Europa leunt steeds meer op andere landen om de irreguliere migratie aan banden te leggen. Dat kost de EU handenvol geld en invloed en lost het probleem niet op. Er is een andere, moreel verantwoorde aanpak nodig.
De Europese aanpak van migratie leunt sterk op de uitbesteding van grensbewaking aan niet-lidstaten, vooral in het Midden-Oosten en Noord-Afrika (de zogenaamde MENA-landen). Veel uiterst rechtse politici zijn erg enthousiast over dat beleid. Al negentien lidstaten hebben in een brief opgeroepen om „verder te gaan dan het EU-migratiepact” en het migratiebeleid nog meer uit te besteden.
De aanpak is in theorie tweeledig: Europa stuurt geld naar de MENA-regeringen, aan de ene kant om het aantal vertrekken vanuit hun landen te beperken, anderzijds om de levensomstandigheden in eigen land te verbeteren, waardoor mensen minder geneigd zullen zijn om te vertrekken.
In de praktijk worden veel van die middelen echter gebruikt voor gewelddadige antimigratiemaatregelen buiten het Europese rechtsbestel. De uitbesteding druist daardoor in tegen de Europese waarden vrijheid, rechtvaardigheid en waardigheid. Zo komt de Europese invloed als morele macht in het gedrang.
De kortzichtige, dure en ineffectieve strategie ondermijnt uiteindelijk de Europese geloofwaardigheid en slagkracht op het wereldtoneel. Ze schaadt het aanzien van de EU. Bovendien lukt het niet om zo de irreguliere migratie te beperken of de oorzaken van het probleem aan te pakken. Wel zijn door de aanpak tienduizenden mensen in gevaar gebracht, geruïneerd of zelfs om het leven gekomen.
Uit een EU- onderzoek van 2023 blijkt dat tussen januari en juli 2022 elke dag 5 migranten zijn omgekomen in de Middellandse Zee en in totaal 29.734 mensen als vermist zijn opgegeven.
Grote bedragen
De Europese uitbesteding van grensbewaking startte kort na het jaar 2000 maar kwam pas echt op stoom tijdens de migratiecrisis van 2015. Sindsdien zijn onder het mom van ”migratiebeheer” enorme sommen naar buurlanden gegaan.
De grootste brok is afkomstig van het Asiel, Migratie en Integratiefonds , goed voor 9,9 miljard euro over de periode 2021-2027 (een duidelijke groei tegenover de 3,14 miljard tussen 2014 en 2020).
Daarnaast zijn er specifieke deals en partnerschappen afgesloten om de migratie te beperken. Denk aan het akkoord van 6 miljard tussen de EU en Turkije, het pakket van 210 miljoen euro voor Mauritanië (tot 2027) en het miljard dat is beloofd aan Libië voor de periode 2024-2027.
Desondanks blijft de irreguliere migratie naar de EU toenemen. Eind vorig jaar noteerde de Internationale Organisatie voor Migratie 264.000 irreguliere aankomsten . Dat is een duidelijke stijging ten opzichte van 2022 (190.000) en 2021 (150.000).
Wantoestanden
Er zijn verschillende onderzoeksrapporten gepubliceerd over praktijken in Mauritanië, Marokko en Tunesië waarbij migranten (onder wie kinderen en zwangere vrouwen) werden achtergelaten in afgelegen woestijngebieden. Hoewel Brussel elke betrokkenheid daarbij ontkent, hebben volgens mediaberichten „twee hooggeplaatste bronnen bij de EU gezegd dat het onmogelijk is om helemaal te controleren waarvoor het Europese geld uiteindelijk gebruikt wordt”. Door migratiebeleid uit te besteden aan autocratische en wrede regimes die de oorzaken niet aanpakken, schaadt de EU haar reputatie op het vlak van mensenrechten.
Een voorbeeld is de samenwerking van de EU met Libië om de migratie langs de Middellandse Zee te beperken. Ondanks goed gedocumenteerde mensenrechtenschendingen in Libische detentiecentra –inclusief foltering, dwangarbeid en seksueel geweld– blijft de EU investeren in opleiding en financiële steun voor de Libische kustwacht om migrantenboten te onderscheppen en ze terug te brengen.
De laatste weken zijn er ook berichten opgedoken over ernstige wantoestanden rond migranten in het Noord-Afrikaanse land. Onder meer over mannen die verkocht zijn op slavenveilingen. Dit wijst op extreme wreedheid tegenover vluchtelingen die vast komen te zitten in het land. Toch blijft de EU vasthouden aan het partnerschap . Ze zegt zo levens te redden op zee, maar blijft blind voor de nachtmerrie waar de migranten mee te maken krijgen als ze teruggevoerd worden naar Libië.
Manipulatie
Cruciale veiligheidsfuncties toevertrouwen aan instabiele en autocratische regimes maakt de EU ook kwetsbaar voor politieke crises en manipulatie. Tijdens de Arabische Lente van 2011 dreigde de Libische leider Muammar Gaddafi bijvoorbeeld een „stroom van migranten” te ontketenen als Europa de demonstranten bleef steunen. Sindsdien heeft ook Turkije een soortgelijke strategie gevolgd, ondanks nog eens 3 miljard euro aan steun boven op de migratieovereenkomst van 2016. Wit-Rusland wordt beschuldigd van vergelijkbare praktijken aan de grens met Polen, als vergelding voor EU-sancties.
De overtuiging dat geld alleen mensen ervan kan weerhouden hun land te verlaten, gaat voorbij aan het feit dat er fundamentele veranderingen van binnenuit nodig zijn in die landen. Als het geld eenmaal is overgemaakt, is er weinig wat autoritaire regeringen ervan weerhoudt het te gebruiken om hun regimes in stand te houden in plaats van hervormingen door te voeren die de burgers ten goede komen.
Desillusie
Door haar eigen waarden op het spel te zetten, afhankelijk te worden van onbetrouwbare regimes en risico’s te nemen, vermindert de EU haar capaciteit om als een sterke en overtuigende leider op te treden op het internationale toneel. Als Europa geloofwaardig wil blijven, de eigen principes hoog wil houden en invloedrijk wil blijven, dan moet het een principiële migratieaanpak hanteren.
Ook het idee dat harde akkoorden rond de uitbesteding van grensbewaking de uiterst rechtse sentimenten in Europa kunnen sussen, zou wel eens op een desillusie kunnen uitdraaien. In plaats van de oorzaken van migratie aan te pakken, tasten dergelijke maatregelen de Europese geloofwaardigheid alleen maar verder aan in de ogen van de eigen burgers en de internationale gemeenschap. De afkalvende macht en invloed, in combinatie met een duidelijk onvermogen om de eigen waarden hoog te houden, is brandstof voor uiterst rechtse partijen en hun bondgenoten .
De EU moet kiezen voor een evenwichtiger aanpak die is gestoeld op principes. Er zijn veel manieren waarop dat kan: steun aan zinvolle democratische hervormingen in de MENA-landen; een sterkere verantwoordingsplicht afdwingen op het gebied van migratiebeheer; veilige migratieroutes om migranten minder afhankelijk te maken van irreguliere trajecten en mensensmokkelaars.
De huidige strategie faalt op alle punten jammerlijk. Ze komt eigenlijk neer op ‘geld gooien naar het probleem’. Geld dat, als het juist wordt gespendeerd, mensenlevens kan redden, de levensstandaard en de economieën van de MENA-landen kan verbeteren en de drijfveren om die landen te verlaten kan afzwakken.
De auteur is politicoloog aan de IE Universiteit in Madrid. Bron: IPS/The Conversation