Péter Makkai op de bres voor sociaal zwakkeren in Roemenië
Péter Makkai is Hongaars hervormd predikant en politicus. Van 2021 tot 23 juni 2023 was hij in Roemenië staatssecretaris van het ministerie van Arbeid en Maatschappelijke Solidariteit. „Voor mij was het een roeping.”
Péter János Makkai behoort in Roemenië tot de Hongaarse minderheid. De etnische Hongaren maken 6,5 procent van de Roemeense bevolking uit. Toen Roemenië na de Revolutie van 1989 een democratie werd, richtten de Hongaren de Uniunea Democrată Maghiară din România (UDMR) op, of zoals de Hongaarse naam luidt: Romániai Magyar Demokrata Szövetség (RMDSZ). In verschillende coalities was de UDMR vanaf 1996 bijna ononderbroken een coalitiepartner in Roemeense regeringen. Van 2021 tot 23 juni 2023 was Péter Makkai in Roemenië staatssecretaris van het zogeheten ministerie van Arbeid en Maatschappelijke Solidariteit.
Makkai, die zijn predikantsopleiding deed aan het Theologische Protestantse Instituut in Cluj, studeerde in Nederland aan de toenmalige Theologische Universiteit Kampen (TUK) en aan de Theologische Universiteit Apeldoorn (TUA) bij dogmaticus prof. J.W. Maris.
Vanaf 2006 was Makkai betrokken bij verschillende instellingen, onder andere voor gehandicaptenzorg, kinder- en ouderenzorg. In 2008 richtte hij de Stichting Diakónia op, een christelijke stichting gevestigd in de stad Sepsiszentgyörgy (Roemeens: Sfântu Gheorghe). Deze stichting zorgt voor beschermde woonvormen en arbeidsplekken voor mensen met een handicap. De Hongaarse Hervormde Kerk in Roemenië vroeg Péter Makkai de leiding van de afdeling voor Romazending en maatschappelijk werk op zich te nemen.
In een radio-interview zei u eens dat op uw departement een gehandicapte werkte en dat uw departement als enige een gehandicapte in dienst had. Is dat tekenend?
„In mijn lezing vorige week op de CPOE-conferentie ( Christelijk Platform Oost-Europa , GvD) heb ik een beeld van het sociale klimaat geschetst. Hoewel er onmiskenbare verbeteringen zijn, moet er nog veel worden gedaan. Er zijn zo’n 800.000 gehandicapten en velen krijgen wel wat financiële ondersteuning, maar leven nog in slechte omstandigheden. In de instituten is de zorg beperkt tot eten en drinken en schone kleren, maar verder is er geen programma, niemand bemoeit zich met hen.
„Christelijke instanties moeten blijven aankloppen om subsidies en zich niet laten wegsturen door overheidspersonen ” - Péter Makkai, voormalig staatssecretaris in Roemenië
Volgens mij ligt hier ligt een taak voor de Nederlandse hulporganisaties. Zij kunnen een verschil maken door aan te dringen op een zinvolle bezigheid voor gehandicapten. Zeker, er is een ontwikkeling ten goede gaande, het streven is de komende vijf jaren zo’n 11.000 gehandicapten buiten de instellingen te laten leven. Ook de ouderenzorg zou verbeterd kunnen worden. Naast een karig pensioen zouden ouderen extra steun moeten krijgen om de extra zorg te financieren.
Sinds april 2024 is er in Roemenië een nieuwe wet. Dat is een grote vooruitgang. Niet de staat bepaalt en regelt alles, zoals voorheen. Als deze wet, die meer cliëntgericht is, wordt uitgevoerd, dan mogen lokale overheden naar de behoefte van de cliënt beslissen. Een grote vooruitgang. Al zijn er altijd de bureaucratie en ingewikkelde regelgeving die het aanvragen bemoeilijken.”
Na uw lezing kwam er nogal wat reactie vanuit de zaal, in de trant van: mooie wetgeving, in theorie is alles prachtig geregeld, maar de praktijk is anders. Wat zegt u daarop?
„Ik weet ook wel dat de bureaucratie verschrikkelijk is. Daarbij komt nog de Europese regelgeving die het nog ingewikkelder maakt. Ik weet dat sommige charitatieve instanties zoveel formulieren moeten invullen dat het 60 procent van hun werk uitmaakt. Desondanks hamer ik erop dat zij gebruik moeten maken van hun recht. De christelijke instanties moeten blijven aankloppen met verzoeken voor subsidies en zich met een beroep op de wet niet laten wegsturen door overheidspersonen als die nog vastzitten in de oude denkpatronen, want dat is hun recht.”
U kwam als Hongaars hervormd predikant in de Roemeense regering. Was er ooit een innerlijk conflict?
„Nee, want voor mij was het een roeping. In Oost-Europa vinden sommigen het vreemd en onverenigbaar, maar ik weet dat in Nederland de dominee in de politiek niet onbekend is.”
Had u toen u staatssecretaris was goede contacten met de Roemeens-Orthodoxe Kerk? Want die kerk had niet de reputatie sociaal bewogen te zijn.
„Dat beeld werd wel eens neergezet, maar dat is een karikatuur. Ook in de Roemeense Orthodoxe Kerk ziet men de noodzaak van sociaal werk in. Tijdens mijn periode in de regering had ik goede contacten met de orthodoxie.”