstra maakte al diverse boeken, maar met dit bijzonder originele exemplaar valt hij op. Het is een hele kunst om zo’n lichtvoetig boek te maken over een 11-jarig meisje dat in feite kampt met psychische problematiek. De auteur (of is het Violet?) speelt bovendien voortdurend slim met de begrippen waargebeurd en verzonnen. De avonturen die Violet met haar klasgenoten beleeft zijn op z’n minst wonderlijk. Bij klasgenoot Xiomaera is ooit een boekverfilming van ”Wiplala” (van Annie M.G. Schmidt) opgenomen, de opa van Disco (inderdaad, de klasgenoten hebben nogal bijzondere namen) wil het record van de hink-stap-sprong verbeteren. Al snel worden de gebeurtenissen nóg vreemder en daarnaast zijn er ook andere signalen dat het misschien niet helemaal zeker is of Violet de werkelijkheid beschrijft. Ze heeft het bijvoorbeeld uitgebreid over broodjeaapverhalen, waarbij je de feiten niet kunt checken. Maar ze vertelt ook over dingen die wel echt gebeurd zijn, zoals het verhaal over haar naamgenoot die de ramp met de Titanic én twee andere rampen overleefde. Naar deze vrouw is ze zelfs vernoemd, want haar vader is dol op zulke waargebeurde sterke verhalen.

Violet is een heerlijk eigenzinnig boekpersonage. „Ik houd er niet van om met z’n allen ergens van te houden”, zegt ze bijvoorbeeld. En waarom moet je op een topotoets eigenlijk maar tien plaatsen invullen als je er twaalf hebt geleerd? Ook is ze is dol op ordenen. Als het niet lukt om keurig op alfabetische volgorde met haar klasgenoten te spelen, zoekt ze heel vindingrijk naar nieuwe mogelijkheden om er iets geordends van te maken. In feite zit daar ongetwijfeld iets dwangmatigs achter, maar zo komt dat in eerste instantie niet over. Op zo’n manier verweeft Vlietstra het hele boek door het lichte van het verhaal met de serieuze problematiek die op de achtergrond speelt. Iets wat de laatste jaren overigens vaker gebeurt in kinderboeken, bijvoorbeeld in ”Struikmeisje” (2023) van Tineke Honingh en ”Gozert” (2020) van Pieter Koolwijk.

Her en der in het boek ontspinnen zich licht filosofische gesprekjes. Zoals met klasgenoot Jamie, met wie Violet als eerste een afspraak heeft: Is het begin van iets altijd beter (de eerste hap) of juist het eind (de laatste postzegel van een verzameling)? Het knappe is dat zulke uitstapjes altijd een functie hebben in het verhaal. Want is Jamie, de klasgenoot met wie Violet het eerste afspreekt, als het eerste hapje van een hamburger en wordt het hierna geleidelijk aan minder, of is hij als de eerste bladzijde van een boek en wordt het hierna steeds beter?

Over dit boek gesproken: dat wordt in elk geval gaandeweg steeds beter. Vlietstra heeft een knappe constructie bedacht waarmee hij de lezer echt verrast. Tegelijk schrijft hij zo goed en soepel dat je niets merkt van al het denkwerk dat daarachter moet zitten. Spijtig genoeg wordt niet álles mooier: twee keer klinkt er een populaire uitroep waarin de Naam van God klinkt. Absoluut waarheidsgetrouw, want het gaat om een kreet die door tienermeisjes veel wordt gebruikt. Maar nodig? Nee.

Een zwaar boek is ”De lijst van Violet Sopjes” zeker niet. Er is een verwijzing naar Pippi Langkous, er komen –om iets te noemen– springlevende dodo’s in voor. Maar ook geeft het, ondanks het absurdistische gehalte, een integer kijkje in de wereld van een meisje dat het niet makkelijk heeft.

De lijst van Violet Sopjes, David Vlietstra (ill. Yoko Heiligers); uitg. Gottmer; 224 blz.; € 17,99

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl
Meer over
Recensies

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer